Achtergrondartikel
Hierom bleef Nederland massaal thuis tijdens afgelopen verkiezingen
28 maart 2022
Ruben Stift
Student minor Journalistiek en Nieuwe Media (2021/2022)

De gemeenteraadsverkiezingen van afgelopen maand kenden een historisch lage opkomst. Bijna de helft van kiesgerechtigd Nederland bleef thuis. Was dit een gevolg van de oorlog in Oekraïne of is er meer aan de hand?

“Het was eigenlijk heel simpel”, vertelt Zico Winkels, “ik trek na de zomer naar Spanje en kom daarna niet meer terug in Breda. Dus ik vond het een beetje waardeloos om hier voor de gemeenteraad te stemmen, als ik daar toch niks van ga merken.”

“Ja heel dom ”, geeft Alyssa Klarenbeek toe, “ik woon tegenwoordig in Delft maar sta nog ingeschreven in Barendrecht. Ik had geen zin om een half uur te treinen om te kunnen stemmen. Als ik al in Delft ingeschreven stond had ik wel gestemd.”

Zo zijn er duizend-en-één redenen waarom Nederlanders afgelopen gemeenteraadsverkiezingen besloten thuis te blijven.  Ondanks deze grote verscheidenheid aan thuisblijfmotieven zijn er toch structurele trends die de historisch lage opkomst van 50,8% kunnen verklaren. Het mag namelijk geen toeval heten dat de gemeenteraadsverkiezingen, de enige politieke verkiezingen in Nederland zijn waar de opkomst al sinds de halverwege de jaren tachtig steevast afneemt.

Het laat zien dat lokale verkiezingen door kiezers als minder urgent worden gezien. Een gevolg van een gebrek aan bewustzijn over het belang van de gemeenteraad, denkt Younes Douari, initiatiefnemer van represent jezelf, een socialemediacampagne die jongeren naar de stembus wil krijgen. “Juist op lokaal niveau worden er belangrijke beslissingen genomen over belangrijke zaken zoals wonen, klimaat en sociale voorzieningen. Maar als ik voor represent jezelf spreek met de jongeren om mij heen dan bestaan hier grote misvattingen over. Zij weten nauwelijks waar de gemeente toe dient.”

Gebrek aan kennis over het belang van de gemeente

Deze misvattingen ontstaan doordat het voor Nederlanders steeds onduidelijker is, welk overheidsorgaan waar verantwoordelijk voor is. Lokaal kiezersonderzoek laat zien dat de nationale overheid verantwoordelijk wordt gehouden voor taken die sinds 2015 steeds meer op het bordje van de gemeente zijn beland. Kiezers beseffen daardoor niet waar het om te doen is tijdens de lokale verkiezingen, dus blijven zij thuis, ziet ook politicoloog en schrijver Kiza Magendane. “Mensen gaan pas stemmen wanneer zij het gevoel hebben dat er iets op het spel staat.  Het moet dicht bij hun belevingswereld zijn. Maar heel veel mensen weten helemaal wat de gemeenteraad doet, dus denken ze dat stemmen niks toevoegt.”

Magendane had daarom graag meer media-aandacht gezien voor de lokale politiek. “Onderzoek laat zien dat media al decennialang minder aandacht schenken aan de lokale politiek. Door het conflict in Oekraïne was dit nog minder. Dat is natuurlijk begrijpelijk, maar het zorgt er ook voor dat burgers niet weten wat er te kiezen valt tijdens de lokale verkiezingen.” De politiek gaat ook niet vrijuit, vindt hij, zij hadden veel meer kunnen doen om kiezers te motiveren. “Een stembrief, een paar bilboards en wat campagnefilmpjes, meer werd er niet gedaan. Dat moet echt beter.”

Politiek vertrouwen?

En hoe zit het met het politieke vertrouwen, speelt dat nog een rol? Volgens veel verliezende politici wel. SP-fractieleider Lillian Marijnissen, die haar partij flink zag slinken, duidde haar verlies als gevolg van mensen die “totaal geen vertrouwen meer in de politiek” hebben. Ook CDA-er Derk Boswijk, zag het verlies van zijn partij als reactie van de kiezer op de politiek die zich “afgelopen jaar niet van haar beste kanten liet zien”.

Het klopt dat het politiek vertrouwen recent flink gedaald is. Stond deze in 2020 nog op een gemiddeld niveau, eind vorig jaar – na de ellenlange formatie, het toeslagenschandaal en de ‘functie elders’-affaire – kelderede zij naar een dieptepunt. Maar we moeten voorzichtig zijn dit als reden te zien voor de lage opkomst afgelopen verkiezingen, waarschuwt politicoloog Josje den Ridder. Vertrouwen in de lokale politiek is over het algemeen hoger dan het vertrouwen in de landelijke politiek laat onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau zien. Toch was de opkomst tijdens de landelijke verkiezingen maart vorig jaar hoger dan nu. Dat zou niet zo zijn als vertrouwen de doorslaggevende factor was, stelt Den Ridder.

Keuzestress

Wat was er dan wel nieuw deze verkiezingen? “Meer partijen dan ooit, steeds minder te kiezen” vatten twee politiek redacteuren van NRC de uitkomst samen. Het klinkt op het eerste oog tegenstrijdig, maar ondanks dat er steeds meer partijen meedoen, geven niet-stemmers volgens onderzoek van Ipsos in grote getalen (32%) aan geen keuze te kunnen maken. Een verdubbeling vergeleken met vorige gemeenteraadsverkiezingen. De reden? Er is te weinig ideeën-strijd, discussie op basis van ideologische verschillen, ziet politiek analist Coen van der Ven. De politiek hobbelt van consensus naar consensus als het gaat om de grote thema’s zoals klimaat en wonen, waardoor fundamenteel politiek debat uitblijft.

Je zag het ook tijdens de coronapandemie, merkt niet-stemmer Zico Winkels op. “De afgelopen twee jaar is het over bijna niks anders gegaan. Ik had het idee dat er vrij weinig verschil was tussen de politieke partijen. Dan kom je bij Forum uit maar daar wil ik niet op stemmen. Daarom had het voor mij geen zin.”

Het is een sentiment wat breder leeft in de samenleving. Burgers kunnen in steeds mindere mate standpunten van politieke partijen onderscheiden, blijkt ook uit cijfers van het Nationaal Kiezers Onderzoek. Nagenoeg alle partijen willen wat tegen klimaat doen, de woningcrisis aanpakken, zorgen voor een veiliger land – maar als er dan conflict ontstaat op dit soort thema’s dan gaat het vaak over een procent meer of minder op de begroting. Het gevolg: kiezers hebben steeds minder het gevoel dat zij een weloverwogen keuze kunnen maken tussen de verschillende partijen. Dit terwijl uit onderzoek blijkt dat er hoge maatschappelijke druk heerst op het maken van een goeddoordachte keuze. Niet gek dat kiezers dan thuisblijven, wanneer zij denken dat zij niet aan deze norm kunnen voldoen.

Wat rest is een burger die niet weet wat er in de gemeente afspeelt, een media-apparaat dat liever aandacht aan andere zaken besteed, en politieke partijen die hem of haar alleen maar keuzestress opleveren. Dé niet-stemmer bestaat natuurlijk niet, maar zolang deze trends blijven aanhouden zal de groep thuisblijvend Nederland doorgroeien.

28 maart 2022 |
Ruben Stift
Student minor Journalistiek en Nieuwe Media (2021/2022)