Sinds de jaren negentig zijn het aantal muziekscholen in Nederland sterk afgenomen. En dat is problematisch, want: “Muziek verbindt mensen en werkt bevorderend voor de intellectuele ontwikkeling van kinderen”. De overheid lijkt dat belang van muziek maken en beleven de afgelopen decennia uit het oog te zijn verloren.
Robert Bennis is voorzitter van muziekvereniging Harmonie Nootdorp. Hij voelt, net als anderen in de muzieksector, dat muziek niet meer de waardering vanuit de overheid krijgt die het ooit had. “Elk jaar is het ontvangen van overheidssubsidie minder vanzelfsprekend”, vertelt Bennis. De voorzitter kan zich voorstellen hoe sommige muziekscholen in de knel zijn komen te zitten en de deuren moesten sluiten. Hij omschrijft het als een “vicieuze cirkel”: “Om in aanmerking te komen voor subsidie moet je aan kunnen tonen dat je een levendige vereniging bent met elk jaar nieuwe leerlingen. Maar voor het levendig houden van de vereniging, is juist subsidie nodig.”.
Onderwaardering
Ooit was er vanuit de overheid wel veel aandacht voor muziek. Na de Tweede Wereldoorlog was er een snelle uitbreiding van het aantal muziekscholen. Door overheidssubsidies waren muzieklessen goedkoop, waardoor muziekles niet langer alleen iets was voor kinderen van rijke afkomst. Rond de jaren tachtig had vrijwel elke gemeente in Nederland een muziekschool. Inmiddels zijn er nog maar twaalf vrijgevestigde muziekscholen in Nederland, laten cijfers van Cultuurconnectie zien. Velen zijn opgegaan in zogenaamde cultuurcentra.
De grootste klap voor de muzieksector waren de bezuinigingsronden op cultuur in 2012 en 2013. Ondanks veel protest vanuit de cultuursector besloot toenmalig staatssecretaris van Cultuur Halbe Zijlstra de bezuinigingen door te voeren. Muzieklessen werden weer duurder, met als gevolg elk jaar minder nieuwe leerlingen. Steeds meer muziekscholen moesten de deuren sluiten wegens financiële problemen.
Tijdens de coronacrisis ontstonden opnieuw geluiden vanuit de cultuursector dat zij zich door de overheid ondergewaardeerd voelden. Zo stelde Hugo de Jonge tijdens een Kamerdebat over de coronamaatregelen afgelopen april: “Je hoeft niet naar het theater, je kunt ook een dvd opzetten”. Deze woorden schoten bij vele cultuurliefhebbers in het verkeerde keelgat. “Als je zo over cultuur denkt, dan heb je het echt niet begrepen”, zegt Bennis geërgerd. “Muziek creëert verbintenis en biedt voor velen in moeilijke tijden, zoals de coronacrisis, juist een uitlaatklep.”.
Muziek is gezond
“Het is belangrijk dat kinderen de kans krijgen muziek te maken, omdat het ontzettend goed voor je is”, beargumenteert Bennis. “Het verbindt mensen en is bevorderend voor de intellectuele ontwikkeling van kinderen”. De voorzitter heeft gelijk. Er zijn meerdere wetenschappelijke studies die aantonen dat muziek maken het IQ van kinderen verhoogt. Zo bleek uit een onderzoek van Schellenberg dat kinderen die een jaar lang muziekles kregen, een aanzienlijk hoger IQ hadden dan groepen die geen muziekles kregen.
Daarnaast is aangetoond dat muziek maken de sociale en emotionele vaardigheden van kinderen verbetert, meldt het initiatief Muziek Maakt Slim!. Zo zou muziek zorgen voor een optimaler empathisch vermogen. “Muziek maken creëert meer verbindingen tussen het voorste en achterste deel van de hersenen, en dat zorgt voor een sterkere sociale cognitie”, legt hoogleraar klinische neuropsychologie Erik Scherder uit bij New Scientist. Het initiatief ‘Muziek Maakt Slim!’ zet zich ervoor in om deze wetenschappelijke kennis algemeen bekend te maken, zodat instanties als de overheid meer kennis hebben over het belang van muziek maken.
Kennismaking met muziek
De hoge prijzen voor muzieklessen als gevolg van de grote bezuinigingen, hebben ertoe geleid dat muziek maken niet meer voor iedereen toegankelijk is. Zo zei toenmalig wethouder van Cultuur Hannah Belliott bij de Volkskrant: “De muziekschool is weer voor de witte middenklasse geworden”. Sindsdien zijn er verschillende projecten gestart om kinderen kennis te laten maken met muziek. In 2016 lanceerde, destijds minister van Cultuur, Jet Bussemaker het project ‘Meer Muziek in de Klas’.
Bennis zegt over dergelijke initiatieven: “Het is zeker goed om kinderen op school kennis te laten maken met muziek”. Ook zei organiseren elk jaar een scholenproject waarbij ze langs gaan bij basisscholen in de omgeving om kleine muziekcursussen te geven. “Het is alleen wel belangrijk dat een kind vervolgens ook lessen kan krijgen wanneer zij of hij meer wil leren”, vertelt Bennis. En dat is tegenwoordig niet voor alle ouders te betalen. Aan dergelijke situaties probeert de muziekvereniging wel een mouw te passen, omdat ze een instrument leren voor ieder kind mogelijk willen maken. “Maar het is wel vervelend dat we ons daarvoor financieel in allerlei bochten moeten wringen, dat zou makkelijker moeten”, voegt Bennis eraan toe.
Bennis zou graag willen dat de overheid het belang van muziek maken beter gaat inzien. Door voldoende overheidssubsie kunnen muziekscholen zoals Harmonie Nootdorp het lesgeld weer goedkoper maken. Op die manier wordt een instrument leren spelen weer voor ieder kind toegankelijk. “De jeugd is de toekomst van de Nederlandse muziekcultuur”, zegt Bennis. “Het zou zonde zijn als we een talent mislopen omdat haar of zijn ouders zich de muzieklessen niet kunnen veroorloven”.