Het jaar is 2014, voor het in de geschiedenis staat er een transgender actrice, Laverne Cox, op de cover van het prestigieuze Amerikaanse tijdschrift Time magazine. In een interview met Cox wordt gesproken van ‘The Transgender Tipping Point’, een wereldwijde omslag in de zichtbaarheid, sociale acceptatie en gelijkheid van de transgemeenschap. Tegenwoordig wordt diezelfde gemeenschap online overspoeld met haatberichten. Hoe komt het dat in het afgelopen decennium, tien jaar na het zogenaamde ‘Transgender Tipping Point’, de publieke opinie zo is omgeslagen?
In de jaren na 2014 leek het steeds beter te worden voor trans en non-binaire mensen in Nederland. Dat jaar werd de verplichting tot sterilisatie bij geslachtsverandering opgeheven. Daarnaast werden genderneutrale aanspreekvormen steeds normaler, zo begon de NS in 2017 met het gebruik van ‘beste reizigers’ in plaats van ‘dames en heren’. Het jaar daarna kreeg de eerste Nederlander een X in het paspoort bij diens geslacht. In 2021 zat er zelfs voor het eerst een trans politica in de Tweede Kamer. Het is rondom dat jaar dat de omslag in de publieke opinie duidelijk werd. De Groene Amsterdammer publiceerde eind 2023 cijfers die toonden dat de hoeveelheid online haatberichten was vertienvoudigd tussen 2020 en 2023. In maart van dit jaar publiceerde het CBS cijfers waaruit blijkt dat non-binaire personen tien keer vaker online bedreigd of geïntimideerd worden dan andere bevolkingsgroepen.
“Ik heb persoonlijk nooit echt online haat gekregen, voor mijn gevoel” vertelt Maart Duisterwinkel, een 20-jarige non-binaire student uit Leiden. “Mijn sociale media zijn privé, dus dat is een veilige omgeving, maar ik merk wel dat er veel online haat is in het publieke debat. Tijdens, bijvoorbeeld, de laatste Tweede Kamerverkiezingen ging Thierry Baudet in gesprek met een non-binaire kiezer. Daar kwamen veel homofobe reacties op. Aan de andere kant denk ik dat er in de afgelopen jaren steeds meer mensen begrijpen wat het precies inhoudt om trans of non-binair te zijn en dat er daardoor ook steeds meer acceptatie is. Ik heb in ieder geval nooit iemand ontmoet die mijn identiteit niet heeft geaccepteerd.”
Op het eerste gezicht lijkt die maatschappelijke acceptatie ook steeds meer te groeien. Zo tonen de meest recente peilingen van het SCP over ‘Opvattingen over seksuele en genderdiversiteit in Nederland en Europa’ dat een meerderheid van de Nederlanders positief staat tegenover genderdiversiteit en dat die meerderheid groeit. In 2018 en 2022 was die meerderheid respectievelijk 57% en 60%, terwijl er in 2012 nog helemaal geen meerderheid was, maar dat percentage rond de 40% lag.
Oppervlakkige acceptatie
Toch vallen er kanttekeningen te plaatsen bij dit positieve beeld. Zo scoort de transgender gemeenschap op het gebied van maatschappelijke acceptatie consistent lager dan de rest van de queer gemeenschap. Ook is het nog maar de vraag of deze positieve houding verder gaat dan alleen in naam. Zo zegt bijna een derde van de Nederlanders aanstoot te nemen aan zichtbare vormen van seksuele diversiteit zoals koppels van hetzelfde geslacht die in het openbaar hand in hand lopen of zoenen. Daarover schreef Linda Duits, wetenschapper op het gebied van gender en seksualiteit, vorig jaar al in het Parool: “Afkeer van lhbtq’s is in Nederland nooit weggeweest, hooguit was hij de afgelopen twee decennia toegedekt. Nieuw is dat mensen er zo doelmatig toe worden opgejut.”
Wie zijn deze mensen dan, hoe worden ze opgejut en waarom nu? De bron van haatberichten lijkt een verzameling van rechts-conservatieve groepen te zijn. Neem bijvoorbeeld de protesten in 2023 in Leiden en Rotterdam tegen dragqueens die voorlezen aan kinderen. Protesterende tegenstanders kunnen ruwweg worden onderverdeeld in drie categorieën. Allereerst zijn er politieke bewegingen, zoals de jongerentak van FVD. Daarnaast zijn er activisten als de Roze Leeuw, een homobelangenorganisatie die opkomt voor conservatieve waarden en Voorpost, een extreemrechtse actiegroep. Als laatste zijn er nog religieuze organisaties zoals Civitas Christiana. Al deze groepen hebben het gevoel dat hun waarden onder druk staan met de veronderstelde opkomst en toenemende acceptatie van de trans en non-binaire gemeenschap. Hun verzet wordt daarom steeds intenser.
De ‘genderideologie’
Deze groepen zijn in aantallen niet zo groot, maar ze gebruiken online platforms en sociale media om een groot publiek te bereiken. Voornamelijk door het verspreiden van desinformatie en complottheorieën over een zogenaamde ‘genderideologie’. En met succes: mensen die overtuigd raken van die complottheorie voelen zich geroepen om hun woede op de transgemeenschap te richten. Zo kregen deze groepen het in 2023 voor elkaar om Pim Lammers, schrijver van het gedicht voor de Kinderboekenweek, zich terug te laten trekken. Lammers werd online beschuldigd van pedofilie en zou aanhanger zijn van deze ‘genderideologie’. Hij werd vervolgens overspoeld met haatberichten en doodsbedreigingen.
Het is deze complottheorie rondom genderdiversiteit die Judith Butler, Amerikaanse filosoof en schrijver, uiteenzet in hun nieuwste boek ‘Wie is er bang voor gender?’ Butler beschrijft hoe desinformatie omtrent geslacht, de transgemeenschap wegzet als gevaar voor traditionele families, de maatschappij en met name jonge kinderen. Zo wordt een moderne complottheorie verweven met een traditioneel homofoob stereotype die stelt dat homoseksualiteit gelijkstaat aan pedofilie. En het is dit gedachtegoed dat is terug te zien in de haatberichten van de ‘anti-gender’ beweging.
Geloof in dergelijke complottheorieën is niet nieuw, maar sinds COVID lijken aanhangers een hernieuwde intensiteit te hebben. Pools onderzoek laat zien dat wantrouwen toenam onder de bevolking tegen de overheid en gevestigde instituties als gevolg van verspreiding van complottheorieën door het uitbreken van de pandemie. Het is dan ook in 2020 dat de hoeveelheid online haatberichten voornamelijk begon te groeien. Ook komen steeds vaker narratieven voor in die berichten over ‘opgedrongen agenda’s, blijkt uit de cijfers van de Groene Amsterdammer. Zo leidt het verspreiden van desinformatie door conservatieve groeperingen ertoe dat een groot publiek haatberichten naar trans en non-binaire mensen stuurt. De toekomst is onzeker en dat weet Maart ook: “Ik denk dat de haat richting de gemeenschap agressiever gaat worden. Ik hoop daarom ook dat de acceptatie van de queer gemeenschap nog meer toe gaat nemen in de komende jaren. Ik merk in ieder geval dat steeds meer mensen vrijer durven te zijn met hun genderexpressie en ik hoop dat de community alleen maar sterker wordt.”