Ons land doet zijn huiswerk als het gaat om de teruggave van roofkunst aan (joodse) eigenaren of nabestaanden. Dit bleek uit een rapport van afgelopen maart dat de World Jewish Restitution Organisation presenteerde. Volgens het rapport hoort Nederland bij de zeven landen die het meeste onderzoek doen naar deze kunst – afhandig gemaakt door het naziregime – en de meeste teruggaveverzoeken goedkeuren. Hoewel Nederland nu uitblinkt op gebied van de teruggaves, was dit niet altijd al het geval. “Direct na de oorlog lag de focus meer op het Nederlands kunstbezit. Roofkunst moest terug naar Nederland komen, niet per se naar individuele erfgenamen.” Aldus Diederik Oostdijk, onderzoeker oorlogsherinnering aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
We nemen even een stapje terug in de tijd – het is 1943 en Nederland wordt bezet door de nazi’s. Fritz Goodman sluit een deal met Duitse kunsthandelaren om zo, met zijn vrouw, een vrijgeleide te verkrijgen. Deze overeenkomst houdt in dat Fritz Goodman nagenoeg zijn hele collectie overhandigt. Goodman levert zijn eigendommen in bij de nazi-opkopers en wordt opgehaald door een Duitse chauffeur. Echter, deze chauffeur brengt het echtpaar niet naar een zus in Italië, maar naar een concentratiekamp, waar zij worden omgebracht.
Ruimhartiger beoordelingskader
Kleinzoon Simon Goodman onderneemt sinds de jaren 90 actie om de geroofde kunstwerken terug te halen, met toenemend succes. Zo heeft het museum Boijmans Van Beuningen in 2022 zes van hun elf majolicaschalen (zestiende-eeuws aardewerk) teruggegeven. Deze schalen waren ooit onderdeel van zijn grootouders’ collectie en zijn op mysterieuze wijze in het Rotterdamse museum terechtgekomen. Omdat Goodman niet kon bewijzen dat de schalen gestolen waren, werd er overeengekomen dat Boijmans er ook vijf mocht houden. Ruim 80 jaar na de Tweede Wereldoorlog vond dit unieke compromis plaats.
Waarom nu? Deze vraag leggen we Diederik Oostdijk voor. Oostdijk is hoogleraar Engelse literatuur met een specialisatie in oorlogsherinnering. Momenteel doet hij archiefonderzoek omtrent nazi-roofkunst. “In de jaren 40 bestond de organisatie die de zoekgeraakte kunst beheerde (Stichting Nederlands Kunstbezit, SNK) voornamelijk uit museumdirecteuren. Zij wilden bepaalde stukken simpelweg in hun eigen musea tentoonstellen.” Oostdijk legt uit dat er een sociale verschuiving heeft plaatsgevonden ten aanzien van individueel eigendom. Vroeger leken de belangen van musea zwaarder te wegen, tegenwoordig die van de families. “SNK zag in die tijd de ontvreemde kunst echt als Nederlands kunstbezit, als iets van wat ons allemaal was. Het idee dat er achter een kunstwerk leed schuilgaat van een particuliere familie is iets recents.”
Drie jaar terug formuleerde de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ook een nieuwe en ruimhartigere manier van beoordelen van eventuele restituties. De kern hiervan is als volgt: wanneer het voldoende aannemelijk is dat het gaat om afhandig gemaakte kunst en de erfgenamen zich hebben gemeld, dan moet er sowieso een teruggave plaatsvinden. Geen bonnetjes, geen bureaucratie. Binnen dit kader kon ook de afspraak ontstaan tussen de familie Goodman en het Boijmans. Oostdijk: “Niemand is helemaal tevreden met het compromis. Maar binnen Nederlands restitutiebeleid is dit wel revolutionair.” Het zijn dit soort acties waarnaar de World Jewish Restitution Organisation verwijst wanneer ze Nederland neerzetten als een voorbeeld.
Zorgvuldig doorgaan
Toch roept de onderzoeker op om wel zorgvuldig te blijven wanneer we het hebben over restitutie. Hij vraagt zich af of het in alle gevallen rechtvaardig is het kunstwerk halsoverkop te restitueren. “Musea voelen zich soms zo onder druk gezet om het kunstwerk weg te doen, als er ook maar een zweem omheen hangt dat het eventueel een dubieus verleden kan hebben.” Daarbij legt hij ook uit dat niet alle kunst binnen dit debat automatisch onder de noemer roofkunst valt. Soms hebben families hun kunst zonder dwang verkocht om te kunnen ontsnappen of om andere redenen.
Oostdijk benadrukt dat ieder verhaal anders is en dat de restituering een complex proces blijft. Toch hoopt hij dat er nog veel families geholpen kunnen worden in de toekomst. Nu wordt er nog veel kunst met verdachte herkomst opgeslagen in het depot van de SNK. Oostdijk ziet uit naar een publieke openstelling van dit depot, zodat onderzoek naar verloren kunstwerken kan blijven voortbestaan. “Ik zou het zo mooi vinden als we nog een aantal van die verhalen kunnen oplossen voor families. Met een beetje geluk en diepgravend onderzoek gaat dit vast lukken.”