Denkcafé: Het succes van ‘nieuw-rechts’
31 mei 2019 |
bcbrandtcorstius

Na de hoogtijdagen van de PVV en de onverwachte overwinning van Forum voor Democratie (FvD) vragen steeds meer mensen het zich af: waar komt dit rechtse succes opeens vandaan? Wereldwijd komen er steeds meer rechtse en conservatieve mensen aan de macht, en steeds vaker wordt er gesproken over een opkomst van ‘nieuw-rechts’. Maar wat houdt deze opkomst van nieuw-rechts in? Welk gedachtegoed ligt eraan ten grondslag, en wat bedoelen we eigenlijk als we het hebben over nieuw-rechts? Deze vragen worden samen met vele andere vragen uit het publiek beantwoord en besproken tijdens de lezing: het succes van nieuw-rechts in de Arminiuskerk in Rotterdam. De gasten deze avond zijn socio- en politicoloog Merijn Oudenampsen en historicus Bart Jan Spruyt.

De Arminiuskerk in Rotterdam, waar de lezing plaatsvond.

Bij binnenkomst in de oude Rotterdamse kerk – die tegenwoordig veelal dient als congres- en debatcentrum – valt de lage opkomst gelijk op. Ondanks dat het onderwerp van vanavond me erg actueel en interessant lijkt, lijken niet veel mensen deze mening met mij te delen. Verdeeld over een aantal stoelen en kerkbankjes kijken zo’n 40 mensen afwachtend om zich heen, terwijl het geluid van openende blikjes en flesjes door galmt in de grote kerk.

Twee gasten praten nieuwsgierig met elkaar over de inhoud van de lezing.

Vijf minuten na acht uur neemt Merijn Oudenampsen plaats aan de tafel, vlak voor het grote kerkorgel. Serv Wiemers, die de avond presenteert, staat dan al een tijdje te wachten en schudt Merijn vriendelijk de hand.  Ondanks hun indrukwekkende repertoire lijkt een korte introductie van de gasten wel op zijn plaats, vooral omdat een groot deel van het publiek erg jong oogt. Gelukkig introduceert presentator Serv de gasten al snel.

Gasten
Als eerste gaat Serv in gesprek met Merijn Oudenampsen. Merijn is verbonden aan de Universiteit van Amsterdam en promoveerde met zijn proefschrift De Conservatieve Revolte, die tevens werd uitgebracht als boek. In dit boek brengt hij het gedachtegoed achter de Fortuyn-revolte in kaart en gaat hij in op het idee dat de opkomst van het rechtspopulisme een opstand is vanuit de onderbuik. Ondanks dat het boek niet door iedereen positief werd ontvangen, werd het in 2018 genomineerd als beste (filosofie)boek door NRC. Op dit moment werkt Oudenampsen aan een onderzoek naar de politieke geschiedenis van het neoliberalisme in Nederland.

Bart Jan Spruyt – die overigens veel geciteerd wordt in het boek van Oudenampsen – speelde een belangrijke rol tijdens de opkomst van het conservatieve denken in Nederland. Hij was columnist voor Elsevier en schreef onder andere Lof van het Conservatisme. Ook is hij medeoprichter van de conservatieve Edmund Burke Stichting. Het idee van deze stichting is naar eigen zeggen gebaseerd op het behoud en herstel van wat er aan goeds verloren is gegaan in de Nederlandse samenleving. Dit doel probeert de stichting te realiseren door o.a. publicaties, optredens en zomerscholen te organiseren waarbij het conservatieve gedachtengoed uitgedragen wordt om deze meer bekendheid te geven. Een van de bekendste participanten van de Edmund Burke zomerschool is FvD oprichter Thierry Baudet.

Gesprek
Het gesprek begint goed en chronologisch wanneer Serv de sprekers vraagt naar de exacte definitie van nieuw-rechts. Spruyt gaat hierop in door te zeggen dat de definite van nieuw-rechts cultuurafhankelijk is. Zo is nieuw-rechts in Nederland niet cultureel conservatief, maar in de VS wel. In Nederland zijn rechtste politici over het algemeen redelijk progressief als het gaat over onderwerpen als LGBT- en vrouwenrechten, terwijl hier in de VS juist erg conservatief over gedacht wordt. De oorzaak hiervan ligt volgens Spruyt bij Fortuyn, die een shift veroorzaakte door openlijk homoseksueel te zijn en nadrukkelijk aan te geven dat we onze behaalde rechten moesten behouden. Een andere reden dat rechtse mensen in Nederland progressief denken over deze onderwerpen, is omdat ze deze progressieve leefregels gebruiken om de Westerse superieuriteit aan te tonen. Dit zie je terug in discussies over de Islam en haar ‘conservatieve wetten’.

Publieksvragen
De eerste vraag van één van de mensen in het publiek gaat over het platform GeenStijl. Heeft GeenStijl nou wel of geen inhoudelijke politieke ideologie? Spruyt vindt van wel. Hij noemt dat GeenStijl openlijk rechts is en zich keert tegen elke vorm van geloof. Als voorbeeld noemt hij hierbij een recente ruzie tussen GeenStijl en Nanninga (FvD) omdat de partij samenwerkte met de SGP. Oudenampsen voegt hieraan toe dat GeenStijl vaak de aanval opent op linkse politici.

Spruyt en Oudenampsen luisteren naar een vraag van iemand uit het publiek.

Een andere gast uit het publiek vraagt zich af of er wel degelijk sprake is van een rechtse revolte zoals Oudenampsen deze beschrijft in zijn boek. De lage opkomst van rechtste stemmers tijdens de Europese verkiezingen wijst immers op iets anders. Oudenampsen gaat hierop in door aan te geven dat hij niet alleen kijkt naar de kwantiteit van de rechtse stemmers, maar meer naar de ideeën van rechts en hoe deze door de jaren heen steeds radicaler zijn geworden. Zo waren ideeën over een overname van de Westerse wereld door de Islam, en het vraagstuk over vrouwenrechten 29 jaar geleden ondenkbaar. Oudenampsen concludeert dat rechts vandaag de dag niet alleen groter, maar ook extremer is geworden. Spruyt voegt hieraan toe dat veel rechtste mensen zijn overgestapt op het populisme. Deze twee ideologieën hebben volgens hem wel raakvlakken, maar hij ziet populisme meer als het benoemen en exploiteren van gevoelens uit de onderbuik, zonder te denken over mogelijke oplossingen. Wilders is hier volgens Spruyt een perfect voorbeeld van. Hij heeft een beperkte boodschap en is tamelijk populair geworden zonder interesse te tonen in echte vraagstukken. Interessant detail: Spruyt heeft na het vertrek van Wilders uit de VVD even gewerkt voor hem, tot hij erachter kwam dat Wilders geen interesse had in andere onderwerpen dan de Islam.

Vervolgens vraagt Serv aan Spruyt of hij een mening heeft over het boek van Oudenampsen. Spruyt is onverwacht positief over het boek, omdat het erkent dat rechts ideeën heeft en redelijk objectief geschreven is. Wel vindt hij dat er te veel op één hoop gegooid wordt, en dat nieuw-rechts niet bepaald neoliberaal te noemen is. Aan de analyse van de negatieve benadering van Fortuyn in het boek voegt hij toe dat deze aanpak een naam heeft: de revolutie van de stijgende verwachting. Hiermee wordt bedoeld dat er in welvarende tijden juist vaak politici zijn die met doemdenken succesvol worden. Spruyt zegt dat er juist veel ideeën ontstaan als er een polariserende strijd gaande is. In zo’n tijd moet iedere richting bepalen hoe zij de maatschappij het liefst willen inrichten. Door conflict ontstaat vaak een nieuw gedachtegoed.

”Waarom komen rechtse politici vaak zo arrogant over?”

Tot slot vraagt iemand uit het publiek zich af waarom rechtse politici vaak zo arrogant en asociaal overkomen in vergelijking met andere politici. Na het galmende gelach van het publiek en de sprekers, zegt Spruyt dat hij daar eigenlijk geen verklaring voor heeft. Het is hem inderdaad al vaker opgevallen dat rechtse politici vaak in schril contrast staan met bijvoorbeeld politici van de SGP of GroenLinks. Spruyt geeft toe dat bij rechtse partijen vaak het individu centraal lijkt te staan, terwijl andere partijen juist het maatschappelijk belang als doel hebben.

Tot slot
Al met al was het een interessante avond te noemen. Er zijn veel verschillende onderwerpen aan bod gekomen, en er werd door het publiek veel gebruik gemaakt van mogelijkheid om vragen te stellen. Een punt van kritiek vind ik persoonlijk dat er veel gepraat werd over de politieke geschiedenis in een soort wetenschapsjargon. Er werd vaak gerefereerd naar oude politici en artikelen die gepubliceerd waren in een tijd dat het overgrote deel van het publiek nog niet geboren was. Voor de jonge gasten pakt dit negatief uit. Ik kan me namelijk niet voorstellen dat het jonge publiek weet wat er in 1980 door politicus Hans Janmaat gezegd is over extreem-rechts, en welke citaten uit het proefschrift van Oudenampsen relevant zijn voor de discussiepunten van Spruyt. In het vervolg zou ik aanraden om bij het refereren een korte toelichting te geven, zodat het voor iedereen in het publiek te volgen blijft. Het zou natuurlijk jammer zijn als de expertise van de sprekers een valkuil zou worden.

31 mei 2019 |
bcbrandtcorstius