Opinie: Laat LHBTI-rechten niet ondersneeuwen
22 mei 2019 |
Milan Boon
Foto: Benson Kua, flickr.com (CC BY-SA 2.0)

Op 5 april vond  COC’s Europese verkiezingsdebat plaats, met als hoofdonderwerpen LHBTI rechten binnen de EU. “Voor homo’s, lesbiennes, transgender en intersekse personen staat er veel op het speel deze verkiezingen,” sprak COC-voorzitter Astrid Oosenbrug bij het openen van het debat. Daarmee sloeg ze de spijker op zijn kop en het zou dan ook mooi zijn als dit onderwerp eindelijk de volle aandacht krijgt die het verdient.

Er is de laatste tijd volop gedebatteerd over klimaatmaatregelen, vluchtelingenbeleid, een eventuele Nexit en ga zo maar door. Maar er is een ander – minstens even belangrijk onderwerp – tot nog toe erg onderbelicht gebleven: de mensenrechten van LHBTI-personen. Veel mensen zijn zich er niet van bewust, maar institutionele discriminatie van deze minderheidsgroepen is in veel lidstaten nog steeds aan de orde van de dag. En daar mogen we het best eens over hebben.

Hoewel in Nederland sinds 1 april 2001, geslacht geen rol meer speelt bij de vraag of je met iemand kunt trouwen, geldt dat niet overal. Achttien jaar later is het namelijk in 12 van de 28 EU-lidstaten nog steeds niet mogelijk om te trouwen met iemand van hetzelfde geslacht.
Maar er is nog iets aan de hand met het huwelijksrecht: slechts 16 lidstaten erkennen in het buitenland gesloten huwelijken van partners die allebei hetzelfde geslacht hebben. Dit terwijl de huwelijken van heterostellen wel in elke lidstaat worden erkend, zelfs als ze ergens anders zijn voltrokken.

Ook op andere vlakken is nog niet elke EU-lidstaat even ver. Sinds 2014 hoeven transgender personen in Nederland geen sterilisatie meer te ondergaan om de ‘m’ in hun paspoort naar een ‘v’ om te zetten, of andersom. In Tsjechië, Finland en een aantal andere EU-landen zijn er echter nog steeds dergelijke regels, die door het Europees Sociaal Handvest als een mensenrechtenschending worden gezien. In 2011 noemde D66 politicus Sjoerd Warmerdam de Nederlandse situatie van toen ‘mensonterend’. Warmerdam had gelijk: sterilisatie als voorwaarde om fatsoenlijk te worden behandeld, dat wens je niemand toe. En datzelfde geldt ook voor niet kunnen trouwen met je partner, enkel en alleen omdat je hetzelfde geslacht hebt.

Het is natuurlijk mooi dat we in Nederland inmiddels die fase voorbij zijn, maar het zou fijn zijn als we ons EU-lidmaatschap niet zouden delen met mensenrechten schendende regimes, die zich schijnbaar niks aantrekken van internationale afspraken over hoe je mensen wel en niet dient te behandelen.

Wie de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens na leest ziet daar namelijk bij artikel 7 staan dat iedereen gelijk is voor de wet. Maar zolang mensen van hetzelfde geslacht niet met elkaar kunnen trouwen is dat duidelijk niet het geval. In artikel 7 van een ander verdrag dat door alle EU-lidstaten is ondertekend, het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten, staat daarnaast dat niemand dient te worden onderworpen aan onmenselijke behandeling. Een regering die ervoor kiest om je genderidentiteit niet te erkennen tenzij je ervoor kiest om sterilisatie te ondergaan is duidelijk in overtreding van dat principe.

Misschien dat je bij jezelf denkt “ja maar die veranderingen die komen vanzelf wel.” Maar dat die veranderingen niet zo vanzelfsprekend zijn blijkt uit het rapport van LHBTI-rechtenorganisatie ILGA-Europe. Daarin was namelijk te lezen dat LHBTI-rechten in veel landen stagneren en de situatie in sommige EU-lidstaten zoals Bulgarije juist achteruit gaan. Ondertussen wakkert de Poolse regeringspartij haat aan jegens LHBT-personen en probeerde de regering in Roemenië afgelopen jaar tevergeefs om de grondwet te wijzigen zodat het huwelijk expliciet tot man-vrouw koppels gelimiteerd zou worden.

Stemwijzers, media, politici en burgers hebben zich in de aanloop naar deze verkiezingen te weinig met deze en andere LHBTI-gerelateerde issues bezig gehouden. Er is geen groot debat op de publieke omroep geweest over of het ethisch verantwoord is om vluchtelingen die in hun thuisland vervolgd worden vanwege hun geaardheid terug te sturen. Stemwijzers bevatten geen vragen over of verminking van interseke personen. Ook de opiniestukken over de vraag of we sancties mogen inzetten tegen EU-landen die anti-LHBTI beleid voeren waren afwezig.

Hoewel weinig mensen dit artikel zo vlak voor de verkiezingen nog zullen lezen, is het nog niet te laat. Ook nadat we onze Europarlementariërs hebben gekozen kan de media haar licht schijnen op LHBTI-problematiek om mensen in te lichten over wat er speelt. Burgers die al gestemd hebben kunnen via sociale media aan de door hen verkozen politici laten weten dat het zo niet verder kan.

Dit is geen kwestie van het ‘opdringen van onze waarden’ aan andere lidstaten, het draait om de vraag of we kunnen leven met het feit dat we ons EU-lidmaatschap delen met landen die actief discrimineren op basis van het lichaam waar je mee geboren bent, je genderidentiteit of tot wie je je aangetrokken voelt. Ik vind dat daar verandering in moet komen. En ik hoop dat jij het daar mee eens bent.

22 mei 2019 |
Milan Boon