EU-Trainee Roxanne Hoenstok: “Het is aan ons om te kiezen hoe de toekomst van de EU eruit ziet”
2 juni 2019 |
Giulietta Aaftink

De Europese verkiezingen komen eraan en iemand die er middenin zit is EU-trainee Roxanne Hoenstok, die in Brussel werkt voor de vertegenwoordiging van de Europese Commissie in België. 10 vragen aan haar over haar werk en de het belangrijkste moment van dit jaar, de Europese verkiezingen.

1. Waarom wou je graag een EU-Traineeship doen?

“Ik heb eigenlijk nooit zo heel veel met Europese politiek gehad. Mijn focus lag altijd meer op Amerika, waar ik ook stage heb gelopen en waar ik voor het eerst in aanraking kwam met politieke rapportages schrijven. Toen zag ik op Facebook vaak een gesponsorde advertentie van het E-Traineeship voorbijkomen, en bedacht ik me dat het eigenlijk best gek was dat ik als EU-burger zo weinig over de Europese Unie wist. Ik was al wel een paar keer in Brussel geweest, en de stad heeft een bepaalde allure, want je weet eigenlijk niet zo goed wat zich nu allemaal afspeelt binnen de EU-wereld. Het zijn instellingen die heel veel invloed hebben op onze levens, maar waar we vaak niet zoveel van af weten. Daarom wilde ik er graag achter komen hoe het nou allemaal in zijn werking gaat.”

2. Hoe ben je aangenomen als EU-Trainee?

“Ik wist dat de aanmeldingsprocedure zeer competitief zou zijn, maar ik dacht: ik zie wel hoe ver ik kom, je leert er altijd wat van. Vervolgens kreeg ik te horen dat ik was voorgeselecteerd. Dat betekent dat je wordt opgenomen in het blauwe boek, een database met honderden anderen die ook geselecteerd zijn. Daarna ben ik daaruit gekozen door een aantal afdelingen, en uiteindelijk ben ik terecht gekomen bij de politieke afdeling van de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in België. Het klinkt misschien best grappig dat ze daar überhaupt een vertegenwoordiging hebben: omdat de Europese Commissie natuurlijk al uitgebreid vertegenwoordigd is in Brussel. Maar in alle EU-lidstaten en bevindt zich zo’n vertegenwoordiging, die een hele belangrijke rol speelt: namelijk als verbinding tussen de Commissie en de burgers.”

3. Wat is jouw taak binnen de afdeling?

“Onze afdeling vormt de schakel tussen de EU zelf en de lidstaat, in dit geval dus België. Aan de ene kant help ik mee om informatie te verzamelen en te rapporteren over de Belgische politiek, bijvoorbeeld door de EU-standpunten van de Belgische partijen in kaart te brengen. Ook zoek ik uit wat er op maatschappelijk gebied speelt in België: waar zitten de Belgische burgers mee, of Belgische bedrijven? Aan de andere kant lichten we mensen voor over wat de Europese Commissie doet en waarom dat belangrijk is. Dat is soms ook heel concreet, over hoe ondernemingen zich bijvoorbeeld kunnen voorbereiden op de Brexit. Ik ben de enige Nederlander op de afdeling, dat is wel een grappige positie. De vergaderingen zijn vaak in het Frans, maar mijn supervisor spreekt gelukkig Nederlands. Met de meeste andere collega’s spreek ik Engels, maar het Frans is soms wel lastig. De grootste uitdaging is niet om het Frans te begrijpen, maar vooral om 1,5 uur geconcentreerd naar een vreemde taal te luisteren als je in een vergadering zit. Maar gelukkig is er prima koffie!”

4. Welke verwachting had je voordat je begon aan de Traineeship?

“Toen ik uiteindelijk het aanbod had gekregen van de afdeling, twijfelde ik even kort, want mijn andere optie was om een tijdje te gaan reizen en backpacken. Maar het is een hele bijzondere mogelijkheid en ik had een heel goed gevoel bij mijn gesprekken met andere teamleden van de politieke afdeling. De kans dat ik nog een keer door de selectie zou komen is natuurlijk ook niet vanzelfsprekend. Ook leek het me een onwijs boeiende periode om daar te werken, met de Brexit en de Europese verkiezingen om de hoek. Ik denk dat het de mooiste periode is om in Brussel te zijn, want er gebeurt natuurlijk ontzettend veel.”

5. Kwamen je verwachtingen uit?

“Het traineeship heeft me positief verrast. Ik dacht dat het misschien vrij formeel of hiërarchisch zou zijn, of dat ik vooral stoffige documenten zou moeten lezen, vandaar ook even die twijfel, maar op alle fronten is dat heel erg meegevallen. Het werk zelf is superleuk, de werksfeer is fijn en er zijn veel leuke evenementen waar ik veel van opsteek. Ik werk juist met mensen die zich inzetten om de EU toegankelijker te maken voor burgers en te laten zien wat zij er in hun dagelijks leven aan hebben. En er is elke avond wel wat te doen.”

6. Hoe is het om in Brussel te wonen?

“Veel mensen zeggen: hoe langer je er woont, hoe leuker het is, want je moet wel echt de plekjes leren kennen. Het risico om alleen binnen de eurobubbel te blijven bestaat wel een beetje, omdat veel evenementen en netwerkborrels in de Europese wijk plaatsvinden. Zelf woon ik juist niet in die wijk; ik woon in de buurt van de Vlaamse Dansaert-wijk en Molenbeek, samen met een aantal echte Brusselaren. Dat betekent dat ik niet alleen bij de Europese instellingen te vinden ben, maar dat ik juist ook iets zie van het ‘normale Brussel’.”

7. In hoeverre ben je betrokken bij de Europese verkiezingen?

“Ik ben natuurlijk niet zo direct betrokken bij de verkiezingen als het Europees Parlement, maar ik weet vooral veel af van de campagne This time I’m voting, die ik zelf heel sterk vind. Het is een campagne in alle EU-lidstaten, met als doel om zoveel mogelijk mensen op te roepen om te gaan stemmen. Veel mensen gaan niet stemmen omdat ze niet zo goed weten hoe de instellingen nou eigenlijk werken of omdat ze niet weten of er een partij is die hun stem vertegenwoordigt. Het voelt soms misschien als een ver-van-mijn-bed-show, maar dat is ook juist waar de campagne op gericht is: om te laten zien dat de EU-invloed heeft op van alles, van klimaatverandering tot consumentenrechten, en dat het aan ons is om te kiezen hoe de toekomst van de Europese Unie eruitziet. ”

8. Verandert de sfeer in Brussel nu de verkiezingen dichterbij komen?

“Je voelt dat er een gevoel van urgentie is opgekomen en dat het toch wel heel dichtbij aan het komen is. Het is een hele drukke periode en iedereen is met spanning aan het volgen wat er gaat gebeuren. Het is een heel belangrijk moment, want Brexit heeft wel aangetoond dat er uitdagingen zijn waar de EU hard aan zal moeten werken. Ook omdat er veel polarisatie is in de politiek, iets dat we ook in Nederland zien, is het moeilijk te voorspellen wat er gaat gebeuren. Het is interessant om te kijken wat voor invloed de resultaten op ons werk gaan hebben, en op de toekomst van Europa.”

9. Wat maken de verkiezingen belangrijk voor jou?

“Ik heb geleerd dat de EU op heel veel vlakken in ons leven invloed heeft. De Europese Unie zet zich voornamelijk in voor grote thema’s zoals veiligheid en economische groei, maar heeft ook veel invloed op juist hele concrete zaken. Voorbeelden als voedselkwaliteit, dat onze diploma’s ook in andere landen worden erkend, de bescherming van de grondrechten en van de rechtsstaat, dat er geen roamingkosten meer zijn – die vind ik heel fijn – alleen dat is al een reden om te gaan stemmen. Het is belangrijk dat we wat te zeggen hebben over deze thema’s en dat we onze mening laten horen. Kritiek is goed, super zelfs, want ik denk dat er op veel vlakken ruimte is voor verbetering. Maar breng dan wel je stem uit en zorg dat die kritiek gehoord kan worden, zodat er iets mee kan worden gedaan.”

10. Waarom zou Nederland moeten gaan stemmen?

“Als je naar Nederland kijkt, is het een land met heel veel landbouw, met een handelsmentaliteit, en met vele ondernemingen, zowel kleine mkb’s als multinationals. Daarnaast zijn we omringd door water. Je zou dus denken dat Nederlanders wel iets te zeggen willen hebben over onderwerpen als de economie, landbouw, het klimaat, of hoe we willen dat de Europese politiek er nu eigenlijk uitziet. Als je dan ook nog bedenkt dat we een land zijn waar we allemaal graag een mening hebben, die we niet onder stoelen of banken schuiven, dan is mijn vraag eerder waarom mensen niet zouden stemmen. Het klinkt misschien cliché, maar er zijn thema’s, zoals klimaatverandering en de vluchtelingencrisis, die je als land niet alleen kan oplossen. We hebben Europese samenwerking nodig en het is aan ons om te bepalen hoe die samenwerking er de komende jaren uit gaat zien.”

2 juni 2019 |
Giulietta Aaftink