Ontploffingen in woonwijken en bedrijfspanden zijn het afgelopen jaar sterk gestegen. De politie constateerde afgelopen jaar een stijging van 300% ten opzichte van 2022 van het totaal aantal explosies. In Rotterdam was dat zelfs 400%. Meer dan de helft van de uitvoerders zijn onder de 23 jaar, een kwart van hen is minderjarig. Hoe is deze stijging te verklaren? En waarom zijn de verdachten zo jong?
Volgens de politie staat het fenomeen explosieven plaatsen vaak in verband met drugsgerelateerde criminaliteit. Wanneer er een inbeslagname van gesmokkelde drugs leidt tot financiële tegenslag moeten er in het criminele circuit rekeningen worden vereffend. Zelfgemaakte bommen worden daarom steeds vaker gebruikt als drukmiddel door criminelen uit grote steden. Zulke explosieven zijn gemakkelijk te maken. Alles wat je nodig hebt, is het flitspoeder uit zwaar vuurwerk. Cobra’s, die legaal worden geproduceerd in Polen en Italië, zijn het populairst. Het resultaat: een explosief net zo gevaarlijk als een handgranaat. De Explosieven Opruimingsdienst (EOD) rukt daarom steeds vaker uit naar woonwijken om de geïmproviseerde explosieven onklaar te maken. Voorheen waren de aanslagen alleen gericht op bedrijfspanden van andere criminelen. Maar tegenwoordig is de familie een ‘doelwitsubstitutie’ geworden als het beoogde doelwit geen vaste verblijfplaats heeft, of als deze is gearresteerd. Explosies zijn dan een signaal: je moet je mond houden anders wordt bij je moeder of ex later weer een explosief geplaatst.
Uitvoerders weten vaak niet bij wie ze het explosief plaatsen. Dat doen ze in opdracht van een bemiddelaar of ronselaar, die de schakel is tussen hen en de opdrachtgevers uit de criminele onderwereld. Voor kwetsbare jongens van onder de 23 jaar is het bedrag van vijfhonderd tot achthonderd euro aantrekkelijk genoeg om zo een klus aan te nemen. De criminaliteit is al jaren aan het verharden en daarmee ook de jeugdcriminaliteit. Criminoloog Henk Ferwerda baart zich in een interview met het NRC zorgen over de minderjarige uitvoerders ‘ze zijn te groot voor de wijkagent, en te klein voor de recherche’. Het uitvoeren van dit soort opdrachten bevordert de status van jonge jongens, waardoor ze kunnen uitgroeien tot professionele criminelen. Vooral in steden zie je dat jongeren geronseld worden.
Bron: Politie
De meeste explosies vinden plaats in Rotterdam, waar drugscriminaliteit al lange tijd een hardnekkig probleem is. De eerste reden hiervoor is de aantrekkelijke ligging van de stad. Rotterdam heeft als de grootste haven in Europa, en een van de grootste in de wereld, een belangrijke doorvoer functie in de internationale drugshandel. Wanneer je een criminologische bril opzet, zie je dat gebrek aan sociale cohesie een reden kan zijn waarom de jongeren op het verkeerde pad raken in Rotterdam. Het Verwey-Jonker instituut noemt dat een gebrek aan sociale samenhang in een stad ontstaat door lage economische status, veel migranten en een snel wisselende samenstelling van de bevolking. De gemeente Rotterdam telt 623.652 inwoners, verdeeld over 21 verschillende wijken.
Uitvoerders zien geen baankansen voor zich in de maatschappij en zijn vaak antecedenten. Vanuit de politiek belooft demissionair minister van Justitie, Dilan Yeşilgöz (VVD), al lange tijd hogere straffen en een repressief overheidsbeleid. Yarin Eski, criminoloog en docent aan de Vrije Universiteit Amsterdam, stelt dat hoger straffen niet de oplossing is: ‘strafverhoging en hogere boetes kunnen simpelweg overtroffen worden door de georganiseerde criminaliteit die hogere bedragen betaalt en/of nog jonger gaat rekruteren en/of jongeren nog meer onder druk zet.’ De roep om hogere straffen komt voort uit het idee dat de jonge uitvoerders geen slachtoffers zijn van de georganiseerde misdaad. De maatschappelijke polarisatie die komt kijken bij strafverhoging werkt de georganiseerde misdaad alleen maar in de hand omdat het leidt tot nog meer verdeeldheid en marginalisering van jongeren. Met een strafverhoging voor de ‘kindsoldaten’ krijg je de ronselaars of professionele criminelen niet te pakken. De georganiseerde criminaliteit is de laatste die lacht, aldus Eski.
Als reactie op de explosies gingen burgemeesters over tot het sluiten van panden die daardoor werden getroffen. Maar daarbij gaven ze criminelen alleen meer gelegenheid om concurrenten uit te schakelen. Zo werd het plaatsen van explosieven naast een vorm van intimidatie ook economisch aantrekkelijk. Het ESB, platform voor economen in Nederland, raad burgemeesters aan om over te gaan op ander beleid. Door de financiële baten die de sluiting van panden opleveren aan criminelen weg te nemen zal er minder gebruik worden gemaakt van deze vorm van intimidatie, aldus het ESB. De jeugdcriminaliteit is de afgelopen tien jaar gehalveerd, toch zet de verharding van deze criminaliteit door. De politie en burgemeesters pleiten voor een nationale aanpak en meer inzet op lokaal niveau om jongeren die dreigen af te dwalen naar de onderwereld een alternatief pad te bieden. Joost van Slobbe, directeur bij de Nationale Samenwerking tegen Ondermijnende Criminaliteit (NSOC) zegt dat samenwerking noodzakelijk is om de verharding van de criminaliteit tegen te gaan. Dit lijkt een open deur, maar is in de uitvoering nog een forse uitdaging. Het vraagt van organisaties in het veiligheidsdomein om een stukje autonomie in te leveren ten behoeve van het gezamenlijke doel, aldus Slobbe.