Oorzaken
Het IGJ, Inspectie Gezondheid en Jeugd is een organisatie onder het Ministerie van Volksgezondheid, die sinds 2018 routinecontroles en inspecties doet op wachttijden bij zorginstellingen. Zij concluderen dat een van de grootste oorzaken, naast chronische personeelstekorten en algemene bezuinigingen op de GGZ, van de lange wachtlijsten bestaat uit een gebrek aan gestroomlijnde communicatie en samenwerking tussen VWS, de zorginstelling en de zorgverzekeraar. Er is een positieve lijn zichtbaar als het gaat over deze samenwerking op regionaal niveau, maar landelijk schiet het netwerk tekort. In 2024 was er een belangrijke toezichtronde, waarin regionaal gekeken werd naar samenwerkingen, waaruit ook bleek dat gestroomlijnde samenwerking op meerdere institutionele niveaus een knelpunt is. Dat de COVID-pandemie een piek in nieuwe wachtenden met mentale klachten heeft veroorzaakt is niet waar volgens het IGJ. Wel zijn in de jaren van de pandemie de wachttijden nog verder opgelopen en is het herstel daarvan langzaam.
De data: wachtplekken en -tijden12
Gevolgen
Mentaal welzijn is essentieel om te kunnen functioneren in een maatschappij, en niet alleen het individu ervaart de consequenties van een gebrek aan goede, tijdige zorg. Een belangrijk rapport van het Trimbos Instituut uit 2024 constateert dat tijdens het lange wachten niet alleen de psychologische klachten van iemand vaak verergeren, maar ook dat het wachten zelf daar een reden voor is. Ook rapporteren ze nadelige effecten op naasten en zorgverleners.
Naast de mentale consequenties heeft de disharmonie tussen vraag en aanbod in de GGZ veel invloed op de maatschappij als geheel. Onbehandelde mentale klachten zijn een probleem in de werksfeer, waarbij werknemers niet de hulp kunnen krijgen die ze nodig hebben en daarom onderpresteren of uitvallen. Econometrisch onderzoek heeft aangetoond dat elke maand dat een persoon met klachten op een GGZ-wachtlijst staat, hun baankans met 1,8% verkleint. De arbeidskansen nemen af, herintegratie wordt moeilijker met hoe langer een patiënt moet wachten, en een werkgever verliest een medewerker. Kort door de bocht: de GGZ-wachtlijsten blijken een duur probleem, met significante sociale en financiële consequenties voor werkgever en werknemer. Als er te weinig focus op herstel en integratie in een behandeling is door verergerde problematiek tijdens een wachtperiode, blijven patiënten sneller “fulltime” patiënt en stromen ze niet uit.
Toekomstperspectief
Zoals in het diagram is te zien zijn de wachttijden een groeiend probleem. Hoe verder? Het Trimbos Instituut, het landelijk kennisinstituut als het over mentale gezondheid gaat, heeft bijvoorbeeld een hervormingsplan voor de GGZ opgesteld. Veel van de punten staan in het teken van meer integratie in de zorg, laagdrempelige hulp zonder traject, en een algeheel betere promotie van mentale gezondheid. Het instituut benadrukt ook het belang van gemeenschap en eigen kunnen in een geval van mentale problematiek. Daaronder valt: minder labels, meer zelf doen, focus op herstel, integratie, en jezelf (of anderen) kunnen helpen als er sprake is van een terugval. Ook benadrukken zij in hun rapport uit 2024 het belang van “overbruggende zorg”: als er geen plek is voor iemand, wat kan er in de tussentijd dan voor ondersteuning worden aangeboden.
Dat er druk op de zorg staat is geen nieuws. Nederland kampt al jaren met personeelstekorten in bijna alle zorgsectoren en probeert ook al jaren om deze aan te vullen, met gelimiteerd succes. De toenemende vraag naar geestelijk gezondheidszorg gaat niet zomaar stoppen; de wereld wordt niet minder ingewikkeld en veeleisend, sociale media en digitalisering blijken steeds meer negatieve mentale consequenties met zich mee te brengen, en jongeren stromen vroeger een zorgtraject in dan voorheen. Kabinet-Schoof besloot meer te bezuinigen op zorg en preventie, maar de verkiezingen in oktober kunnen die koers ook weer wijzingen. De weg naar de toekomst lijkt te moeten bestaan uit systematische aanpassingen die gedaan kunnen worden om banen in de zorg aantrekkelijk te maken, focus op integratie en samenwerking op verschillende niveaus binenn de sector, en meer aandacht en promotie voor eigen verantwoordelijkheid en zelfondersteuning.
Voetnoten