Sinds de coronapandemie zijn bioscoopkaartjes in Nederland flink duurder geworden. Wat ooit een laagdrempelig cultureel uitje was, begint voor veel mensen een luxe te worden. Grote ketens verhogen hun prijzen, terwijl filmhuizen nog enigszins betaalbaar blijven.
Een avondje naar de film is al lang niet meer de goedkope activiteit die het ooit was. Sinds 2018 is de gemiddelde prijs van een bioscoopkaartje in Nederland met meer dan twee euro gestegen. Vooral na de coronaperiode zijn de tarieven bij grote ketens zoals Pathé en Kinepolis opvallend omhooggegaan. Uit data van onder andere het CBS en prijsvergelijkingen op bioscoop websites blijkt dat de prijsstijging in de filmsector sneller ging dan in andere culturele sectoren. Wat is de oorzaak van deze stijging, en wat betekent dit voor filmbezoekers?
Bioscopen kregen tijdens corona minder inkomsten, en kampen nu met hogere kosten voor personeel, energie en distributie van films. Deze kosten worden deels doorberekend aan bezoekers.
Niet alle bioscopen rekenen dezelfde tarieven. Wie naar een commerciële keten zoals Pathé gaat, betaalt gemiddeld €13,25 voor een regulier kaartje in juli 2025. Filmhuizen zijn doorgaans goedkoper: gemiddeld €10,75. Ook kleinere regionale bioscopen zitten lager dan de grote ketens.
Louise (22), student en filmliefhebber uit Leiden, merkt de prijsstijging in haar portemonnee. “Vroeger ging ik bijna wekelijks naar de bioscoop, dat werd uiteindelijk wat minder. Het is gewoon best duur geworden.” Om toch vaak films te kunnen kijken, koos Louise voor een Cineville-pas: een maandabonnement waarmee je onbeperkt naar aangesloten filmhuizen kunt. “Voor negentien euro per maand kan ik onbeperkt naar de bioscoop. Dat is echt veel goedkoper dan losse kaartjes kopen, zeker als je vaker gaat.” De Cineville-pas wordt steeds populairder onder studenten en filmliefhebbers, zeker nu bioscoopkaartjes blijven stijgen in prijs. Vooral voor wie openstaat voor arthouse en minder commerciële films, is het een goed alternatief.
De prijsontwikkeling roept vragen op over de toegankelijkheid van cultuur. Niet iedereen kan of wil meer dan dertien euro betalen voor een filmbezoek. Filmhuizen en de Cineville-pas verlagen die drempel, maar zijn niet overal beschikbaar. Voor veel bezoekers wordt een bioscoopbezoek daarmee een afweging. Vooral studenten, jongeren en gezinnen merken de prijsstijging. Waar een filmavond vroeger een laagdrempelige vorm van ontspanning was, is het nu voor sommigen een luxe-uitje geworden. De cijfers laten zien: bioscoopkaartjes zijn in 2025 duurder dan ooit, vooral bij grote commerciële ketens. Tegelijk ontstaan er alternatieven, zoals abonnementen of filmhuizen die bewust betaalbaar blijven. Hoe deze trend zich de komende jaren ontwikkelt, hangt af van keuzes van bioscopen, beleidsmakers én bezoekers zelf.