De dodelijkste seriemoordenaar uit Nederland kwam uit Leiden: dit was haar leven
27 februari 2023
Texel in 't Veen
Student minor Journalistiek en Nieuwe Media 2021/2022, International Studies.

Eind vorig jaar brak de Netflixshow over het leven van seriemoordenaar Jeffrey Dahmer alle records. Welke dodelijke crimineel was actief dichter bij huis? In deze reconstructie volgen we het leven van de Nederlandse seriemoordenaar met de meeste doden op haar naam: de Leidse ‘Goeie Mie’.

Maria Swanenburg. Foto: Robert Raar (CC0.)

De industriële revolutie bracht Leiden textielfabrieken en metaalindustrie, maar zorgde er ook voor dat arbeiders onder slechte omstandigheden dicht bij elkaar kwamen te leven. Drukte, ziektes en veel sterfgevallen maakten het de ideale tijd om onopvallend moorden te plegen. Tot Maria Swanenburg, ook wel ‘Goeie Mie’ genoemd, tegen de lamp liep. Maria staat sindsdien bekend als de gifmoordenares van Nederland. Hoe zag haar leven eruit? We duiken in haar leven én de 19e-eeuwse politierapporten die bewaard zijn gebleven.

Slechte ‘Goeie Mie’

In haar tijd leek Maria een doodgewone vrouw. Getrouwd, kinderen, en extreem zorgzaam. De ideale vrouw, zou je denken. ‘Goeie Mie’ werd ze ook wel genoemd, omdat ze altijd voor zwakkeren en ouderen zorgde. Vanwege dat zorgzame karakter kon ze lang onder de radar blijven. Ze hield af en toe van een borreltje, maar als een alcoholist stond ze niet bekend. Soms was ze wel heel snel ter plaatse zodra iemand ziek werd, maar ach, zo was Maria nou eenmaal. Wat niemand echter wist is dat Maria zo snel ter plaatse was omdat ze zelf de oorzaak van de plotselinge ziekteverschijnselen was. Maria vergiftigde namelijk menig Leidenaar met arsenicum, een middel wat destijds simpelweg als rattengif bij de apotheek te koop was. Daarnaast gaf het gif dezelfde verschijnselen als veel ziektes die in die tijd veel voorkwamen: tyfus, cholera en voedselvergiftiging. Maria mengde het door pap, koffie, broodjes of thee. Als ze eenmaal haar zinnen op een nieuw slachtoffer had gezet gaf ze niet op. Zieken bleef ze kopjes thee met arsenicum voorschotelen en ook vergiftigde ze alle aanwezigen op de wake van een van haar slachtoffers door daar rattengif in de koffie te doen.

Arseen, een van de oudste meest populaire gifstoffen. Maria gebruikt dit in poedervorm uit rattengif. Foto: Tomihahndorf (CC BY-SA 3.0).

Het precieze motief achter de moorden is nooit duidelijk geworden. Maria zelf noemde dronkenschap de reden voor de vergiftigingen, maar de rechter geloofde daar niks van. Geld leek een motief, aangezien ze herhaaldelijks levensverzekeringen bleek afgesloten te hebben voor haar slachtoffers. ‘Ik heb gelogen, omdat ik niet die 7 gulden wilde teruggeven’, valt te lezen in een politieverhoor uit 1883.

Een verslag uit het politiedossier van Maria, nu in bezit van Erfgoed Leiden. Foto: Texel in ’t Veen.

In haar tijd kon je voor iedereen een of meer levensverzekeringen afsluiten, zolang je maar betaalde. Maria groeide op in een arm gezin, en moest zelfs op vroege leeftijd verhuizen omdat haar vader schulden had gemaakt. Deze relatief eenvoudige manier om geld te verdienen was dus potentieel een manier voor Maria om te ontsnappen uit haar economisch benarde situatie. Toch vermoorde ze ook mensen waarop ze geen verzekering had afgesloten.

Maria en Johannes: de Leidse Bonnie en Clyde?

Naast het motief, is ook onbekend waarom Maria zoveel slachtoffers maakte, inclusief familieleden, maar haar man gespaard bleef. “Misschien hield ze van hem”, merkt Susan Suer op, projectleider educatie bij Erfgoed Leiden, terwijl we samen door de oude politierapporten bladeren. “Haar man werd in het begin ook verdacht, omdat hij ook wel eens verzekeringsgeld van iemand vermoord door Maria had geïnd. Toen focuste de media compleet op Maria en is hij uit het oog van de politie verdwenen.” We speuren samen het complete 19e-eeuwse dossier door op zoek naar aantekeningen over Johannes van der Linden. Het handschrift van de dienstdoende agenten en het feit dat zowel de naam ‘Johannes’ als ‘van der Linden’ populair waren in die tijd maakt de zoektocht niet makkelijker. In het complete dossier vinden we uiteindelijk maar twee brieven over de eventuele rol van Johannes.

Brief van politieagent aan de officier van justitie. Foto: Texel in ’t Veen.

De officier van justitie vroeg de Leidse politie op 5 februari 1885 op bezoek te gaan bij Johannes omdat hij niet lang te leven meer zou hebben. Misschien wilt hij voor zijn dood iets bekennen, bedacht de officier. Dit spoor liep echter de dag erna meteen dood. De Leidse politieagent was langsgegaan, en zag dat Johannes buiten levensgevaar verkeerde. Hierop besloot hij een eventueel verhoor af te blazen. Hoe het verhaal van Goeie Mie er had uitgezien als Johannes wél op zijn sterfbed had gelegen, of als de agent hem toch had bevraagd, zullen we nooit weten. ‘Hij is uiteindelijk hertrouwd.’ vertelt Suer. ‘Hij was ook gewoon een arbeider die 70 uur per week werkte, dus misschien wist hij er daadwerkelijk niets vanaf’.

Zowel de rol van Johannes, als het motief van Maria, zal voor altijd een onbeantwoorde vraag uit de geschiedenis blijven. Wat we wel weten is dat Nederland sinds Maria nooit meer zo’n dodelijke seriemoordenaar heeft gekend. Wil je zelf op onderzoek uit? Tijdens de Leidse museumnacht op 3 juni stelt Erfgoed Leiden hun deuren open voor bezoekers met een speciaal programma over Goeie Mie.

27 februari 2023 |
Texel in 't Veen
Student minor Journalistiek en Nieuwe Media 2021/2022, International Studies.