Achtergrond met tijdlijn
Hoe de nieuwe Transgenderwet steeds verder uit zicht raakt
15 april 2024
Renée Smeets
Student pre-master Journalistiek en Nieuwe Media (2023/2024).

In 2019 leek het een zekerheid: een Kamermeerderheid voor versoepeling van de Transgenderwet. Toch belandde het wetsvoorstel in de ijskast van politiek Den Haag en namen negatieve beeldvorming en desinformatie over de transgendergemeenschap de overhand. Vijf jaar later is de situatie rondom het wetsvoorstel daarmee compleet gedraaid.

Sinds 1985 is het mogelijk om het geslacht te veranderen in het paspoort en de geboorteakte. Daarvoor golden twee voorwaarden: je moest een geslachtsaanpassende operatie hebben ondergaan en gesteriliseerd zijn. In 2014 vervielen deze eisen en sindsdien is enkel een deskundigenverklaring nodig waarin een arts of psycholoog verklaart dat er sprake is van een ‘duurzame overtuiging’ om van geslacht te veranderen.

Die deskundigenverklaring was de afgelopen jaren onderwerp van discussie. ‘’De belangenorganisaties vinden die verklaring vernederend en betuttelend. Trans en intersekse personen weten zelf prima wie ze zijn’’, benadrukt Transgender Netwerk op haar website. Een evaluatie van de Transgenderwet in 2019 schepte hoop voor de transgendergemeenschap: de Tweede Kamer stond positief tegenover afschaffing van de deskundigenverklaring. Oud-minister Sander Dekker (VVD) maakte daarom een wetsvoorstel dat hiervoor pleit. 

Maatschappelijk debat
Met een vrijwel zekere Kamermeerderheid zag het er gunstig uit voor dit wetsvoorstel. Totdat begin 2020 het sentiment omsloeg: het voorstel werd het middelpunt van een fel maatschappelijke debat. ‘’Wijziging Transgenderwet brengt de veiligheid van vrouwen in gevaar’’ kopt het opiniestuk in Trouw van Caroline Franssen, oprichtster van Voorzij, een stichting die opkomt voor vrouwenrechten. Sinds dit artikel zijn meerdere tegenstanders van het voorstel te vinden in de media.

Een stroom columns verschijnt over hoe de nieuwe Transgenderwet een inbreuk op vrouwenrechten is. Daarnaast organiseert Gendertwijfel een protestmanifest met het argument dat veel kinderen met genderdysforie daar overheen groeien. ‘’Er gaat veel aandacht naar spookbeelden’’, stelt Transgender Netwerk op haar website

Geen bewijs
Het College voor de Rechten van de Mens benadrukt dat er geen verband is tussen een toename van geweld richting vrouwen en afschaffing van deskundigenverklaringen. Wetenschappelijk bewijs hiervoor is er namelijk niet. Daarnaast blijkt uit cijfers van Amerikaans en Nederlands onderzoek dat spijt na medische– en sociale transities zeldzaam is, wat niet rijmt met de stelling dat veel jongeren over genderdysforie heen groeien. Toch sloegen sinds deze mediastorm ook in de Tweede Kamer twijfels toe.

Dit toont de invloed van desinformatie in de samenleving. Tom van Rooijen is freelance educator op het gebied van mediawijsheid: ‘’Desinformatie kan invloed hebben op politieke situaties en daardoor beleid veranderen.’’ Desinformatie heeft namelijk de kracht om beeldvorming rondom bijvoorbeeld de transgendergemeenschap te beïnvloeden. Van Rooijen: ‘’Makers van desinformatie hebben doorgaans twee doelen: geld verdienen of beïnvloeding. In dit geval is het waarschijnlijk beïnvloeding, waarbij mensen doelbewust de publieke opinie proberen te sturen.’’

Invloed publieke opinie
Dat desinformatie een grote invloed heeft op de publieke opinie, heeft te maken met verschillende technieken die hieraan ten grondslag liggen, legt Van Rooijen uit. Allereerst speelt desinformatie in op emoties: ‘’Ik kan me voorstellen dat mensen in dit geval inspelen op angst, door bijvoorbeeld te zeggen dat je kind te maken kan krijgen met geweld.’’ Daarnaast focust desinformatie zich op polarisatie: ‘’Dan vergroten mensen het beeld dat transgender personen ‘gender gekkies’ zijn: wij tegenover zij.’’

Een andere techniek is vermomming, waarbij mensen zich wetenschappelijker voordoen dan ze zijn: ‘’Dat kan bijvoorbeeld door waardeloze onderzoeken te presenteren, onderzoeken uit een verband te trekken of slechts één casus aan te halen van een transgender persoon die spijt heeft na een transitie.’’ Door deze vermomming komt iemand belezen over: ‘’Mensen hebben vaak weinig tijd om dit soort claims te factchecken en dan is er toch een zaadje geplant voor een bepaalde denkwijze’’, aldus Van Rooijen.

Sinds de mediastorm vol desinformatie is het proces rondom de nieuwe Transgenderwet gekenmerkt door uitstel. Door de aangenomen motie van NSC en SGP, die pleit voor intrekking van het wetsvoorstel, lijkt invoering van de vernieuwde wet verder weg dan ooit. Toch negeert het kabinet de motie en is het afwachten hoe de situatie zich verder ontwikkelt. Hetzelfde geldt voor desinformatie op dit gebied, volgens Van Rooijen: ‘’Desinformatie kunnen we namelijk niet tegenhouden. Maar ik geloof heilig dat de oplossing ligt bij voorlichting over hoe je het herkent. Wees alert op technieken die makers inzetten om je te beïnvloeden.’’

15 april 2024 |
Renée Smeets
Student pre-master Journalistiek en Nieuwe Media (2023/2024).