Datavisualisatie
Waar de Oekraïense vluchtelingen terechtkomen: van Moldavië tot Nederland
27 maart 2022
Berend Buiten
Student van de minor journalistiek en nieuwe media (2021-2022) Derdejaarsstudent BA geschiedenis (2019-2022)

Sinds het begin van de Russische invasie in Oekraïne op 24 februari zijn er al miljoenen mensen uit het land gevlucht. De meeste van deze vluchtelingen zijn in de buurlanden terechtgekomen, maar ook in West-Europa worden Oekraïners opgevangen.

3,821,049. Dat is het aantal mensen dat onderhand Oekraïne heeft ontvlucht. Het is de grootste vluchtelingenstroom vanuit een Europees land sinds de Tweede Wereldoorlog. Er zijn dus al meer mensen in 2022 uit Oekraïne gevlucht dan dat er in de jaren ’90 uit voormalig Joegoslavië zijn gevlucht, en dat terwijl de oorlog pas een maand aan de gang is.

Buurlanden

Verreweg de meeste van deze vluchtelingen zijn naar buurlanden van Oekraïne vertrokken. Het leeuwendeel hiervan is per trein in Polen terechtgekomen, maar ook Roemenië, Moldavië, Hongarije en Slowakije hebben honderdduizenden Oekraïners ontvangen. Ongeveer 270.000 Oekraïners zijn zelfs naar Rusland vertrokken om het geweld te ontsnappen. Wit-Rusland, ook een buurland van Rusland, heeft echter maar zo’n 6.000 Oekraïners opgevangen.

Dat Polen zo ontzettend veel vluchtelingen heeft opgevangen is opvallend gezien het feit dat de regeringspartij Prawo i Sprawiedliwosc (Recht en Rechtvaardigheid) ideologisch anti-immigratie is. Terwijl het land tijdens de Syrische vluchtelingencrisis er nog alles aan deed om de grenzen te sluiten, staan ze voor de Oekraïners wijd open. De Poolse bevolking heeft een enorme bereidheid getoond de Oekraïense vluchtelingen te helpen, een feit waar het enorme aantal vrijwilligers dat Oekraïense vluchtelingen in huis wilt nemen van getuigt.

Terwijl Polen in absolute getallen de meeste vluchtelingen heeft opgenomen, kent Moldavië de meeste Oekraïense vluchtelingen per hoofd van de bevolking. Met een bevolking van 2,6 miljoen is er ongeveer één Oekraïner voor elke zeven Moldaviërs. Ter vergelijking: in Polen is er ongeveer één Oekraïense vluchtelingen voor elke 19 Polen. Verhoudingsgewijs dus meer dan twee keer zoveel, terwijl Moldavië waarschijnlijk het minst voorbereid is van alle Europese landen om vluchtelingen op te nemen: het is namelijk het armste land van het continent.

Oekraïners in Nederland

Ook in West-Europa worden Oekraïense vluchtelingen opgevangen, waaronder in Nederland. Hoe veel dat er zijn is momenteel niet bekend: het ministerie van justitie en veiligheid meldde 14 maart dat er 6.700 officieel waren geregistreerd, maar het daadwerkelijke aantal ligt waarschijnlijk hoger. Voor de opvang van de Oekraïners rekent de Rijksoverheid in ieder geval op een stuk meer dan 6.700 vluchtelingen: de staat streeft ernaar zo snel mogelijk 50.000 opvangplekken te hebben bewerkstelligd.

De vluchtelingen zijn overigens niet de enige Oekraïners die in Nederland wonen. Het CBS publiceerde onlangs een rapport over de Oekraïense gemeenschap in Nederland zoals die erbij stond aan het begin van dit jaar. Voor de inval van Rusland in Oekraïne woonden er al 21.000 Oekraïners in Nederland, met name in de Randstad maar ook in andere grote steden. Gezien de verwachte aankomst van nog duizenden vluchtelingen, zal de Oekraïense gemeenschap in Nederland een stuk omvangrijker worden.

Opvang in het onderwijs

Dat het fatsoenlijk opvangen van al deze vluchtelingen geen makkelijke taak is wordt op veel plekken gemerkt. Zo ook bij de scholen: alle Oekraïense vluchtelingen van onder de 18 jaar zijn in Nederland uiteraard leerplichtig. De Onderwijsraad stuurde 16 maart al een brief naar de relevante ministers dat het onderwijs er niet op voorbereid is zoveel nieuwe leerlingen op te vangen. Structurele investeringen zouden nodig zijn om de vluchtelingen in het onderwijs goed op te kunnen vangen.

Dat het geen makkelijke opgave wordt om al die nieuwe leerlingen in te laten stromen, merkt ook Christa de Kok op. Zij is NT2-docent bij het ISK Gouda en leert vluchtelingen en migranten de Nederlandse taal, zodat ze door kunnen stromen in het reguliere onderwijs. Volgens haar heerst er vooral nog onduidelijkheid over de manier waarop de school de nieuwe leerlingen moet opvangen: “We weten niet zeker of deze leerlingen hier maar kort blijven of dat ze op langere termijn in Nederland gaan wonen.”

Dat heeft gevolgen voor het onderwijs. “Daardoor weet je niet of je ze zo snel mogelijk Nederlands moet leren, of dat je ze vooral verder moet laten gaan met de opleiding waar ze al mee bezig waren.” Over die laatste optie wordt al serieus nagedacht, zoals De Kok uitlegt. “De scholengemeenschap is al op zoek naar Oekraïense docenten in Nederland, om zo nodig de leerlingen in hun eigen taal les te geven. Ook wordt er gekeken of het mogelijk is om leerlingen door te laten stromen in Engelstalige opleidingen.”

Er wordt al uitgebreid gewerkt om deze uitdagingen aan te gaan. Zo heeft het ISK Gouda waar De Kok werkt een crisisteam samengesteld om gericht met de situatie om te kunnen gaan en verleent LOWAN, een organisatie die hulp biedt aan het eerste opvangonderwijs, steun en advies aan scholen die Oekraïense leerlingen opvangen. “Alle middelen worden ingezet om ervoor te zorgen dat die leerlingen hun plek vinden en dat ze door kunnen gaan met hun ontwikkeling.”

27 maart 2022 |
Berend Buiten
Student van de minor journalistiek en nieuwe media (2021-2022) Derdejaarsstudent BA geschiedenis (2019-2022)