In april van 1945 kwamen Georgische soldaten in opstand tegen de Duitsers. Op zichzelf niet vreemd in oorlogstijd, maar dat deze opstand op Texel plaatsvond maakt het bijzonder. De Georgiërs, Duitse krijgsgevangenen, waren gelegerd op Texel om de Atlantikwall te beschermen. Toen de commandant Loladze hoorde dat ze naar het front moesten om tegen de geallieerden te vechten kwamen de Georgiërs in opstand. Weken vol geweld volgden. Pas op 20 mei werd Texel definitief door de Canadezen bevrijd, als laatste plek van Europa.
Deze maand is het tachtig jaar geleden. De opstand kostte aan ruim honderd Texelaars het leven. Talloze gebouwen en woonhuizen werden verwoest. Toch is de gebeurtenis buiten Texel relatief onbekend. Hoe wordt de Georgische Opstand vandaag de dag door Texelaars in leven gehouden?
Een levendige herinnering
Volgens Gelein Jansen, Texelaar, oud-voorzitter van de Historische Vereniging Texel en medeoprichter van het Luchtvaart- en Oorlogsmuseum Texel (LOMT) is de herinnering aan de opstand springlevend: ‘Een paar jaar terug is besloten om op 6 april de vlag halfstok te hangen. Dat was nooit eerder gebeurd’.
Jansen: ‘Het is nu het tachtigste jaar sinds de opstand en bevrijding. Dat is een hoogtepunt. Bij de Mok (in het zuiden van Texel, de plaats waar tien willekeurige Texelaars tijdens de opstand door de Duitsers werden omgebracht, red.) vond afgelopen 5 april ook weer de jaarlijkse herdenking plaats.’
Een pijnlijke geschiedenis
Jansen benadrukt hoezeer de opstand nog altijd leeft op het eiland: ‘Toen de Duitsers Den Burg beschoten vielen er 35 doden. Dat had enorme impact. Heel veel mensen hadden dus wel met die opstand te maken gehad’. In de maanden ervoor waren 800 Texelse mannen en jongens afgevoerd om dwangarbeid in Assen te verrichten. Op moment van het uitbreken van de opstand waren zij slechts een paar dagen terug op Texel: het eiland schudde van alle kanten op zijn grondvesten.
Voor veel oudere Texelaars is de herinnering ambivalent en soms ook pijnlijk. Ze zijn kennissen, vrienden en familieleden verloren, hadden te maken met ingekwartierde Georgische of Duitse soldaten tijdens de oorlog of werden anderszins slachtoffer van het geweld. Dat werd soms de Georgiërs óók aangerekend. Desondanks vindt Jansen dat dit verhaal verteld moet worden: ‘Dat gebeurt al op scholen. In een periode van tien jaar heb ik vijf keer een boekje geschreven over de oorlog, voor leerlingen uit groep zeven van de basisschool’. Ook daarbuiten blijken initiatieven omvangrijk: zo komen er nog regelmatig boeken over de opstand uit, verscheen er dit jaar een stripboek over de gebeurtenissen, geeft Jansen regelmatig rondleidingen op plekken van betekenis (bijvoorbeeld Eierland) en blijft het Luchtvaart- en Oorlogsmuseum de aandacht voor de opstand uitbreiden. Jansen: ‘Er is nu meer aandacht en meer toegang tot feiten’.
De rol van de Georgiërs
Ook Georgië speelt een (groeiende) rol in de herdenking. Zo is er een groep Texelaars naar Tbilisi geweest, onder andere om overlevende Georgiërs te spreken. Jansen: ‘Die hebben bij terugkomst allemaal weer een verhaal over wat ze beleefd hebben met die Georgiërs. En dan komen natuurlijk ook de verhalen vanuit de oorlog’. Bij herdenkingen op Texel zijn ook Georgiërs aanwezig, net als vertegenwoordigers van de kerk aldaar.
Die toenadering schuurt af en toe nog altijd. Zo is er laatst een nieuw monument geplaatst op de Georgische begraafplaats, op initiatief van Georgiërs. Het monument verhult het oude Sovjetmonument. ‘En dan was opeens daar het nieuws dat men dat nieuwe monument met zwarte spuitbussen heeft beklad’, aldus Jansen. De vraag hoe om te gaan met de erfenis van de opstand blijft dus gevoelig.
De geschiedenis springlevend
Ook Jansen, zelf vlak na de oorlog geboren, wordt regelmatig persoonlijk geraakt door het verleden: ‘Ik kreeg eens bezoek van een weduwe. Ze gaf mij foto’s en een boekje. Maar ook een pistool. Dat had haar man gebruikt om zich aan te sluiten bij de Georgiërs. Dat is me twee keer in mijn leven gebeurd. Ik ben dus helemaal in dat verhaal ingekapseld’.
En ook al is het dit jaar tachtig jaar geleden, gebeurtenissen als deze Georgische Opstand blijken nu relevanter dan ooit. Jansen: ‘Als we nu naar het nieuws kijken, dan zien we waar mensen toe in staat zijn en hoe gevaarlijk het is om extreme dingen te volgen. Dat hebben we op Texel eerder meegemaakt. En op het moment dat je dus in een oorlog belandt, zoals hier, moeten de overlevenden er voor elkaar zijn.’