Sinds 2010 is er in Nederland sprake geweest van een daling van het aantal winkels. Deze daling had betrekking tot zowel winkelketens als de winkels van kleine ondernemers. Tijdens de corona-pandemie vreesde de overheid voor een nog sterkere daling in het aantal winkels. Ook in Leiden maakte men zich zorgen. Uit cijfers die in mei vorig jaar werden gepubliceerd blijkt dat deze zorgen overbodig waren voor grote delen van Nederland.
In Leiden heeft de daling zich echter doorgezet. Met de toenemende populariteit van online webshops is er sinds 2010 sprake van een daling van het aantal fysieke winkels. Het aantal webshops is enorm toegenomen, veel winkelketens hebben hun fysieke winkels laten plaatsmaken voor een uitgebreidere webshop. Eind 2019 verklaarde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat het aantal winkels in tien jaar tijd met zo’n elf procent was afgenomen. Grote publieksfavorieten zoals V&D, Bart Smit en de Free Record Shop zijn het afgelopen decennium uit het straatbeeld verdwenen.
Tijdens de corona-pandemie was de algemene verwachting dat ondernemers in grote moeilijkheden zouden komen en nog meer winkels hun deuren moesten gaan sluiten. Niets bleek minder waar, een bezoek aan een detailhandel bleek het perfecte uitje tijdens de lockdown. Met al dat thuis zitten merkten voornamelijk interieurwinkels een stijging in de omzet. Alle thuiswerkers hadden nu eenmaal genoeg tijd thuis te besteden om zich te kunnen ergeren aan een verouderde inrichting. Als resultaat van dit “gelegenheidswinkelen” was er het afgelopen jaar sprake van een lichte stijging van 0,7 procent in 2022, volgens de nieuwe cijfers van het CBS.
De crisis uit 2009 en de toenemende populariteit van online winkelen zijn een logische verklaring voor het afnemen van het aantal winkels vanaf 2010. Het aantal winkels per duizend inwoners was 6,0 voor de agglomeratie Leiden en de Bollenstreek in het piekjaar van 2010. Dit aantal is volgens het CBS in 2019 afgenomen tot 4,9 per duizend inwoners.