Dat de landbouwsector in Oekraïne leidt onder de oorlog, heeft met verschillende factoren te maken. Een van die factoren is het steeds kleiner wordende aantal beschikbare werkkrachten. Sinds het begin van de oorlog zijn er meer dan zes miljoen mensen (van de bijna 44 miljoen) vanuit Oekraïne gevlucht naar andere Europese landen. Hoewel dit aantal voor het grootste gedeelte bestaat uit vrouwen en kinderen, vluchten er ook steeds meer mannen. Dit omdat mannen tussen de 25 en 60 jaar worden opgeroepen om te vechten aan het front. Of ze nu vluchten of vechten, in de landbouw worden de werkkrachten gemist.
“Door de oorlog vallen er nogal wat arbeidskrachten weg,” aldus Frederique Vogel, oprichter en directeur van tuinbouwconsortium ‘Stiyka Ukraina’ (stiyka is Oekraïens voor standvastig). Met haar onderneming organiseert ze onder andere trainingen en webinars om de landbouwkennis binnen de tuinbouwwereld in Oekraïne up-to-date te houden, waarbij ze nu ook een ander deel van de bevolking proberen te betrekken. “Wij zijn ons nu ook echt op vrouwen aan het richten. Dat wij de kennis overdragen op vrouwen, zodat die in ieder geval de kennis kunnen doorzetten in de tuinbouw.”
Exportbeperkingen
Oekraïne is, met jaarlijks meer dan 45 miljoen ton aan graan, een van de grootste graanexporteurs ter wereld. Het merendeel hiervan werd, voor de oorlog, via de Zwarte Zee de wereld over gebracht. Dit werd na de inval onmogelijk gemaakt, waar vooral ontwikkelings- en opkomende landen onder leden. Na onderhandelingen onder begeleiding van Turkije, werd er in de zomer van 2022 een akkoord bereikt om de export van graan en soortgelijke voedselproducten vanuit Oekraïne veilig mogelijk te maken. Deze zogenaamde “graandeal” bleef tot de zomer van 2023 bestaan.
Maar de graandeal was niet het enige exportprobleem van de Oekraïners. Eind vorig jaar zijn de boeren van buurland Polen een maandenlang protest begonnen, waarbij de Poolse import van Oekraïense goederen een van de belangrijke speerpunten was. Door een tijdelijke opheffing van importbeperkingen naar de Europese Unie, kwam er namelijk een grote hoeveelheid Oekraïens graan ook op de Poolse markt terecht. Als reactie hierop blokkeerden Poolse boeren, die door de opheffing hun graan niet meer kwijt konden, de grens met Oekraïne. De blokkades zijn op vandaag, op de dag van publicatie, volledig opgeheven, na nieuwe afspraken tussen de regeringen van Polen en Rusland.
Buitenlandse investeringen
De oorlog tussen Oekraïne en Rusland duurt nu al meer dan twee jaar, en het einde lijkt voor velen nog niet in zicht, zo ook niet voor het bedrijfsleven. Hierdoor wordt er in de tuinbouwsector ook minder geïnvesteerd, zo vertelt Vogel. “Men gaat nou niet voor de lange termijn heel veel investeren, iedereen is heel afwachtend.” De Oekraïense overheid probeert de tuinbouwsector tegemoet te komen in de teruglopende inkomsten, door middel van subsidiefondsen. “Dat helpt boeren natuurlijk enorm om toch dingen op te zetten, want het is niet alleen wat voor de export natuurlijk. Het is ook heel goed om daar inkomsten uit te kunnen genereren.”
Maar niet alleen de Oekraïense overheid probeert de landbouwsector in het land op de been te houden, ook andere landen investeren in projecten in het land. Zo ook de Nederlandse overheid, die met onder andere het subsidieprogramma Ukraine Partnership Facility 25 miljoen euro beschikbaar stelde om samen met Oekraïense bedrijven te werken aan het herstel en de wederopbouw van Oekraïne. Met buiten- en binnenlandse projecten zoals dit wordt geprobeerd om de Oekraïense economie draaiende te houden. “Want het grootste deel van Oekraïne is natuurlijk niet bezet door de Russen. Dus daar kan én moet gewoon de economie doorgaan.”