Beeldverhaal
Flamenco: Hoe een kunstvorm met regels een traditie van rebellie werd
19 februari 2025
Daniel Veelbehr
Student minor Journalistiek en Nieuwe Media 2024-2025

Flamenco was altijd een paradox: een kunstvorm die binnen strikte tradities bleef, maar diepgeworteld was in rebellie. De muziek ontstond bij de buitenstaanders van Spanje—Roma, arbeiders, armen—die hun strijd in ritme goten. Generaties lang was de stijl heilig en onveranderlijk, tot Paco de Lucía de structuren opbrak en de gitaar haar vrijheid gaf. Sindsdien beweegt flamenco zich tussen verleden en toekomst, met één constante: ritme dat gevaarlijker is dan woorden.

Flamenco werd niet geboren in theaters of conservatoria. Het ontstond hier, in de schaduw van de Spaanse geschiedenis, tussen de Roma, Moren en Joden die na de Inquisitie uit steden werden verdreven. Een kunstvorm die niet werd vastgelegd, maar werd doorgegeven—van stem naar stem, van lichaam naar lichaam. Niet om te entertainen, maar om te overleven.
Foto: Carl Curman (1878). Gitano-vrouwen in Andalusië. Zweeds Nationaal Archief.

In de jaren ‘40 en ‘50 presenteerde Francisco Franco flamenco als hét nationale symbool van Spanje—gepolijst, gestileerd, een ansichtkaart voor toeristen. Maar hoe kon een dictatuur die expressie onderdrukte, een kunstvorm promoten die draait om emotie en overgaven? De paradox was compleet: terwijl Franco flamenco aan de wereld verkocht, klonk de echte flamenco ondergronds, in kleine peñas en tabancos. Hier vond je de pure cante jondo (de diepste, rauwste vorm van flamenco), zonder Franco’s censuur.
Foto: Demonstratie tegen Franco in Salamanca, 1937, Biblioteca Virtual de Defensa.

In december 2024 opende in Algeciras het Centro de Interpretación ‘Paco de Lucía’, een eerbetoon aan de man die flamenco voorgoed veranderde. Zijn gitaar verbrak de oude hiërarchie, verliet de achtergrond en nam de leiding. Hij trok jazz en klassieke muziek in de flamenco, tot woede van puristen, maar tot verrukking van een generatie die klaar was om eindelijk écht te luisteren. Nu, elf jaar na zijn dood, krijgt hij een eigen heiligdom.
Foto: Canal Sur, 21 januari 2025.

Toen Franco verdween, bleef er een vacuüm achter. Een Spanje dat zichzelf opnieuw moest uitvinden, een flamenco die moest kiezen tussen traditie en vrijheid. En daar was hij—Paco (1947-2014), met zes snaren die harder spraken dan woorden. ‘Entre Dos Aguas’ was geen revolutie met pamfletten of protestmarsen. Het was iets gevaarlijkers: een nieuw geluid dat niet meer terug de fles in kon.
Video: Paco de Lucía – “Entre Dos Aguas” (Live, TVE, 1976).

Flamenco overleefde onderdrukking, brak open met Paco en bleef sindsdien vechten met zichzelf. Vandaag trekt Rosalía het genre naar pop en elektronica, en de puristen schreeuwen heiligschennis. Maar flamenco is nooit stil blijven staan—de structuren kunnen veranderen, de klanken kunnen vervormen, maar wat blijft, is de duende—die ongrijpbare, rauwe kracht die een artiest tot het uiterste dwingt. Hoe het klinkt, verandert. Wat het betekent, niet.
Foto: “Flamenco” door Alejandro Medina Guzmán, gelicenseerd onder CC BY 2.0. Bron: Flickr.

19 februari 2025 |
Daniel Veelbehr
Student minor Journalistiek en Nieuwe Media 2024-2025