Het aantal meeuwen in Nederlandse steden blijft toenemen. Waarom zoeken ze massaal de stad op, en wat is daaraan te doen? Twee Rotterdammers komen met een originele oplossing.
Iedereen herkent ze wel: de zwart witte vogel die goed van zich laat horen. Je ziet ze steeds vaker in steden. Ze pikken hun weg door zakken met afval en laten daarbij flink wat rotzooi achter. Daarnaast zijn daken van huizen en bedrijven erg in trek bij de vogels. Daar bouwen ze hun nesten, tot grote ergernis van de bewoners. Uit recente tellingen blijkt dat ongeveer 10 procent van de zilvermeeuwen en kleine mantelmeeuwen in steden verblijven.
Een van de redenen waarom meeuwen zich op daken vestigen, is de bedreiging van hun natuurlijke broedgebied. Waar ze normaal nesten bouwen in waterrijke gebieden, zoals de duinen, loert daar nu het gevaar van de vos.
De laatste jaren komen er steeds meer vossen voor. Een van de grootste natuurlijke vijanden van de meeuwen.
Maar dat is niet de enige reden. Zo mogen vissers tegenwoordig hun bijvangsten niet meer overboord gooien. Iets waar de meeuwen maar al te graag van mee snoepte.
Daarom moet de meeuw opzoek naar een nieuwe voedselbron: een patatje hier, stukje kibbeling daar. Het maakt niet uit hoe groot het broodje in je hand is – de meeuw grijpt het zo van achteren met zijn snavel.
Ook in Rotterdam zijn ze helemaal klaar met de meeuwen. Daarom ontwikkelde Aad Nales en Frits Kleyn een robot vos, die ervoor moet zorgen dat de overlast van de meeuwen een stuk minder gaat worden.