Heb je het wel eens gevierd? Grote praalwagens, optochten, geschminkte gezichten, maskers en natuurlijk: feest. Vooral de provincies Brabant en Limburg staan bekend om hun grootse aanpak van carnaval. Oorspronkelijk alleen voor katholieken, maar ondertussen een onmisbaar feest voor iedereen.
Een carnavalsoptocht in Breda, Nederland. Foto: Pixabay (CC0)Het feest gaat gepaard met vele tradities die in iedere stad of regio verschillen. Denk bijvoorbeeld aan optochten, de sleuteloverdracht, een hoofdbal en de verkiezing van de prins en het gevolg. Daarnaast dragen carnavalsvierders vaak traditionele kleding, zoals zichtbaar op bovenstaande foto. Deze vrouwen zijn gekleed in de kleuren van de typische klederdracht van Oeteldonk: groen, geel, wit en rood. Foto: Super Formosa Photography (CC BY-SA 4.0)Traditioneel krijgen steden en dorpen, die meedoen aan carnaval, tijdelijk een alternatieve naam. Die specifieke plaatsnamen komen voort uit de lokale nijverheid of het dialect. Het lokale dialect is dan ook de voertaal tijdens carnaval. Al sinds de middeleeuwen staat carnaval in het teken van een sociale ommezwaai waarin de volkstaal voor héél even belangrijker is dan de taal van de elite. Foto: Open streetmap authors (CC BY-SA 2.0 NL)Door de pandemie moesten carnavalsvierders zich de afgelopen twee jaar inhouden. Dit jaar mag het feest dan eindelijk weer losbarsten. Officieel gaat het feest door tot de dag dat de veertig vastendagen voor Pasen beginnen. Dit is ieder jaar tussen 1 februari en 7 maart. In februari en begin maart bereikt het feest haar hoogtepunt. De laatste dag van carnaval staat ook wel bekend als Aswoensdag. Foto: Tom Jutte (CC BY-NC-ND 2.0)
Twee ‘Oeteldonkse’ carnavalsvierders leggen uit welke tradities in Den Bosch gelden tijdens carnaval.
Breda maakt zich op voor 'café-carnaval': 'Dubbel en dwars van genieten!' https://t.co/G4rio6HHQY
Cafés maken zich klaar, want tijdens de laatste persconferentie over het coronavirus riep de minister van Volksgezondheid mensen op om carnaval vooral in ‘eigen omgeving’ te vieren.
