Uit recent onderzoek van onderzoeksbureau SCALIQ blijkt dat kinderen met een Arabische naam vaker op een lager schoolniveau worden ingeschaald dan kinderen met een Europese naam. Een herziening op het schooladvies zou een oplossing moeten bieden. Toch is onderadvisering bij kinderen met een migratieachtergrond een blijvend probleem. ‘Omdat mijn moeder de taal minder goed beheerste, dachten ze dat ik het niet zou redden.’
Sinds het schooljaar 2014/2015 wordt het schooladvies van groepachtleerlingen niet alleen op basis van de eindtoets bepaald, maar in eerste instantie op het oordeel van de leerkracht. Voorheen was de toets altijd het uitgangspunt. Maar de eindtoets zou een momentopname zou zijn en niet goed het niveau van een leerling kunnen bepalen. Ook scoorden kinderen met een migratieachtergrond over het algemeen lager op eindtoetsen. In het nieuwe systeem kreeg de leerkracht meer zeggenschap over het schooladvies. Deze hervorming had als doel dat de schooladviezen eerlijker werden.
Zo ook de eenentwintigjarige studente Latifa Saihi. Latifa’s ouders zijn van Tunesische afkomst. Zij kreeg op de basisschool het schooladvies vmbo-kader. ‘Destijds had ik zeker het gevoel dat ik meer aankon dan het advies dat ik kreeg. Ik had een klas overgeslagen op de basisschool en kreeg vaak pluswerk. De eindtoets was slechts een week na de begrafenis van mijn vader. Dat was een enorm zware periode en dat had natuurlijk invloed op mijn concentratie en prestaties.’
Uit cijfers van het CBS blijkt dat kinderen zonder migratieachtergrond iets vaker hetzelfde of lager scoren op de eindtoets (65,3 procent) dan kinderen met een migratieachtergrond (62,7 procent). In deze gevallen is er in principe geen sprake van herziening. Kinderen met een migratieachtergrond scoren dus naar verhouding vaker hoger op de eindtoets in vergelijking met het eerste schooladvies. Als een kind hoger scoort op de eindtoets, kan zij of hij een bijgesteld advies krijgen.
Voor Latifa is het systeem waarbij de leerkracht het schooladvies bepaalt, niet de oplossing geweest. De omstandigheden waarin zij de eindtoets maakten, waren voor haar juf geen reden om haar een hoger schooladvies te geven. ‘Ze zeiden dat mijn vader degene was die goed Nederlands sprak thuis. Omdat mijn moeder de taal minder goed beheerste, dachten ze dat ik het op een hoger niveau niet zou redden.’ Nadat ze het schooladvies te horen kreeg, heeft haar moeder tevergeefs geprobeerd het schooladvies aan te passen. ‘Mijn moeder heeft het uiteindelijk geaccepteerd, ze voelde zich machteloos. Ze sprak de taal niet goed en had het gevoel dat er geen ruimte was om tegen het oordeel van de school in te gaan. Hoewel ze het er niet mee eens was, had ze weinig andere keuze dan akkoord te gaan.’
Uit cijfers van het CBS blijkt dat een opvallend groot deel van de leerlingen dat een herziening op het schooladvies krijgt, een migratieachtergrond heeft. 36,9 procent van de leerlingen die een herziening krijgen, hebben een ander herkomstland dan Nederland. Dit zou erop kunnen duiden dat leerkrachten vaker leerlingen met een migratieachtergrond onderschatten. Ook Latifa voelde zich onbegrepen op haar school: ‘Leerkrachten deden niet de moeite om mijn culturele achtergrond te begrijpen. Mijn afkomst werd vooral gezien als iets afwijkends of een tekortkoming in plaats van iets waardevols. Het voelde daardoor vaak alsof ik er een beetje buiten viel.’
Op de middelbare school stroomde Latifa door en haalde ze uiteindelijk haar vwo-diploma. Inmiddels studeert ze accountancy aan de Nyenrode Business Universiteit en werkt ze parttime bij een accountancykantoor. Latifa vertelt dat het vooral de dingen zijn die niet kwantificeerbaar zijn, zoals het gevoel niet begrepen te worden, die bijdragen aan de kansenongelijkheid. ‘Als je jarenlang onder je niveau presteert, dan doet wat met je zelfvertrouwen.’
Volgens Latifa vergt het veel motivatie om na ervaringen met onderadvisering te blijven doorgaan. ‘Met mij is het op de middelbare school goed gekomen, maar ik weet dat dat niet zo vanzelfsprekend is. Het is niet raar dat je de motivatie verliest als je zo vaak wordt onderschat.’