Een terugblik op de Provinciale Statenverkiezingen en een oog op de toekomst: ”Elk land is zoekende om de democratie te organiseren”
12 mei 2019 |
Toine van Sandijk
Joop van Holsteyn: ''We moeten ons pas echt zorgen gaan maken als iedereen tevreden is over de politiek.'' Foto: Toine van Sandijk

Afgelopen maart vonden de Provinciale Statenverkiezingen plaats met een historische uitslag. Nieuwkomer Forum voor Democratie (FvD) werd in één klap de grootste fractie in de Eerste Kamer met dertien zetels. Het is bekend dat FvD veel waarde hecht aan referenda, zo staat ook te lezen op hun website. Zou het een goede ontwikkeling zijn om het parlementaire bestel aan te passen? Een gesprek met politicoloog Joop van Holsteyn: ”Het is geen toeval dat geen enkel land hetzelfde bestel heeft.’’

Nog even terug naar de avond van 20 maart. Forum stond er al goed voor in de meeste peilingen, maar met deze uitslag werd het definitief bevestigd. Wat ook al een tijdje in de lucht hing, was dat de coalitie haar meerderheid in de Eerste Kamer zou gaan verliezen. Voor Joop van Holsteyn, hoogleraar politicologie aan de Universiteit Leiden, was dit geen verrassing. ‘’De enige verrassing was dat het kabinet eigenlijk maar weinig problemen hoeft te verwachten over hoe het kabinet toch telkens naar verschillende meerderheden kan zoeken in de Eerste Kamer. Dat geeft het kabinet een goede onderhandelingspositie.’’ S

De opkomst was relatief hoog vergeleken met voorgaande jaren. Gemiddeld was de opkomst 56%, het hoogst in dertig jaar. Dit terwijl uit cijfers van het CBS uit 2018 blijkt dat ‘maar’ 42% van de mensen vertrouwen in de Tweede Kamer. Is dat niet tegenstrijdig? Volgens Van Holsteyn kan wantrouwen juist goed mobiliserend werken. ‘’Het is niet zo dat je je afkeert van het proces. Maar je wilt binnen dat proces een boodschap afgeven. Dan is een manier om dat te doen naar de stembus te gaan en op een oppositiepartij te stemmen. Oppositiepartijen hebben het relatief goed gedaan. Enig wantrouwen door kritiek op het kabinet en een hoge opkomst gaan prima hand in hand.’’

Kritiek op het kabinet is dus vermoedelijk één van de punten waarom Forum-stemmers op de partij van Baudet hebben gestemd. Is het een goed idee om meer referenda in te voeren, of breder gezegd: moeten er aanpassingen gedaan worden aan ons huidige parlementaire bestel om het vertrouwen van de mensen in de politiek terug te winnen? En is het überhaupt wel nodig om ons zorgen te maken over het vertrouwen in de politiek?

Vindt u dat er aanpassingen moeten worden gedaan aan het parlementaire bestel?

”Het stelsel is nooit klaar. We hebben een dik rapport gehad van de Commissie-Remkes, de staatscommissie, en die hebben naar het parlementaire bestel gekeken. Deze commissie ziet er ook wel wat zwakkere plekken in en die doen ook suggesties.”

Daarin wordt onder andere over het correctief referendum gesproken. Wat vindt u daarvan?

”Dat zou een aanvulling kunnen zijn. Als je een paar keer een referendum hebt gehouden, is het vertrouwen niet meteen toegenomen. Dat is een al te simpele voorstelling van zaken. Maar het referendum in een tijd waar maatschappelijk en politieke ontwikkelingen soms heel snel gaan, waar soms vraagstukken naar voren komen die op het moment van de verkiezingen nog niet bekend waren. En als een regering daar plannen voor ontwikkelt, waarvan burgers zeggen: daar hebben we ons nog nooit over kunnen uitspreken, want dat speelde nog niet bij de verkiezingen. Dit lijkt ons niet zo’n goed plan, daar willen we ons over uitspreken. Op die manier kan je een correctief referendum als een gezond instrument zien.”

”Bovendien zit er ook wel een zwakke plek in de relatie tussen de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen en de kabinetsformatie. Die stap van Kamerverkiezingen naar coalitie is weinig transparant en soms komen er ook uitkomsten waarvan de kiezer kan zeggen: heb ik dat gekozen? Dat gebeurde bijvoorbeeld bij de vorige verkiezingen tussen de PvdA en de VVD. Ik denk dat veel kiezers van de PvdA en de VVD dat niet hebben zien aankomen.”

”Het is ook niet eenvoudig, want het is geen toeval dat er geen twee landen in de wereld zijn die hetzelfde parlementaire bestel hebben. Elk land is zoekende om de democratie te organiseren. Er is geen oplossing die zegt: als je het zo doet, gaat het goed.”

Een voorbeeld van een plan dat in geen enkel verkiezingsprogramma stond, was de dividendbelasting. Zou je daar een correctief referendum over kunnen houden?

”Dat is wel en niet een voorbeeld. Ik ben erg voor een referendum dat over alles kan gaan, maar belastingen… Er kunnen redenen zijn om belastingen niet in een referendum aan de bevolking voor te leggen. Je zult namelijk maar heel weinig een meerderheid krijgen voor belastingen.”

Dus er zou een onderscheid gemaakt moeten worden welke onderwerpen je aan de bevolking voorlegt?

”Ja, de commissie Remkes doet het ook. Daar kan je over twisten.”

En vergroot het daarmee ook de politieke legitimiteit?

”Dat is wel het idee. Het is lastig vast te stellen of het dat effect ook echt heeft, maar het is wel heel plausibel. Als je dit soort kwesties voorlegt aan de bevolking en vraagt wat ze ervan vinden, dan zal het vermoedelijk een positief effect op de bevolking hebben.”

”Het wantrouwen in de politiek ligt al vele jaren op hetzelfde niveau’.” Foto: Toine van Sandijk

Toch wordt over het referendum wel vaak gezegd: sommige mensen kunnen hun stem niet op een goede manier uitbrengen, omdat de onderwerpen soms wel erg ingewikkeld zijn. Neem bijvoorbeeld de Brexit.

”Dat is inderdaad een bekend argument. Empirisch vind ik dit een niet zo’n sterk argument en principieel vind ik het een fout argument. De fictie van een democratie is dat iedereen van 18 jaar en ouder stemgerechtigd is. En per definitie dus in staat is om mee te beslissen over de koers van het land. Daarom geef je ze stemrecht. Als je zegt dat ze er niet goed genoeg voor zijn, dan trek je dus het democratisch basisprincipe in twijfel. Zo van: ja, we zijn allemaal wel gelijk, maar sommigen zijn misschien een beetje te dom ervoor. Dat doen we maar niet. Dat is heel raar. Het is ook raar dat dat argument wel speelt bij bijvoorbeeld een referendum, maar niet bij verkiezingen. Terwijl een referendum ongelooflijk veel simpeler is dan een verkiezing. Een verkiezing gaat om hele dikke programma’s en is veel ingewikkelder dan een referendum, wat een concreet plan is. Je bent ervoor of je bent ertegen. Dat is een rare discrepantie.”

Een ander bekend geluid dat je hoort, is dat we loting weer moeten toepassen. Onder andere David van Reybrouck heeft in zijn boekje Tegen verkiezingen (2013) over het meer toepassen van loting in plaats van verkiezingen.

”Loting is een interessant idee. In een aantal opzichten is het een heel zuiver democratisch middel. Maar het idee is op papier aantrekkelijker dan in de praktijk. Je loot namelijk een aantal mensen, maar heel veel van die mensen hebben geen zin om mee te doen. Daar zijn ook al experimenten naar gedaan.”

En als je jezelf opgeeft, dan heb je weer een soort oude situatie.

”Daarom. En als je een deel, dat wel wil, informeert en bijpraat, hoe groot is dan het verschil tussen een gekozen en een gelote volksvertegenwoordiger? Ik vind het wel een heel prikkelend idee, maar in de praktijk is het heel problematisch.”

U bent er dus geen voorstander van?

[denkt even na] ”Weet ik niet. Ik vind het een sympathiek idee, maar ik zie zoveel uitvoeringsproblemen dat er niet zoveel meer van het nieuwe idee overblijft. Op het moment dat je met elke stap vanaf het idee op de tekentafel tot de uitvoering telkens in moet leveren op je principe, dan maakt het uiteindelijk niet zoveel meer uit. Dan is het een vernieuwing dat eigenlijk geen vernieuwing is.”

Tot slot, hoort onvrede niet gewoon bij een politiek bestel? Of om de woorden van Abraham Kuyper (oprichter van de ARP, red.) te citeren: zit het wantrouwen niet in de democratie ingevleesd?

”Je moet je pas echt zorgen gaan maken, als er geen onvrede is. Politiek gaat per definitie om verschillen van belangen en ideeën. Strijd is inherent aan politiek en strijd kent eenmaal verliezers. Politiek gaat over problemen en dat betekent al dat mensen ergens ontevreden over zijn. Zonder onvrede is er geen politiek en andersom. Politiek creëert ook onvrede, want er worden keuzes gemaakt. Niet iedereen kan zijn zin krijgen. Als iedereen tevreden is, moeten we ons echt zorgen maken.”

En die lijn van wantrouwen in de politiek blijft wel redelijk gelijk door de jaren heen?

”Ja, dat is opmerkelijk stabiel. Soms gaat het een beetje omhoog en soms een beetje omlaag. De mensen die zeggen dat het vertrouwen in de politiek nog nooit zo slecht is geweest, zoals je soms weleens in de media ziet, is gewoon onjuist. Het is niet veel anders dan in het verleden. Maar als je het verleden niet kent, dan zie je dat niet.”

12 mei 2019 |
Toine van Sandijk