Het Nederlandse voortgezet onderwijs kent een lange geschiedenis van hervormingen. Van de eerste onderwijswetten in de 19e eeuw tot recente veranderingen met betrekking tot digitale geletterdheid en burgerschap. Hoewel het onderwijs vaak verandert, blijft de manier van lesgeven onveranderd. “Het gros van de lessen is traditioneel, daarmee kom je niet tegemoet aan individuele leerbehoeften”, aldus Mark Zorn (interim adjunct-directeur ISW Gasthuislaan).
Verleden tot heden
De invulling van het voorgezet onderwijs in Nederland is door de jaren heen regelmatig vernieuwd. “Sinds begin vorige eeuw veranderde het voortgezet onderwijs steeds meer van elite-onderwijs naar onderwijs voor velen”, schrijft het Centraal Bureau voor de Statistiek. In de 19e eeuw kwam het voortgezet onderwijs tot stand. Na de praktisch gerichte mulo (meer uitgebreid lager onderwijs) werd de meer theoretische hbs (hogereburgerschool) opgericht. Dit maakte voor het eerst verschillende studiepaden mogelijk binnen het voortgezet onderwijs. De zogenoemde Mammoetwet zette het onderwijs pas echt op zijn kop. Deze wet introduceerde een nieuw model voor het voortgezet onderwijs, bestaande uit de mavo, havo en vwo. Het onderscheid tussen verschillende schooltypen vervaagde en er kwam een systeem van brugklassen. Dit komt al erg in de buurt van hoe we het schoolsysteem nu kennen.
Kerndoelen
Sinds 2006 zijn er 58 kerndoelen die richting geven aan de inhoud van het voortgezet onderwijs. Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) neemt de kerndoelen onderhanden omdat “de huidige kerndoelen niet actueel en ruim geformuleerd zijn. Dit geeft onduidelijkheid bij leraren over wat moet en mag en leidt tot werkdruk en overladenheid. Met concrete en actuele kerndoelen kunnen we leerlingen voorbereiden op het vervolgonderwijs en hun plek in de maatschappij”. In september 2023 bracht SLO de concepten van de aangepaste kerndoelen voor Nederlands en rekenen en wiskunde naar buiten. Na de wet voor burgerschap en sociale cohesie in 2021 streeft SLO dit jaar naar nieuwe kerndoelen over burgerschap en digitale geletterdheid. Een concept hiervan staat al online.
Individuele leerbehoeften
Inhoudelijk verandert het onderwijs regelmatig, maar volgens Mark Zorn is er nog veel werk aan de winkel. Zorn is interim adjunct-directeur op het ISW Gasthuislaan en werkt sinds 1980 in het onderwijs. “Het onderwijs moet meer veranderen, ook om het lerarentekort op te lossen. We gebruiken nog steeds het oude model waarin een docent een uur lang doorjakkert met klassen van dertig leerlingen. Het past niet meer bij deze tijd”. Maar hoe het dan wel ingericht moet worden? Volgens Zorn is het belangrijk dat de manier van lesgeven verandert, “het gros van de lessen is traditioneel, daarmee kom je niet tegemoet aan individuele leerbehoeften. Iedere leerling heeft een eigen leerstijl, maar iedereen moet dezelfde les volgen, we smijten hier 1100 leerlingen door de molen die maar één smaak kent”.
Terwijl we terugkijken op de reis die het voortgezet onderwijs heeft afgelegd, brengt de toekomst van het onderwijs nog veel uitdagingen en kansen met zich mee. De samenleving en het onderwijs zijn in beweging, hoe de tijdlijn verder gaat, zal de toekomst uitwijzen. Als het aan Zorn ligt wordt de manier van lesgeven aangepakt. Maar eerst worden de nieuwe kerndoelen voor burgerschap en digitale geletterdheid in de praktijk gebracht.