Een zwarte bladzijde in de geschiedenis van Japan, dat was 11 maart 2011. Op deze dag ontstond er een aardbeving bij de kust van Noord-Oost Japan [van Aomori, Iwate, Miyagi, Fukishima]. Met een kracht van 9.1 magnitude was dit een van de krachtigste aardbevingen ooit gerapporteerd in Japan.
De aardbeving veroorzaakte ernstige verwoesting aan de infrastructuur in het land. Dertig minuten later volgde een tsunami, met een gemiddelde hoogte van 9.3 meter die het Japanse eiland trof. Door de aardbeving werd het electriciteitsnetwerk van de kernreactoren in Fukushima geraakt, door de vloedgolf viel het back-up systeem in de kelder van de reactoren uit, waardoor de verkoeling van de kernreactoren stil stond. Dit leidde tot een hydrogen explosion, een brand, en een explosie in drie verschillende kernreactoren.
Op 4 april 2023 publiceerde het NOS een artikel waarin TEPCO, het Japanse energiebedrijf, opnieuw en verder onderzoek zou doen naar de situatie rondom de kerncentrale. Nieuwe beelden brachten twijfels over de veiligheid van de constructie van de centrale naar voren. TEPCO heeft namelijk een robot gestuurd om de situatie te bekijken. De beelden laten zien dat de betonnen draagconstructie van de centrale (van 120 centimeter dik) zwaar beschadigd is. Daarbij laten de beelden veel puin zien, die vermoedelijk, 10 jaar na dato, nog steeds radioactief zijn.
De oorzaak van de ramp
Kort na de ramp, is er door het Fukushia nuclear accident independent investigation commission, een rapport omtrent de oorzaak uitgebracht. Naar aanleiding van deze uitspraak zijn er maatregelen getroffen. Het resultaat van het onderzoek stelt vast dat de structuur van de kerncentrale niet bestand was tegen de gevolgen van de aardbeving en de tsunami. Daarbij was de kerncentrale niet voorbereid op een ernstig ongeluk. Ondanks het feit dat TEPCO en de regelgevende instanties bewust waren van het risico van dergelijke natuurrampen, waren er geen preventieve maatregelen ondernomen. De uiteindelijke conclusie van deze onafhankelijke commissie: het was gebrek aan voorbereiding dat leidde tot de ernst van dit ongeluk.
Dr. Aya Ezawa, universitair docent Modern Japan Studies en verbonden aan het Instituut voor Regiostudies als socioloog, reageert op de uitspraak van deze onafhankelijke commissie. ‘Om de 30 jaar maakt het noord oosten van Japan een grote aardbeving en een tsunami van grote schaal mee. Dat is geen verrassing meer. Dit wetende was de kernreactor niet op een zodanige manier ingericht om een groot aardbeving te weerstaan, en waren ook niet de nodige voorbereidingen getroffen om met een noodsituatie om te gaan.’
Gebrek aan voorbereiding
Na de ramp van Fukushima hebben tal van onderzoekers de oorzaak van de escalatie onderzocht. Er wordt gesuggereerd dat de omvang van de verwoesting en de impact van deze ramp niet alleen het gevolg waren van de natuurverschijnselen, maar ook van menselijke handelingen. Verschillende onderzoeken, zoals dat van Funabashi & Kitazawa (2012), hebben betoogd dat TEPCO de medewerkers beter had moeten voorbereiden op risicosituaties zoals aardbevingen en tsunami’s. Bovendien waren de topmanagers van TEPCO niet aanwezig op kantoor op het cruciale moment van de ramp.
In het artikel ‘Disaster Made in Japan’ van Claremont wordt onderzoek gedaan naar de oorzaken van het ongeval met de Fukushima Dai ichi-kerncentrale. Uit dit onderzoek blijkt dat er aanzienlijke tekortkomingen waren in de nucleaire industrie, met name bij TEPCO. Er was een groeiende publieke oppositie tegen kernenergie en een aanzienlijke invloed op het nucleaire beleid van Japan.
Of het nou echt een kwestie van gebrek aan voorbereiding is, daar twijfelt Dr. Ezawa aan. Ze vertelt dat Japan, op dit moment, het enige land is met een zeer hoge seismische activiteit die ervoor kiest om te werken met kerncentrales en nucleaire energie. Het is dan eerder de vraag of het verantwoordelijk is om kernreactoren neer te zetten in een hoog risicogebied voor aardbevingen.