Datavisualisatie
Hoe de bibliotheek meer werd dan een gebouw met boeken
21 april 2021
Divertje Reitsema
Student minor Journalistiek en Nieuwe Media (2020/2021)
De openbare bibliotheek BplusC in de Nieuwstraat, Leiden. Foto: Juul Nijenhuis

Het aantal openbare bibliotheken in Nederland daalt al jaren. Maar het was pas dit jaar dat door corona de bibliotheken echt gemist leken te worden. “De urgentie van de openbare bibliotheek is dit jaar alleen maar duidelijker geworden”, stelt Merian van Doornik, manager Jeugd en Jongeren bij de Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA). Desondanks kreeg de OBA in 2020 te horen dat er per 2023 grote bezuinigingen zouden worden doorgevoerd. Hoe ziet de toekomst van kleine en grote openbare bibliotheken eruit?

In vergelijking met twintig jaar geleden zijn er aanzienlijk minder openbare bibliotheken in Nederland. De cijfers van het Centraal Bureau Statistiek (CBS) laten zien dat er in 2019 nog maar 145 openbare bibliotheken waren. In 1999 waren dit er nog 544. Het gaat hierbij om bibliotheken die zijn aangesloten bij de Vereniging van Openbare Bibliotheken. Dat zijn de meeste vestigingen.

“Een groot aantal bibliotheken is wegbezuinigd. Gemeentes vonden het lange tijd wel prima als mensen wat verder moesten reizen”, legt Lara Bleijerveld uit. Bleijerveld werkt als hoofd klantenservice bij BplusC, de openbare bibliotheek in Leiden. Naast bibliotheek is BplusC ook een centrum voor kunst en cultuur. Het kenmerkt de huidige openbare bibliotheek. Die is inmiddels zoveel meer dan een ruimte met boeken “waar een bibliothecaresse je tot stilte maant”, lacht Bleijerveld. Juist die veelzijdigheid van de openbare bibliotheek is ook het struikelpunt. “Omdat ons palette zo breed is, kan niet iedereen goed inschatten waar een bibliotheek voor staat. Als de gemeente zich dan niet verdiept in wat wij doen dan is het makkelijk om iets van ons budget af te halen”, zegt Bleijerveld.

Het is een probleem waar ook een grotere bibliotheek zoals de Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA) tegenaan loopt. Merian van Doornik werkt al zes jaar bij de OBA. De functie van de bibliotheek is breder geworden. “De gemeente vraagt veel van ons. Activiteiten die voorheen door gemeentes of buurthuizen werden uitgevoerd komen nu bij ons te liggen.” Zo hebben bibliotheken bijvoorbeeld de landelijke verplichting om een belastingaangiftedag te organiseren.

Ontmoetingsplaats
Bibliotheken krijgen geld van de gemeente. Iedere vier jaar maakt een bibliotheek met de gemeente afspraken over de subsidie en de programmering. Deze afspraken worden vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst. Hierdoor zijn er regionale verschillen. Maar naast deze overeenkomst met gemeentes moeten bibliotheken ook een landelijk beleid volgen. In de wet ‘Wet stelsel openbare bibliotheken’ (Wsob), die is ingegaan op 1 januari 2015, staan de vijf maatschappelijke taken waaraan iedere bibliotheek moet voldoen. Ze moeten bezoekers en leden niet alleen laten kennis maken met literatuur, maar worden ook geacht ontmoetingen en debatten te organiseren. De moderne bibliotheek is onder andere een taalhuis, een ontmoetingsplaats en zet zich in voor (digitale) laaggeletterdheid.

Met die vele taken is het soms onduidelijk waar het budget aan besteed moet worden of waar extra subsidie voor gezocht moet worden. “In Leiden hebben we een aantal monumentale panden die veel geld kosten”, vertelt Bleijerveld. “Alles wat je dan in die panden stopt, kan je niet gebruiken voor het bibliotheekwerk.” De OBA kent soortgelijke dilemma’s. “Waar worden wij in de kern nou eigenlijk voor betaald”, vraagt Merian van Doornik zich af. “Voor hetzelfde bedrag moeten we meer gaan doen dus zijn we genoodzaakt om extra subsidie te zoeken voor programma’s die we niet met het basisbudget kunnen bekostigen.”

En op dat basisbudget wordt nu juist bezuinigd in Amsterdam, al is het minder dan in eerste instantie werd aangekondigd. Daarnaast is Van Doornik hoopvol: “In plaats van het basisbudget krijgen we straks vaker projectfinanciering. Zo krijgen we apart geld voor een zomerprogramma voor kinderen. Op die manier kan de gemeente meer sturen.”

Third Space
Een ander groot project is de nieuwe OBA NEXT. Deze nieuwe vestiging moet op de Zuidas komen. OBA Next is een samenwerking tussen onder meer de Vrije Universiteit, de OBA en het Huis van de Journalistiek. Iets dat past bij de nieuwe strategie van de OBA. Van Doornik: “We gaan steeds meer fungeren als een platformorganisatie.” De OBA werkt samen met verschillende partners aan wie ze de plekken in de stad beschikbaar stelt voor programma’s. Het is een manier om met minder budget toch veel activiteiten aan te kunnen bieden. Daarnaast wordt de OBA hierdoor meer een community library, “We willen dat de bewoners in een wijk mede-eigenaar zijn en meebepalen wat er gebeurt”, vervolgt Merian van Doornik.

Ook BplusC wil steeds meer een gemeenschapsfunctie krijgen. Dat is lastiger want de Leidse bibliotheek is veel kleiner en heeft minder vestigingen verspreid over de stad zoals de OBA dat heeft. Bleijerveld: “We zijn bezig om niet alleen in onze bibliotheekgebouwen maar ook op andere plekken in de stad iets van BplusC uit te voeren. Dat gebeurt nu al in scholen.” Zo wordt de bibliotheek een Third Space. Een samenspel tussen de bibliotheek, scholen en andere instellingen.

In de kern blijft de bibliotheek een plek waar mensen zich kunnen verrijken. “Mensen hebben behoefte aan een plek waar je niets hoeft maar gewoon even kan zijn.” Hoewel het aantal volwassen leden langzaam afnam, namen de bezoekersaantallen, volgens Bleijerveld en Van Doornik, gelukkig toe. Bleijerveld: “Het klinkt misschien idealistisch maar ik hoop dat we door corona zijn gaan beseffen dat er behoefte is aan ontmoeting, kennis en discussies. Ik denk dat de bibliotheek daar een hele mooie plek voor kan zijn.”

21 april 2021 |
Divertje Reitsema
Student minor Journalistiek en Nieuwe Media (2020/2021)