Lammetjes in de wei, koeien weer naar buiten, kleine eendjes in de vijver en de natuur in volle bloei. Iets wat menig Nederlander goed gehumeurd stemt in de lente. Toch is deze tijd van het jaar niet voor iedereen zo fijn. Steeds meer Nederlanders kampen namelijk met hooikoortsklachten.
Naar schatting kampen minstens 2,6 miljoen Nederlanders met hooikoortsklachten. En dit aantal groeit ieder jaar weer. Hoe dat komt lees je verderop. Eerst even over hooikoorts zelf, wat is het precies? Hooikoorts is de naam van de allergische reactie die ontstaat door pollen van bomen, grassen en kruiden. Op droge dagen verspreidt de wind de pollen door de lucht, waardoor mensen die hier gevoelig voor zijn last krijgen van rode, jeukende ogen, niesbuien en andere verkoudheidsklachten. Kortom, geen pretje dus die hooikoorts.
Massaal naar drogist
Het fenomeen komt al enige tijd voor in Nederland. Waar het begin 1800 nog gissen was waar die vervelende klachten vandaan kwamen, verklaarde een theorie van de Engelse Blackley in 1873 dat bloeiend gras, hooi en bloemen de oorzaak vormden. Drogisten speelden hier slim op in door hooikoortsmiddelen aan te bieden.
Doordat niet alle mensen met hooikoortsklachten naar de huisarts gaan, speelt de omzet van hooikoortsmedicatie van drogisten ook vandaag de dag een belangrijke rol voor de indicatie van het aantal hooikoortspatiënten in Nederland. Het omzetverloop laat zien in welke periodes van het jaar hooikoortsklachten het meest voorkomen. Dat zijn de maanden maart, april, mei en juni (zie onderstaande grafiek).
Oorzaak stijging patiënten
Nu blijkt uit onderzoek dat het geen toeval is dat steeds meer mensen last krijgen van de allergie. Klimaatverandering is een van de mogelijke oorzaken hiervoor. De opwarming van de aarde versterkt namelijk de ernst en duur van het pollenseizoen. Daarnaast gedijen bepaalde plantensoorten beter door het nieuwe, warmere, heersende klimaat. Een voorbeeld van een nieuwe plantensoort is de Alsemambrosia. Deze plant bloeit later dan de bekendere pollenverspreiders als bomen en grassen. In onderstaande grafiek is het verschil in de pollenuitstoot op de verkoop van hooikoortsmedicatie per jaar duidelijk zichtbaar.
Hooikoortsdeskundige Letty de Weger van het Leidsch Universitair Medisch Centrum (LUMC) onderzoekt de invloed van klimaatverandering op hooikoortsklachten. Sinds januari dit jaar werkt zij mee aan een groot landelijk onderzoek om de klimaatverandering op hooikoorts beter beheersbaar te maken. De Weger vertelt: “We willen een ruimtelijke pollenverwachting ontwikkelen – vergelijkbaar met een Buienradar – , de ziektelast van verschillende pollen in kaart brengen, maar ook de invloed van hitte en luchtverontreiniging op klachten.”
Een allergische reactie op pollen hangt volgens de Weger van veel verschillende aspecten af. Zo heeft de luchtkwaliteit, de hoeveelheid ozon, maar ook het gedrag van de hooikoortspatiënt zelf invloed op de hoeveelheid klachten. “Met lekker weer zullen hooikoortspatiënten bijvoorbeeld meer naar buiten gaan en dat vergroot de kans op klachten." Daarom is het belangrijk dat onderzoekers rekening houden met de informatiebehoeften van hooikoortspatiënten. De Weger legt uit: "Wij zijn vooral benieuwd hoe de patiënten hun informatie willen ontvangen, dan passen wij ons onderzoek daarop aan.”
Ook gemeenten spelen een steeds grotere rol in de toekomst van pollenverspreiding. “Veel gemeenten richten zich de komende jaren op vergroening. Wij willen hen een leidraad bieden met behulp van een speciaal ontwikkelde gids waarin de allergeniciteit van bomen in Nederland staat beschreven. Het creëren van bewustzijn over pollenverspreiding is ook belangrijk voor boomeigenaren, landschapsarchitecten en hoveniers, zodat zij rekening kunnen houden met de pollenverspreiding bij nieuwe aanplant”, aldus De Weger.
Corona en hooikoorts
Dan is er nóg meer nieuws dat niet in het voordeel werkt van hooikoortspatiënten. Uit onderzoek blijkt namelijk dat meer pollen in de lucht geassocieerd is met meer coronabesmettingen. De kans zit er dik in dat het virus profiteert van een verzwakte afweer door de vergrote pollenblootstelling. Ook vóór de pandemie was bekend dat het hooikoortsseizoen het afweersysteem tegen virusinfecties vermindert. Hierdoor ontstond het vermoeden dat dit ook het geval is met het coronavirus. Een snotneus in deze lenteperiode is dus niet meer gelijk te wijten aan hooikoorts.
Al met al betekenen de klimaatontwikkelingen en de coronapandemie niet veel goeds voor (aanstaande) hooikoortspatiënten in Nederland. De meest extreme KNMI-klimaatscenario’s voorspellen dat het groeiseizoen rond 2050 met veertig dagen is verlengd. Gelukkig is het een onderwerp dat wereldwijd serieuze aandacht krijgt door wetenschappers, waardoor het beter beheersbaar maken van de pollenverspreiding steeds een stapje dichterbij komt. Zo krijgen hooikoortspatiënten hopelijk in de toekomst de kans om ook te genieten van de lente.
Benieuwd naar de uitkomsten van het onderzoek van De Weger? Houd dan deze site in de gaten voor meer informatie.