Op 18 mei won Eintracht Frankfurt de Europa League ten koste van het Schotse Rangers FC. Door de winst evenaarden de Duitsers een opmerkelijk record: ze delen het record van teams die een internationaal toernooi wonnen, maar nationaal geen deuk in een pakje boter schopten.
Met de winst op het Rangers FC van trainer Giovanni van Bronckhorst pakte Eintracht Frankfurt afgelopen maand de tweede Europa League uit haar geschiedenis. Na 90 minuten stond er 1-1 op het scorebord en ook na een halfuur verlengen waren beide ploegen in evenwicht. In de bloedstollende penaltyreeks was uitgerekend Aaron Ramsey de schlemiel: de Welshman was drie minuten voor het einde van de tweede verlenging ingevallen om een penalty te nemen, maar hij was de enige die faalde vanaf elf meter.
De Europa League-winst werd groots gevierd in Frankfurt en omstreken, en terecht: hadden de mannen van trainer Oliver Glasner de finale verloren, dan had Eintracht Frankfurt, ondanks een finaleplaats in het kleine broertje van de Champions League, volgend jaar geen Europees voetbal gespeeld. Sterker nog, met de zeer tegenvallende elfde plek in de Bundesliga waren de tickets voor Europees voetbal (die worden vergeven aan nummers één tot en met zeven) ver uit het zicht.
De winst van de Europa League levert Eintracht Frankfurt echter een plaats op in de groepsfase van de Champions League volgend jaar. De Frankfurter voetbalclub kan bovendien alleen al aan startgeld zo’n 15,6 Champions League-miljoenen bijschrijven. Toch zullen de verwachtingen voor volgend seizoen enigszins achterblijven bij deze euforie; daarvoor waren de resultaten in nationaal verband te mager.
Frankfurt bezette na de laatste speelronde de elfde plek in de Bundesliga, in het rechterrijtje dus. Na 34 wedstrijden stonden Die Adler slechts op 42 punten. Wie bedenkt dat er in een seizoen maximaal 102 punten gehaald kunnen worden in Duitsland, komt tot de schrikbarende conclusie dat Eintracht Frankfurt daar dit seizoen nauwelijks veertig procent (41,2 procent om precies te zijn) van pakte.
Pas drie keer eerder won een ploeg zo weinig punten in de eigen competitie in het jaar dat dezelfde club Europees succes had. Eintracht Frankfurt deelt de laatste plaats namelijk nog met hun landgenoten van Borussia Mönchengladbach (1978-1979) en Bayer Leverkusen (1987-1988) en het Italiaanse Internazionale, dat met een schamele 42 punten slechts op de dertiende plaats eindigde.
Nederlandse clubs
De Nederlandse clubs doen het wat dat betreft een stuk beter. In 2002 won Feyenoord als laatste Nederlandse ploeg een Europese prijs. Dat seizoen pakten de Rotterdammers in de competitie 62.7 procent van de te behalen punten, de minste van alle Nederlandse ploegen in een Europees successeizoen. Geen superscore, maar zeker niet zo slecht als de hekkensluiters in dit rijtje.
Ajax is echter de Nederlandse ploeg met de meest imposante resultaten op nationaal niveau in een seizoen waarin de club ook Europees zegeviert. In het seizoen 1993-1994 speelde Ajax in Nederland de concurrentie weg door maar liefst 88 punten te pakken (86.3 procent van het totaal te behalen aantal punten). Onder leiding van grote namen als Frank Rijkaard, de broertjes De Boer en Edwin van der Sar pakte Ajax dat seizoen de dubbel.
Zo dominant als Ajax toen was, zijn ze volgens velen nooit eerder en nooit meer geweest. Toch wijzen de statistieken wat anders uit. In het seizoen 1971-1972, midden in de jaren dat Nederlandse clubs het Europese voetbal domineerden, won Ajax maar liefst dertig van de vierendertig wedstrijden tegen nationale opponenten. Slechts drie keer werden de punten gedeeld en alleen Go Ahead Eagles pakte de volle buit in De Adelaarshorst.
Ook het seizoen daarop was Ajax niet te stuiten. Onder de bezielende leiding van een ontketende Johan Cruijff verloor Ajax maar vier keer. Na de 91.2% van vorig jaar scoorden de Amsterdammers nu 'maar' 88.2 procent van alle te behalen punten.
In de geschiedenis is er maar één team dat de prestaties van Ajax overtrof. In het seizoen 2010-2011 won het FC Porto van legendarische spelers als Hulk en Malcon niet alleen de (voorganger van de) Europa League, maar ook 27 van de 30 wedstrijden in de nationale competitie. Drie keer wist een ploeg een punt uit het vuur te slepen, maar de sterrenploeg verloor niet één keer: een absoluut record.