Dataproductie
“Armoede is veel meer dan alleen je inkomen”
19 mei 2025
Amy Althof
Student premaster Journalistiek en Nieuwe Media (2024-2025)

Volgens het CBS neemt de armoede in Nederland af. Maar met een nieuwe rekenmethode rijst de vraag of armoede écht is verminderd, of dat simpelweg de grenzen zijn verlegd. Klaske Tiemstra, promovendus aan Maastricht University, plaatst vraagtekens bij de cijfers: “Er zijn zoveel aspecten aan armoede die niet worden meegenomen, maar die wel heel belangrijk zijn.”

Begin 2025 meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat het aantal Nederlanders dat in armoede leeft in vijf jaar tijd is gehalveerd. Goed nieuws, zou je denken. Maar die cijfers zijn gebaseerd op een nieuwe meetmethode, ontwikkeld met het Nibud en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). De methode hanteert een aangepaste armoedegrens, waarin naast vaste lasten ook sociale participatie en spaargeld worden meegewogen. Of deze armoedegrens ook de echte situatie weerspiegelt, is nog maar de vraag.

Als je het Klaske Tiemstra vraagt, klopt die halvering van geen kant: “Het halveren van het aantal mensen dat in armoede leeft, heeft veel meer te maken met het verleggen van grenzen dan met de werkelijke economische omstandigheden.” Tiemstra werkt als promovendus aan verschillende projecten die allemaal gerelateerd zijn aan sociaaleconomische gezondheidsachterstanden en participatief onderzoek waarbij ze nauw samenwerkt met mensen die zelf in armoede leven. “Het is frustrerend. Armoede wordt berekend met een inkomensgrens, maar armoede is veel meer dan alleen je inkomen,” aldus Tiemstra.

Hoewel het aantal mensen in armoede volgens de nieuwe meting is gedaald tot 540 duizend, komt dat dus vooral doordat de grenzen zijn verlegd. Met de nieuwe armoedegrens wordt ook gekeken naar vermogen. Hierdoor valt een deel van de mensen met schulden of hoge uitgaven buiten de cijfers, terwijl hun situatie nog steeds ernstig is. De intensiteit van de armoede blijft dus groot. Dat ziet Tiemstra ook: “Hoeveel geld je nodig hebt, verschilt heel erg per persoon. Chronisch zieken hebben bijvoorbeeld hoge zorgkosten en hele andere behoeftes. Alleen inkomen als meetlat gebruiken is geen goede manier om armoede te meten.”

Wat armoede zo hardnekkig maakt, is dat het overgaat op volgende generaties. Tiemstra vertelt over de verschillende wegen van deze intergenerationele overdracht. “Als je ouders minder geld hebben, begin je met een kleiner startkapitaal. Bepaalde investeringen voor je toekomst – zoals studeren of een huis kopen – zijn moeilijker. Je staat eigenlijk al met 1-0 achter.” Ook minder zichtbare factoren spelen mee volgens Tiemstra. Eén daarvan is de leefomgeving. Als je ouders weinig geld hebben gehad, dan groei je vaker op in een leefomgeving die het ook moeilijker maakt. Soms is de omgeving onveilig, of kom je simpelweg minder in aanraking met mensen of instellingen die jou verder kunnen helpen.

Een andere belangrijke factor is de psychosociale ontwikkeling van het kind. “Armoede gaat vaak gepaard met stress en trauma’s. Dat kan zijn door de constante zorgen van je ouders om geldzaken. Maar ook door scheidingen, ruzies vanwege schulden of psychische problemen bij ouders. Dat kan veel stress opleveren bij het kind waardoor ze minder ruimte hebben om te focussen op school of werk,” zo verteld Tiemstra.

Armoede doorbreken is complex, maar niet onmogelijk. Twee factoren die daarbij kunnen helpen maar die vaak over het hoofd worden gezien: sociaal en cultureel kapitaal. “Sociaal kapitaal gaat over je connecties,” zegt Tiemstra. “Ouders met veel connecties kunnen hun kinderen op allerlei manieren helpen. Een beetje het ‘mijn vader kent nog wel een mannetje’-principe.” Cultureel kapitaal is meer gefocust op bepaalde kennis, de promovendus omschrijft het als: “Wereldkennis, tradities en manieren van doen die vaak gekoppeld zijn aan een hoge sociaaleconomische positie.”

Hoe je uit armoede kunt komen is voor iedereen anders. Volgens Tiemstra zijn het vaak persoonlijke keerpunten die een verschil maken, zoals een mentor die in je gelooft, een nieuwe partner of werkplek. Maar volgens haar moeten er eerst randvoorwaarden zijn in de maatschappij die het mogelijk maken om die cyclus te doorbreken. “Zijn er goede sociale vangnetten? Is er goede toegang tot onderwijs en zorg? Is er veel sociale mobiliteit in de maatschappij? Dit zijn allemaal zaken die door de overheid geregeld zouden moeten worden, maar in de praktijk gebeurt dat lang niet altijd,” aldus Tiemstra.

Hoewel de nieuwe rekenmethode van het CBS een daling van de armoede laat zien, blijft armoede in de praktijk een complex probleem. Intergenerationele overdracht maakt het extra moeilijk om eraan te ontsnappen. Toch is verandering mogelijk, mits verschillende partijen daaraan meewerken. Zoals Tiemstra zegt: “Er zijn verschillende dingen op individueel niveau die helpen, maar die zijn wel alleen mogelijk als de maatschappij die kansen ook biedt.”

19 mei 2025 |
Amy Althof
Student premaster Journalistiek en Nieuwe Media (2024-2025)