Waar kom je vandaan? de immense tijdlijn van de mens
7 maart 2022
Daily Put
Student minor Journalistiek en Nieuwe Media 2021/2022

“De mens deelt 98% van zijn DNA met een chimpansee” is een zin die iedereen wel een heeft gehoord. Maar als je chimpansee ziet, zijn er toch niet heel veel vergelijkingen. In deze tijdlijn wordt in een paar stappen uitgelegd hoe wij ooit een aap waren.

Het begint allemaal met de grote afsplitsing van de chimpansee naar wat uiteindelijke de moderne Homo sapiens zou worden in de periode tussen zes en drie miljoen jaar geleden. Dit gebeurde als reactie op de aarde die in de loop van de tijd droger en koeler werd. In deze periode was oost Afrika nog geen woestijn, maar een regenwoud. Een droger klimaat zorgt voor meer open vlaktes, wat gunstig is voor tweevoeters.

Mensapen worden in de paleologische tijdslijn vaak geplaatst op volgorde van verschillende evolutionaire kenmerken. De belangrijkste is de inhoud van de schedel. Hoe groter, hoe beter. Toch blijkt dat niet altijd de juiste antwoorden te geven.

Drie groepen

Mensachtige kun je verdelen in de ‘hele oude’, de ‘Australopithecus’, en de ‘Homo’ soort. De hele oude soorten zijn er tot ongeveer 3.8 miljoen jaar geleden. De overgang naar Australopithecus vindt rond die tijd plaats. Een van de bekendste mensachtige uit die tijd is ‘Lucy’. Deze 3.2 miljoen jaar oude ‘nietige’ Australopithecus is een van de meest complete ooit gevonden. Ook wordt deze soort vaak gezien als de eerste gereedschap makende mensachtige, omdat rond 2.5 miljoen jaar geleden de eerste vuurstenen ‘messen’ worden gevonden.

Door de ontwikkeling van gereedschappen – hoe klein deze ook zijn – hoeft maag van deze mensachtigen minder hard te werken, en blijft er dus energie over. Deze energie wordt gebruikt voor het groeien van de hersenen. Op een zeker moment in de geschiedenis, ongeveer 1.9 miljoen jaar geleden was die uitbreiding van de hersenen zo ver dat de mensachtigen worden gekwalificeerd als sub soorten ‘Homo’. De eerste van dit geslacht was de Homo habilis. Alhoewel deze dichter bij ons staat dan de Australopithecus, is hij nog steeds erg klein (ongeveer 1.20 meter) en is de botstructuur in zijn gezicht nog steeds erg aapachtig.

Onze directe voorouders

De Homo habilis evolueert door tot de Homo heidelbergensis in ongeveer 300.000 jaar. Dit is de eerste soort die vertrekt uit Afrika. Hij loopt vooral naar Frankrijk en Griekenland. De eerste Homo heidelbergensis’ verschijnen evolueren rond 1.6 miljoen jaar geleden. Samen met een nieuwe gereedschap techniek; de Acheulean handbijlen. Deze Homo soort is onze oudste directe voorouder, en heeft drie verschillende afsplitsingen in zijn 1.2 miljoen jarig bestaan.

Om en nabij 850.000 jaar geleden is de eerste afsplitsing van de Homo heidelbergensis. De Homo erectus. Deze soort is heeft zonder twijfel de grootste reizen gemaakt van alle mensachtige tot dan toe. Er zijn talloze skeletten en schedels gevonden in grote delen van Indonesië en China. Deze soort stierf ongeveer 50.000 jaar geleden uit maar leefde een hele tijd zij aan zij met ‘ons’, Homo sapiens.

De andere afsplitsing van de Homo heidelbergensis is de Homo neanderthalensis. De Neanderthaler. Deze in Duitsland ontdekte mensachtige wordt vaak omschreven als een domme, brute holbewoner. Toch leefde ook hij meer dan 200.000 jaar samen met de Homo sapiens. De Neanderthalers hadden een grotere schedelinhoud dan Homo sapiens, wat suggereert dat zij slimmer waren. Daarnaast waren ze sterker, sneller en beter tegen de kou van de ijstijden bestemd. Waarom ze rond 40.000 jaar geleden uitstierven is dus de vraag.

Schouder aan schouder met de Erectus en de Neanderthaler stonden de Homo sapiens. De oudste Homo sapiens ooit gevonden komt uit Jebel Irhoud in Marokko. Met ongeveer 300.000 jaar oude mens is nog niet helemaal anatomisch gelijk aan de mens van vandaag. Vanaf ongeveer 50.000 jaar geleden is dit wel het geval. Ook rond die tijd vertrokken deze Homo sapiens naar Europa, voornamelijk gedreven door het nog koeler en droger wordende klimaat van het Afrikaanse continent.

De afgelopen 50.000 jaar zijn de Homo sapiens druk bezig geweest met de wereld toe-eigenen. Het laatste deel van de wereld wat door ‘ons’ gekoloniseerd wordt is Amerika. Waar in het meest zuidelijke puntje menselijke activiteit wordt gevonden rond 15.500 jaar geleden. Dit is vreemd omdat de enige doorgang naar Amerika op dat moment de landbrug tussen Siberië en Alaska is. Zuid-Amerika zou dus het laatste gekoloniseerde deel moeten zijn.

In dezelfde tijd waren de bewoners van Europa nog klein van stuk, hadden een donkere huidskleur en konden lactose niet verteren. Langzaam komt hier verandering in, en rond 8000 jaar geleden zijn er aanwijzingen voor langere mensen in centraal en noord Europa. Deze trend kwam in een stroomversnelling toen 4800 jaar geleden de bewoners van de Russische steppe, de Yamnaya, naar het westen trokken. Zij hadden een lichtere huidskleur, genetische aanduiding voor lengte en konden de suikers in zuivel wel verteren. DNA-analyse laat zien dat deze groepering in korte tijd, bijna heel Europa vervangt (lees: uitmoord en verdrijft).

Sander Hilgen is een onderzoeker bij Naturalis en legt uit dat paleoantropologie een goede manier ik om te achterhalen waar je als mens vandaan komt. “Het is een fundamentele wetenschap, dus het is gericht op het vullen van musea.” Het gaat dus vooral om eigen interesse in waar je vandaan komt “met vrijwel geen praktisch nut in de ‘echte’ wereld”.

7 maart 2022 |
Daily Put
Student minor Journalistiek en Nieuwe Media 2021/2022