Het aantal internationale studenten dat in Nederland een studie komt doen stijgt al jaren fors, zo blijkt uit cijfers van het CBS. Vorig jaar waren het er al meer dan honderdduizend. Demissionair minister Dijkgraaf van Onderwijs kwam dit jaar met maatregelen om het aantal internationale studenten te verminderen en zo ook de woningcrisis onder studenten tegen te gaan.
Doordat er de laatste jaren toename is van internationale studenten die in Nederland gaan studeren, wordt het voor Nederlandse studenten steeds moeilijker een betaalbare kamer te vinden. Kamers zijn sowieso al schaars, maar voor Nederlandse studenten wordt de schaarste steeds groter omdat steeds meer internationale studenten de kamers bezet houden. De laatste jaren is er dan ook een stijging te zien in het aantal uitwonende internationale studenten, terwijl het aantal uitwonende Nederlandse studenten juist daalt. Vooral in de grote studentensteden zoals Delft, Leiden en Rotterdam is het bijna onmogelijk om op kamers te gaan, blijkt uit de Landelijke monitor studentenhuisvesting van 2023.
Om dit probleem op te lossen, had minister Dijkgraaf vorig jaar al concretere maatregelen voorgesteld. Zo wil hij meer Nederlandse taal binnen opleidingen zodat internationale studenten Nederlands moeten leren als ze hier willen studeren. Spreken ze de taal niet? Dan zijn ze niet meer welkom bij bepaalde studies. Ook wil hij numerus fixus gerichter in gaan zetten, door bijvoorbeeld een beperkt aantal studenten toe te laten bij een anderstalig traject van een bepaalde opleiding. De minister wil wel maatwerk bieden voor bijvoorbeeld universiteiten in grensgebieden die juist gericht zijn op internationaal bereik, zodat zij wel internationale studenten kunnen blijven aannemen. Universiteiten door heel Nederland zeggen dat ze de maatregelen nu zelf ook daadwerkelijk gaan inzetten.
Witold Kamphorst (19), student natuur- en sterrenkunde aan de Universiteit van Leiden, is zelf slachtoffer van de kamercrisis. Momenteel onderhuurt hij een kamer. Intussen is hij al anderhalf jaar op zoek naar een vaste kamer, maar zonder veel succes. ‘Het is demotiverend om te zien hoe moeilijk het is om iets te vinden. En als je dan wel weer een nieuwe website vindt, dan reageren de verhuurders niet, of is er weer een hele lange wachtrij.’ Hij heeft al twee keer een kamer ondergehuurd, maar dat is ook niet ideaal: ‘Onderhuur is maar tijdelijk, dus nu blijft er onzekerheid. Steeds is er die vraag: vindt ik weer iets? Waarschijnlijk niet. Dat is gewoon een hele nare situatie.’
Witold is niet de enige die al lang op zoek is naar een kamer. De wachtrijen op kamerwebsites, bijvoorbeeld room.nl, zijn ellenlang. Sommige wachtrijen duren zelfs langer dan de gemiddelde studie (bijvoorbeeld 5,3 jaar in Leiden). Het is dus ook niet gek dat het veel studenten niet tijdig lukt een kamer te vinden. In het jaar 2019-2020 daalde het kamertekort tijdelijk, omdat veel internationale studenten en expats vertrokken of niet naar Nederland kwamen vanwege de coronacrisis. Maar helaas is hiermee het tekort aan studentenkamers niet opgelost, want de jaren na de crisis stegen de tekorten weer.
Witold heeft gemengde gevoelens over de maatregelen van minister Dijkgraaf. Hij zegt dat hij het ondanks de kamercrisis alsnog belangrijk vindt dat er wel Engelstalige opleidingen blijven bestaan, vooral bij internationale wetenschap zoals de zijne, natuurkunde. ‘De kwaliteit van de opleidingen moet behouden blijven.’ Hij denkt wel dat het plan zal zorgen dat er meer kamers vrijkomen voor Nederlandse studenten: ‘Die internationale studenten moeten dan Nederlands gaan leren of ergens anders gaan studeren, en dan wordt het dus eerder dat tweede.’ Of de maatregelen voor hem persoonlijk uit gaat maken, vindt hij nog lastig te zeggen: ‘Als de plannen pas over een aantal jaar ingaan, heb ik er persoonlijk niet meer zoveel aan. Maar als ze snel genoeg in werking treden, is er extra hoop voor mijn zoektocht.’