Een gemiddelde Nederlander weet precies in welke provincie hij of zij woont, maar hoeveel Nederlanders kunnen aangeven in welk waterschap ze wonen? Toch hebben de waterschappen verschillende belangrijke taken binnen ons onder de zeespiegel liggende landje. Maar toch zijn de waterschappen niet vrij van kritiek: heeft het wel zin om op het bestuur te stemmen?
Zoals de naam impliceert, beheren de waterschappen het water in Nederland. Dankzij deze instellingen hebben wij in ons land droge voeten, verder onderhouden ze de dijken, zuiveren rioolwater en slaan overtollig water op zodat er ook tijdens droge zomers water beschikbaar is. Zonder goed waterbeheer zou ongeveer de helft van ons land onder water verdwijnen. Ook voor bijvoorbeeld boeren en het onderhoud van natuurgebieden is goed waterbeheer belangrijk.
Wat is een waterschap?
Een waterschap kan je vergelijken met een gemeente. Maar waar een gemeente zich met meerdere problemen bezighoudt, hebben waterschappen maar één specifieke taak: waterbeheer. Nederland kent dit jaar 21 verschillende waterschappen. Tijdens de waterschapsverkiezingen stem je voor het algemeen bestuur van een waterschap, vergelijkbaar met het stemmen op de gemeenteraad in een gemeente. Binnen het algemeen bestuur zijn er ook een paar vaste zetels waarover niet kan worden gestemd. Deze zijn bedoeld voor onder andere boeren en natuurorganisaties, zodat zij sowieso hun belangen kunnen blijven behartigen.
Het dagelijks bestuur wordt gekozen door het algemene bestuur, en bestaat uit ongeveer vijf leden, onder leiding van de dijkgraaf. Deze bestuursleden hebben een vergelijkbare rol als wethouders binnen een gemeente: ze zijn verantwoordelijk voor het opstellen en uitvoeren van het beleid van een waterschap. De dijkgraaf is een soort burgermeester van het waterschap.
Geschiedenis van de waterschappen
Ondanks de term ‘graaf’ in dijkgraaf, hebben deze bestuurders geen adellijke titel. Lang geleden waren dijkgraven wel vaak van adellijke komaf. Waterschappen kennen namelijk een lange geschiedenis De eerste waterschappen werden opgericht in 1255, toen veel lokale gemeenschappen overlast door een stijgende zeespiegel en heftige regens ervaarden. Het waren kleine lokale samenwerkingsverbanden bestaande uit boeren, kooplieden en inwoners en lokale adel. Destijds was het vooral belangrijk om dijken te onderhouden. Dit ging niet altijd goed – door de eeuwen heen zijn er meerdere grote overstromingen geweest. Toch hebben de waterschappen zich steeds verder kunnen ontwikkelen en verenigen, en zijn zij onder invloed van nieuwe uitvindingen en technieken steeds beter geworden in hun taken.
Waarom stemmen voor waterschappen?
Door de jaren heen zijn de waterschappen steeds meer gecentraliseerd. Waar er rond deTweede Wereldoorlog nog 2650 waterschappen waren, zijn er anno 2023 nog maar 21 over. Met name de afgelopen jaren worden er steeds meer vragen gesteld of het überhaupt nodig is om op het bestuur van de waterschappen te stemmen. Ook Theo Dersjant, een journalist die in 2014 een boek publiceerde over de waterschappen, heeft hierbij zijn vragen. “Ik heb 9 jaar geleden hierover geschreven, maar elk jaar rond de verkiezingen kijk ik toch weer met een schuin oog naar de campagnes van partijen. Dit jaar zag ik weer allerlei dingen gebeuren waar ik me aan erger.”
Volgens Dersjant zijn er meerdere redenen waarom het bestuur van een waterschap – ondanks dat je er dus wel op mag stemmen – helemaal niet zo democratisch is. Allereerst is de opkomst bij de verkiezingen vaak laag. “Ze zijn al heel erg blij als 51% van de stemgerechtigden op komt dagen. Ik vind dat weinig. Maar dat is nu de waterschapsverkiezingen en provinciale staten zijn gecombineerd. Als je de waterschapsverkiezingen apart zou houden, zou nog geen kwart opkomen. Misschien 21-22% procent. Dat geeft eigenlijk al aan wat de legitimiteit van het bestuur is.” Omdat zo weinig mensen komen stemmen, vormt het bestuur naar zijn mening daarnaast ook geen goede afspiegeling van de maatschappij. “Toen ik mijn boek schreef, waren de meeste bestuurders boven de zestig. Er zaten vier vrouwen in een bestuur van 30 man. Ook kwamen de meesten van het platteland. Dan kan je je afvragen: worden jonge, stadse mensen hier nog wel vertegenwoordigd?”
Daarnaast is het bestuur, nadat de leden eenmaal gekozen zijn, volgens Dersjant vaak niet zichtbaar genoeg. “Het bestuur van een waterschap houdt er vaak niet van om met buitenstaanders te communiceren. Toen er vorig jaar problemen waren met droogte en wateroverlast in Zuid-Limburg, liet het bestuur eigenlijk niets van zich horen.” Dersjant is om die redenen zelf niet van plan om te gaan stemmen bij de waterschapsverkiezingen. Toch ziet niet iedereen het zo negatief in. Hans Vollaard en Harmen Binnema publiceerden dit jaar ook een boek over de waterschappen. “Zij kwamen tot veel van dezelfde conclusies, maar zeiden in plaats daarvan: er valt veel te verbeteren,” lacht Dersjant.
Vollaard en Binnema waren ook wel kritisch op de kwaliteit van de bestuurders. Dersjant: “Ze kwamen ook tot de conclusie dat bestuurders te matig zijn. Bijna alle onderwerpen die zo’n bestuur bespreekt zijn technische ingenieursdossiers, over sluizen en dijken. De gemiddelde bestuurder weet daar te weinig vanaf.” Burgers kunnen hen daarnaast te weinig controleren. Maar liefst acht van de 21 waterschappen weren burgers stelselmatig van bijeenkomsten, zo blijkt uit een artikel van Follow the Money waar Dersjant ook een bijdrage aan heeft geleverd.
Voor degenen die wel stemmen raadt hij daarom aan om niet alleen naar de toekomst te kijken, maar ook naar het verleden. “Kijk niet alleen naar de kieswijzer, maar neem ook in overweging wat de partijen de afgelopen jaren hebben gedaan. Bij de waterschapsverkiezingen gaat het daar te weinig over.” Als laatste raadt hij aan om een kandidaat te zoeken die lijkt te weten waar hij of zij het over heeft. “Zoek daarnaast een kandidaat uit die concreet is. Wanneer hun belangrijkste punt is: ‘We willen schoner water’, is dat veel te vaag. Wie wil dat nou niet? Maar wat ga je dan de komende vier jaar voor maatregelen nemen, en wat moeten die kosten? Heb je het ergens over, over keuzes maken? Vind dus eerste kandidaten die concreet zijn, en kies dan degene waar je het mee eens bent. Dat zou mijn stemadvies zijn.”