Achtergrondartikel
Beefs op jouw block? Waarom jonge Rotterdammers messen dragen voor hun ‘veiligheid’
6 april 2021
Jelrik Westra
Student minor Journalistiek en Nieuwe Media 2020/2021 Bachelor Bestuurskunde (Erasmus Universiteit Rotterdam)

Rotterdam lijkt in de ban van het stijgende aantal steekincidenten onder jongeren. Volgens Rijnmond was er in 2019 een stijging van 25 tot 30% van het aantal steekpartijen, veelal met jonge daders en slachtoffers. Dat aantal jonge geweldplegers steeg door in 2020. Jongeren én criminologen denken dat de messenproblematiek voortkomt uit een gevoel van onveiligheid onder de jonge daders. Maar is die onveiligheid echt de kern van het probleem?

Aan de veelgenoemde ‘oorzaak’ drillrap – rapmuziek gekenmerkt door verwijzingen naar en verheerlijking van geweld – zou het in ieder geval niet liggen. Criminologen aan de Erasmus Universiteit hebben de relatie tussen de inmiddels beruchte muziekstijl en de incidenten onderzocht, maar konden weinig echte verbanden vinden.

Eigen realiteit

Robby Roks, één van deze criminologen, geeft wel een andere mogelijke oorzaak. Jongeren hebben volgens hem het idee dat ze een mes moeten dragen voor hun eigen veiligheid. Hij vertelt erover in Tygo in de jeugdcriminaliteit, een programma van acteur Tygo Gernandt. Roks noemt hier het voorbeeld van een basisschoolleerling – nog geen twaalf jaar oud, die vertelde een mes bij zich te dragen voor zijn eigen veiligheid, omdat hij anders zelf ‘gepakt’ zou worden.

Een fragment uit Tygo in de jeugdcriminaliteit, waarin acteur Tygo Gernandt op zoek gaat naar antwoorden op de vraag waarom jonge mensen in de criminaliteit verzeild raken.

Maar Roks vertelt Gernandt ook dat die onveilige ‘realiteit’ vooral in de hoofden van deze jongeren bestaat. In Rotterdamse buurten hoef je volgens hem absoluut geen mes te dragen om op straat zeker te zijn van je zaak. In die gedachte lijkt hij gesteund te worden door de cijfers. Het Wijkprofiel Rotterdam laat zien dat het aantal geweldsincidenten in Rotterdam de afgelopen twee jaar, dus sinds de opkomst van de steekincidenten, over de linie gelijk is gebleven. Uitschieters zijn wel te zien als het gaat om mishandeling in Charlois en bedreiging en mishandeling in IJsselmonde, wijken waar steekincidenten onder jongeren de afgelopen jaren juist plaatsvonden.

Tegelijkertijd valt er iets anders op aan de data van het Wijkprofiel. De stad heeft namelijk moeten inleveren aan veiligheidsbeleving. In andere woorden: de mate waarin bewoners het gevoel hebben zelf veilig te zijn. En dat terwijl het daadwerkelijk gemeten aantal geweldsincidenten in de stad dus niet (aanzienlijk) is gestegen.

Kunnen we met deze cijfers het gevoel van onveiligheid verklaren in een wijk als Charlois, waar veel steekincidenten onder jongeren plaatsvinden? In die wijk voelden bewoners zich bijna een kwart minder veilig, vergeleken met 2018. Het aantal mishandelingen in Charlois is over dezelfde periode weliswaar gestegen met zo’n 15%. Dat kan natuurlijk een oorzaak zijn van dat verminderde veiligheidsgevoel.

Maar de gemeente Rotterdam – beheerder van het Wijkprofiel – zegt op basis van deze cijfers geen eigen conclusies te kunnen trekken over deze relatie. Zelfs al zou die relatie tussen het stijgende aantal mishandelingen en het dalende veiligheidsgevoel bestaan, alsnog is het veiligheidsgevoel dan harder gedaald dan dat het aantal mishandelingen gestegen is. De cijfers lijken de ‘eigen onveilige realiteit’ waar Roks op doelt dus niet geheel te kunnen verklaren.

Statussymbool

Hoe valt deze kloof tussen objectieve en subjectieve veiligheid dan te duiden? Na zich over deze vraag te hebben gebogen wijst Roks ons toch opnieuw op de populariteit van drillmuziek in Rotterdam en de bijbehorende videoclips. Vooral die videoclips en de verheerlijking van geweld daarin verheffen volgens hem het dragen van een mes tot een statussymbool.

Een voorbeeld van een Nederlandse drillrap-productie.

Roks: “In het verlengde hiervan kun je betogen dat de zichtbaarheid van messen, en geweld meer in het algemeen, is vergroot door de digitalisering van de straatcultuur.” Op social media worden bepaalde jongeren dus geconfronteerd met de communicatie van geweld, onder andere via drillmuziek- en video’s. Dat verklaart waarom jongeren messen zouden dragen, maar nog niet het groeiende gevoel van onveiligheid onder deze groep.

Als mogelijke oorzaak van die onveiligheid wijst Roks opnieuw op de media. Berichtgeving van steekincidenten kan volgens hem leiden tot gevoelens van angst en onveiligheid onder jonge mensen. Dit geldt des te meer voor jongeren die deze incidenten kunnen koppelen aan hun eigen belevingswereld. Zo’n theorie lijkt aannemelijk als we kijken naar cijfers van een wijk als Charlois, waar het veiligheidsgevoel een duikvlucht neemt zonder objectieve stijging van het aantal geweldsplegingen, maar waar wel breed verslag is gedaan van steekincidenten.

Vicieuze cirkel

Met dat stijgende gevoel van onveiligheid ontstaat er een vicieuze cirkel, wist criminoloog Jeroen van den Broek al in 2019 aan de NOS te vertellen. Jongeren dragen wapens voor hun eigen veiligheid, maar bereiken volgens Van den Broek vaak het tegenovergestelde: “Wapens dragen maakt het juist onveiliger, je hebt meer kans om slachtoffer te worden. Ruzies escaleren dan sneller.”

Tegelijkertijd lijken jongeren volgens Van den Broek het veiligheidsargument ook juist als excuus te gebruiken om een mes te dragen. “De jongens zeggen graag dat het gaat om veiligheid, maar het geeft ook status. Al zullen ze dat niet zo snel toegeven.” Het gebruiken van een mes werkt volgens hem dan ook vooral statusverhogend.

Aan welke knopjes en radartjes moeten we draaien om deze enorm gecompliceerde messenproblematiek op te lossen? De politiek lijkt het te willen proberen met een messenverbod. Maar of dat ook helpt tegen de culturele oorzaken van het geweld, die criminologen als Roks en Van den Broek beschrijven? Om nog maar te zwijgen over de aanpak van factoren die meespelen op de achtergrond, zoals lastige gezinssituaties, (te) lage inkomens en jongeren die kampen met psychische problemen. Niets doen lijkt in ieder geval geen optie.

6 april 2021 |
Jelrik Westra
Student minor Journalistiek en Nieuwe Media 2020/2021 Bachelor Bestuurskunde (Erasmus Universiteit Rotterdam)