In 2014 bedelde een arme, Roemeens vrouw op de straten van Geneve voor geld. Hiervoor ontving zij van de Zwitsere politie een boete van 500 frank of 465 euro omdat bedelen in het algemeen verboden is onder de Zwitserse wet. Vanzelfsprekend was zij niet in staat deze te betalen en werd daarom vijf dagen in hechtenis gesteld. Na beroep te hebben gedaan op alle nationale rechtsmiddelen stapte zij naar het Europese Hof van de Rechten van de Mens. Daar kreeg zij eindelijk haar gelijk: het EHRM oordeelde in 2021 dat om hulp vragen wanneer je het nodigt hebt, wordt beschermd door onder andere artikel 7 van de Zwitserse grondwet: het recht op menselijke waardigheid. En met die uitspraak is een algeheel bedelverbod duidelijk en letterlijk in strijd met de mensenrechten. Vandaag de dag zijn er tal van Nederlandse gemeenten waar een algeheel bedelverbod van kracht is. Hoe komt dit?
Afgelopen april besloot de gemeenteraad van Leiden het bedelverbod op te heffen. Na jaren lobbyen van de politie werd dit verbod eind 2020 ingesteld. De politie wilde met de boete een extra stok achter de deur om overlast van zwervers te beperken. Zoals partijen SP, GroenLinks en ChristenUnie in de Leidse gemeenteraad hebben aangekaart is zo’n boete niet alleen mensonterend maar ook ineffectief. Naast de opstapelende schulden die een dakloze krijgt door deze boetes waardoor het dus moeilijker wordt voor diegene om zichzelf uit de armoede te trekken, is het ook nog eens niet waar dat de overlast wordt ingeperkt. Dit wordt duidelijk wanneer we naar de politiecijfers kijken van overlast van zwervers in Leiden tussen 2014 en 2024. De lijn stijgt juist wanneer het bedelverbod wordt ingesteld. Of er een correlatie is tussen een toename van overlast en het verbod is op basis van deze grafiek niet te stellen.
Er is nog een tweede veelgenoemde reden voor het bedelverbod: georganiseerde bedelarij. Veel steden kampen met mogelijke mensenhandel vanuit Oost-Europa waarbij meerdere bedelaars samenwerken en het verdiende geld afstaan aan hun baas. Voor veel steden is deze praktijk de reden om het bedelverbod in stand te houden of in te voeren.
In de onderstaande grafiek valt te zien hoe vaak in de afgelopen 10 jaar sprake is geweest van mensenhandel; te hoge cijfers uiteraard voor de verschrikkelijke misdaad die het is en dan gaat dit ook nog alleen maar om mensenhandel waarvan de politie op de hoogte is. Toch weegt het niet op tegen de hoeveelheid dakloze mensen die deze zelfde gemeenten bevatten: Rotterdam zo’n 6000 en Utrecht zo’n 5000. Een bedelverbod lijkt niet de juiste oplossing tegen deze soort mensenhandel; het verbod schaadt immers veel meer mensen dan het wil aanpakken en het is, niet te vergeten, in strijd met de Rechten van de Mens. Er is dan ook geen statistisch bewijs dat erop duidt dat dit verbod mensenhandel tegengaat.
Al met al mag het op zijn zachtst gezegd wonderbaarlijk genoemd worden dat er nog zoveel bedelverboden in Nederland gelden. Een boete op bedelen of slapen op straat, wat ook in meerdere gemeentes wordt afgeschaft of waarvan afschaffing wordt besproken, is, zoals Merel van Rooy mooi zegt tegen Trouw: ‘Een boete op het bestaan.’ Als je immers geen dak boven je hoofd hebt, kan je niet anders dan slapen op straat en als je geen geld hebt en geen inkomen kan je niet anders dan bedelen. Alles wat gemeenten erbij halen: het zogenaamd verminderen van overlast, het aanpakken van georganiseerde bedelarij of, zoals gemeente Rotterdam stelt: “dakloze mensen die buiten slapen of bedelen hebben vaak óók andere overtredingen begaan.” Dat kan zijn, maar het begaan van bepaalde overtredingen nodigt niet uit om mensen dan maar ook te beboeten voor iets waarvan het EHRM heeft verklaard dat het in strijd is met de mensenrechten.