Spanje, Turkije en Griekenland. Dat zijn de landen waar wij als Nederlanders graag naar toe vliegen. Dit blijkt uit het onderzoek De Vliegende Hollander van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid. Tegelijkertijd maken we ons wel steeds meer zorgen over het klimaat en kreeg vliegschaamte in 2017 zelfs de nominatie Van Dale-woord van het jaar. Waarom blijft vliegen dan zo aantrekkelijk zelfs ten tijde van klimaatverandering?
We zijn ons steeds bewuster van de gevolgen van klimaatverandering. 93 procent van de Nederlanders van 18 jaar of ouder denkt dat het klimaat aan het veranderen is. Het deel dat zich zorgen maakt voor toekomstige generaties steeg licht van 31 procent in 2020 naar 34 procent in 2023, zo blijkt uit cijfers van het CBS. Mensen zijn zich steeds bewuster van hun gedrag en de impact op het klimaat. Ook doen grote sectoren als de industrie en de luchtvaart volgens de Nederlandse bevolking te weinig aan klimaatverandering.
Toch lijkt dit toenemende bewustzijn nog niet helemaal in het vlieggedrag van mensen terug te komen. Zo pakten in 2023 meer mensen het vliegtuig dan in 2022. Vliegschaamte lijkt dus ook nog niet veel impact te hebben op het vlieggedrag van de Nederlandse bevolking.
Zo reisden in 2023 71,3 miljoen passagiers via Nederlandse luchthavens. Niet verrassend reisde het overgrote deel van deze mensen via Schiphol. De rest van de reizigers kwam aan of vertrok van één van de vier andere nationale luchthavens. Dat is ruim 16 procent meer dan een jaar eerder, maar nog altijd minder dan in 2019, voor de coronapandemie.
Ook het aantal vliegbewegingen is weer bijna op hetzelfde niveau als voor de Coronapandemie. In 2023 ging het dan om iets meer dan 600 duizend vliegbewegingen in Nederland. Dat blijkt uit cijfers van het CBS. Fors meer mensen vliegen dus weer!
Niet verrassend is dan ook het feit dat ook de CO2-uitstoot weer een stijgende lijn laat zien. Dit in combinatie met het toenemende bewustzijn over klimaatverandering zou er dan logischerwijs voor moeten zorgen dat mensen minder gaan vliegen. Maar dit is dus niet zo. Waarom blijft die verleiding voor vliegen zo aanwezig, zelfs ten tijde van klimaatverandering?
Filosoof Gerrit Schaafsma, promovendus bij de afdeling filosofie aan de Universiteit van Amsterdam, onderzoekt klimaatverandering en burgerlijke ongehoorzaamheid. Hij vertelde ons: ‘Mensen geloven dat ze het recht hebben om te vliegen. Sterker nog, ze geloven dat het hun recht is om op vakantie te gaan naar een zonnige bestemming.’
Tegelijkertijd bestaat er een spanning tussen waar we denken recht op te hebben en wat we vinden dat we zouden moeten doen. 'Er wordt ons voortdurend verteld dat we moeten nadenken over onze ecologische voetafdruk of dat we meer moeten recyclen', aldus Schaafsma.
Daarnaast bepalen andere factoren vlieggedrag. Zo is eerdere vliegervaring als kind van invloed op de keuze om minder vervuilende reisalternatieven te kiezen. Wanneer je als kind vaker vloog, vlieg je nu ook vaker. Ook is de perceptie van de sociale norm van belang, zo blijkt uit hetzelfde rapport van het kennisinstituut. 'Als mensen het idee hebben dat anderen in hun sociale omgeving in het vliegtuig stappen, vinden ze het moeilijker om te minderen.’ Dit blijkt uit het rapport van het kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid.
Uit het achtergrondrapport ‘Klimaatbesef en minder vliegen?’ van het kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid blijkt dat de individuele consument zelf maar beperkt zijn gedrag vrijwillig verandert. ‘Indien de overheid meer beleidsmaatregelen neemt, zoals beprijzing van de luchtvaart en beperking van de capaciteit op luchthavens, kan dat direct bijdragen aan de klimaatdoelen en indirect aan het beeld dat de overheid verantwoordelijkheid neemt.’ Schaafsma zegt in zijn thesis ook dat mensen pas hun gedrag gaan aanpassen wanneer hun bestaan echt wordt bedreigd.
Volgens Schaafsma ligt de oplossing voor het veranderen van onze 'levenswijze' en het aanpakken van het klimaat dan ook bij politieke mobilisatie. 'Het opleggen van belastingen vereist een politiek die de huidige structuren uitdaagt die het soort leven dat we leiden mogelijk maakt. Mijn hoop is dan ook dat gevoelens als vluchtschaamte kunnen worden gekanaliseerd in politieke actie die zal helpen het soort structurele transformatie tot stand te brengen dat we nodig hebben'.