De historisch lage gemeenteraadsverkiezingen door de ogen van Leidse studenten
28 maart 2022
Irene van Kessel
Student minor Journalistiek en Nieuwe Media 2021/2022

Op 14, 15 en 16 maart jl. was het zo ver, je kon je stem weer uit brengen. Dit keer voor de gemeenteraadsverkiezingen. Al snel bleek dat het een gemeenteraadsverkiezing was van uiterste. In bijna negen op de tien gemeente gingen minder mensen naar de stembus. De algehele opkomst was historisch laag.

Het opkomstpercentage van de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen ligt op 50,3 procent. Nooit eerder was dit percentage zo laag. Het vorige diepte punt was in 2014. Toen ging 53,8 procent van de Nederlanders naar de stembus.

In Rotterdam gingen relatief de minste mensen naar de stembus dit jaar. Het opkomstpercentage lag daar op 38,9 procent. Uit onderzoek blijkt dat in 294 gemeenten de opkomst daalde. In 28 gemeente steeg de opkomst wel ten opzichte van vier jaar geleden.

Ik vroeg drie Leidse studenten wat zij van deze feiten vinden. Wat is volgens hen de reden achter de lage opkomst?

Master student Elize van Seventer heeft een duidelijk mening over de lage opkomst bij de verkiezingen: "Ik denk dat mensen te lui zijn om te gaan stemmen". Volgens haar zou dit dan vooral gelden voor leeftijdsgenoten. "Ik denk dat veel studenten de afweging maken over hoe lang ze nog in een stad gaan wonen. Waarom zou je gaan stemmen in een gemeente waar je niet heel lang meer gaat wonen? Het beleid dat gemaakt gaat worden gaat jouw dan helemaal niets aan".

Ook 3e jaars rechtenstudent Joost van der Wal stemt hiermee in. "Ik ben het hier mee eens, hoewel ik wel denk dat het aantal stemmers onder studenten hoger ligt dan onder de werkende bevolking. Ik merk dat de verkiezingen altijd wel spelen onder studenten. Je hebt het er toch over met elkaar".

Wanneer ik aan Idries Gouw (3e jaars Bio-Farmaceutische wetenschappen) dezelfde vragen voorleg stelt hij voor dat de lage opkomst te verwijten valt aan een dalend vertrouwen in de overheid. Hoewel het vertrouwen in 2020 nog relatief hoog ligt, lijkt het percentage intussen aardig gedaald. Uit onderzoek van verschillende universiteiten, drie groote gemeenten, en het kieskompas blijkt dat nederland is verandert in een laag-vertrouwensamenleving.

In 2020 geeft 53.2 procent aan dat ze vertrouwen in de Tweede Kamer hebben. Dit percentage is intussen gekelderd naar 29 procent.

Wanneer ik aan Elize vraag of zij nu meer of minder vertrouwen in de overheid heeft ten opzichte van een paar jaar geleden vertelt zij mij dat ze de overheid minder vertrouwt. "Door alle schandalen en de berichtgeving daarover is mijn vertrouwen in de overheid zeker gedaald".

Uit het onderzoek blijkt dat er een verband is tussen social media en het wantrouwen. Wie Twitter, Facebook of Telegramgroepen de belangrijkste bron van informatie vindt, heeft minder vertrouwen in overheid en andere instituties.

Joost geeft aan de hij expres zijn nieuws niet volledig van sociale media afhaalt. "Ik lieg als ik zeg dat ik nooit nieuws oppik van facebook en dergelijke, maar ik zorg er wel voor dat ik daarnaast ook de kranten lees. Ik denk dat ik daardoor veel beter kan filteren op wat wel en niet waar is. Je krijgt een completer beeld van de werkelijkheid."

Ook Elize stemt hiermee in. "Ik denk wel dat je vertrouwen nog meer slinkt als je alleen maar nieuws van social media platforms afhaalt. Vaak is dit nieuws niet waar of heel erg overdreven. Als je dat als waarheid gaat zien, dan lijkt het mij logisch dat je wantrouwend wordt".

28 maart 2022 |
Irene van Kessel
Student minor Journalistiek en Nieuwe Media 2021/2022