Dit is waarom de rechterlijke macht dreigt te staken
13 maart 2023
Jeltje Lunsingh Scheurleer
Student minor Journalistiek en Nieuwe Media

Staken, staken en nog eens staken: we kunnen er niet omheen. Vakbonden eisen betere werkomstandigheden. Zo dreigt ook de vakbond voor rechters en officieren van justitie met een staking. Een staking van de rechterlijke macht heeft nog nooit plaatsgevonden in Nederland, maar voor alles kan een eerste keer zijn.

Minister Weerwind voor Rechtsbescherming werd in februari een ultimatum voorgelegd: als hij vóór 10 maart niet in zou gaan op de eisen van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVnR), dan kon hij een staking van de rechterlijke macht verwachten. Afgelopen donderdag, 9 maart kwam hij met een reactie: Weerwind wil stakingen voorkomen en gaat deels in op de eisen voor een betere cao.

De bond ziet een aantal problemen: allereerst zou minister Weerwind de onkostenvergoeding die inmiddels 30 jaar werd verstrekt willen afschaffen. Hier is hij 9 maart op teruggekomen. Waar Weerwind niet in mee gaat, zijn de hogere lonen die de NVvR eist. Bovendien eist de vakbond dat er een oplossing komt voor de toenemende bedreigingen, de hoge werkdruk en grote personeelstekorten. “We vragen daar voortdurend aandacht voor en het probleem wordt alleen maar groter. De rek is eruit”, vertelt voorzitter Marc Fierstra tegen de NOS.

Maar wat zeggen de cijfers uit het jaarverslag van de Rechtspraak uit 2021? Is de rek er echt uit?

Zoals in de tabel te zien is lag in afgelopen jaren, op het jaar 2020 na, het aantal uitstromende zaken hoger dan het aantal zaken dan binnenkwam. Dit kan erop duiden dat alle zaken wel in behandeling worden genomen en hier daadwerkelijk genoeg tijd voor is. Toch ligt dit ietwat genuanceerder. Bij het aantal afgehandelde zaken zitten namelijk zaken die geseponeerd zijn, omdat ze te oud zijn om nog behandeld te worden. In 2021 zijn er 11% meer zaken geseponeerd het jaar ervoor. Hoe is dit cijfer te verklaren?

Volgens de NVvR is er een tekort van 800 rechters en 200 officieren. Door het tekort zijn veel zaken te oud geworden om nog behandeld te mogen worden. Je raadt het al: dat gooit het aantal afgehandelde zaken wel wat meer omhoog.

In 2019 hebben het OM, de politie en de rechtspraak afgesproken om de doorlooptijden te verkorten. In het jaarverslag van het OM staat de reden om de tijden verkorten beschreven:

“Te lange doorlooptijden zijn onwenselijk, omdat zij tekortdoen aan het belang van slachtoffers van misdrijven en het recht van verdachten op berechting binnen een redelijke termijn.”

We hebben dus te maken aan de ene kant het doel om de doorlooptijden te verkorten, en aan de andere kant een te lage zittingscapaciteit. Bij de afspraken in 2019 zijn bepaalde normen gesteld en deze zijn niet gehaald. Voorbeelden van niet behaalde normen zijn: 14 procent van verkeerszaken is binnen één jaar afgehandeld, terwijl de norm op 80 procent ligt. Binnen de categorie zedenzaken is 33 procent binnen één half jaar behandeld terwijl dit ook 80 procent moest zijn.

Er moet dus druk van de ketel. Dit kan door een stijgende lijn in de hoeveelheid instroom van rechterlijke ambtenaren, ofwel officieren van justitie en advocaten-generaal.

Inderdaad: sinds 2019 groeit het aantal rechterlijke ambtenaren. Als deze zich doorzet zal de werkdruk logischerwijs iets verlagen. Maar zoals we uit de cijfers kunnen opmaken is de druk op dit moment te hoog. De vakbond wil nu verandering zien. In de brief van 9 maart heeft Weerwind voorgesteld om, namens beide partijen, een onafhankelijke verkenner aan te wijzen om oplossingen te vinden. Met het oog op de hoge werkdruk en de kleine zittingscapaciteit kan een staking de situatie niet écht bevorderen. Maar of de rechterlijke ambtenaren daadwerkelijk hun werkzaamheden tijdelijk stil zal leggen, dat moeten we nog maar zien. Er is in ieder geval werk aan de winkel.

13 maart 2023 |
Jeltje Lunsingh Scheurleer
Student minor Journalistiek en Nieuwe Media