Haagse stadslandbouw: dit is hoe stadsvergroening bijdraagt aan een sociaal ideaal
23 augustus 2021
Janna Huisman
Minorstudent Journalistiek en Nieuwe Media 2020/2021
StadsOase Spinozahof. Foto: Marianne Edixhoven

In en rondom Den Haag schieten duurzame, groene projecten als paddenstoelen uit de grond: stadslandbouw is hip. Maar deze vorm van stadsvergroening draait niet alleen om duurzaamheid. Ook sociale problemen worden ermee aangepakt. Hoe gaat dat in zijn werk? En wat voor initiatieven zijn er zoal in Den Haag te vinden?

Verstopt tussen de grauwe stenen van de stationsbuurt vind je StadsOase Spinozahof, een groen project dat in de winter van 2013 tot stand kwam. De bewoners ergerden zich aan een braakliggend stuk bouwgrond en besloten dat de plek een buurtfunctie moest krijgen.

Nu, bijna acht jaar later, is de Spinozahof een bruisende stadstuin waar Haagse inwoners met ruim twintig verschillende nationaliteiten samenkomen. ‘De Spinozahof is veel meer dan alleen tuinieren’, zegt Marianne Edixhoven, een van de initiatiefnemers. ‘Het werk in de tuin is vooral  een goed excuus om ontmoetingen te realiseren.’

Een lastig begrip

De Spinozahof is een van de vele stadslandbouwinitiatieven in Den Haag. ‘Stadslandbouw’ is een breed begrip dat verschillende definities heeft. Zo schaart het Voedingscentrum alle vormen van voedselproductie in en om de stad onder stadslandbouw; ook stadsboerderijen en volkstuinen.

De Amerikaanse stadsboerderij Greensgrow is het hier niet mee eens. Community gardening zou niet onder urban farming vallen, omdat een commerciële invalshoek ontbreekt.

Volgens Tom Voorma (projectleider Stadslandbouw en Voedselstrategie bij de gemeente Den Haag) is een precieze definitie van stadslandbouw niet zo interessant. Hij zegt dat het vooral draait om het betrekken van inwoners bij de voedselproductie. Al vanaf 2014 zet Voorma zich via de gemeente in om meer erkenning te krijgen voor Haagse stadslandbouwinitiatieven.

Lokale productie

‘Het is veel meer dan alleen een hobby of een geitenwollensokkenidee’, zegt Voorma. ‘Toen ik ermee begon was men nog heel erg zoekende. Iedereen zag de opkomst van groene buurtinitiatieven, maar dacht dat het wel weer voorbij zou gaan. Maar dat gebeurde niet. Tot aan de ministeries toe ziet men nu dat stadslandbouw een laagdrempelig middel is om bewustwording voor ons klimaatsysteem te creëren.’

Volgens Voorma is ieder stadslandbouwinitiatief actief bezig met (een van) de volgende kenmerken: duurzaamheid, sociale interactie en diervriendelijkheid. ‘Het draait vooral om bewustwording en verbinding met de voedselketen. Van munt telen in je vensterbank tot productiebedrijven buiten de stad; als het iets te maken heeft met duurzaamheid, een sociale insteek heeft of bewust bezig is met eerlijke prijzen valt het onder stadslandbouw.’

Grote voedselproducenten in het Westland doen er soms een beetje lacherig over. ‘Die denken: joh, stap op de fiets en je staat er middenin.’ Maar volgens Voorma gaan die bedrijven voorbij aan de functie die stadslandbouw heeft: ‘mensen betrekken door een beetje te pielen.’  Dat zorgt er uiteindelijk ook voor dat men bereid is een eerlijke prijs te betalen voor voedsel van grote producenten.

Het gaat er dus niet om dat je uiteindelijk de hele stad kunt voeden. Voorma: ‘Het belangrijkste is dat je gewoon kijkt naar wat er lokaal geproduceerd kán worden.’

Sociale voordelen

Bij buurtinitiatieven als de Spinozahof draait het dus niet om de productie. ‘Het doel is vooral om mensen en kinderen in contact te laten komen met eten en waar het vandaan komt’, zegt Voorma. ‘Dit zorgt ervoor dat mensen meer waardering krijgen voor hun voedsel en tegelijkertijd vers en gezonder gaan eten.’

Edixhoven bevestigt dit: ‘Bij de Spinozahof leggen we de focus op sociale inclusiviteit, laagdrempeligheid, duurzaamheid en vrolijkheid’. Daarnaast vervult zo’n buurtuin een educatieve functie. Op allerlei manieren wordt geprobeerd de bezoekers ‘en passant’ het belang van duurzaamheid in te laten zien. Zo heeft de Spinozahof zonnepanelen en koken de bezoekers vegetarisch op inductieplaten. Edixhoven: ‘Sommige mensen moeten erg wennen aan koken op inductie. Omdat we met losse platen werken, zeggen we wel eens: neem er een mee en probeer het thuis!’

Op de vraag of je met een moestuintje ook bijdraagt aan de doelen van stadslandbouw antwoordt Voorma: ‘Natuurlijk. Je komt om in sommige gewassen, waardoor je boontjes uit gaat delen aan de buren. Zo eten zij ook weer vers en gezonder, is de transportafstand minimaal en gebruiken ze minder plastic verpakkingen’.  

Onderstaande kaart laat verschillende stadslandbouwinitiatieven zien in regio Den Haag. De initiatieven zijn als volgt opgedeeld: tuindersverenigingen, wijkinitiatieven, groene ontmoetingsplekken, stadstuinen, school- en jongerentuinen & Milieu Educatie Centra, eetgelegenheden, stadsboerderijen, imkers en een overige categorie.

23 augustus 2021 |
Janna Huisman
Minorstudent Journalistiek en Nieuwe Media 2020/2021