Waarom het moordcijfer in Nederland al sinds de jaren negentig daalt maar in Amsterdam (nog) niet
6 april 2021
Maret Albert
Student pre-master Journalistiek en Nieuwe Media 2020/2021. Hiervoor student The New School for Information Services.

Al vanaf 1992 is er in Nederland sprake van een daling in het aantal slachtoffers van moord en doodslag. Dit moordcijfer bleef in heel Nederland dalen tot 2019. Opvallend genoeg begon het moordcijfer in Amsterdam al in 2017 aan een stijging. Ook andere grote steden lijken de algemene trend niet te volgen, blijkt uit de database van de politie en de Dutch Homocide Monitor. Hoe zit dat en hoe kan het dat gegevens over moordaantallen zo verschillend zijn?

Marieke Liem, hoogleraar Geweld en Interventies aan de Universiteit Leiden, coördineert met haar team de Dutch Homocide Monitor. Zij deed het eerste onderzoek dat over een periode van 25 jaar een verdiepende analyse geeft van de moordtrend in Nederland. Met behulp van de Monitor beschrijft dit onderzoek de trend in slachtofferschap van moord in Nederland van 1992 tot 2016.  

Gebeurtenissen worden in de Dutch Homocide Monitor opgenomen wanneer deze door de politie zijn geregistreerd als moord dan wel doodslag. Pogingen tot moord of doodslag worden in de monitor niet opgenomen. De database van het CBS, dat haar gegevens krijgt van de politie, neemt wel de pogingen tot mee. Daarom valt het cijfer bij het CBS hoger uit. Daarnaast vallen onder ‘moord en doodslag’ in de database van het CBS ook zelfdodingen, euthanasie, illegale abortus en andere misdrijven tegen het leven. Liem: ‘Wij gebruiken de datasets van het CBS niet, omdat deze discrepanties vertoont met andere datasets. Het is dus niet precies mogelijk te achterhalen welk deel van de cijfers slechts betrekking heeft op moord en doodslag. Met de Dutch Homocide Monitor beogen wij die lacune te vullen.’

Ontwikkelingen

In totaal hebben er in Nederland tussen 1 januari 1992 en 31 december 2016 4.845 moordzaken plaatsgevonden. In die 25 jaar is het aantal moordzaken gedaald van 247 zaken in 1992 naar 102 zaken in 2016. Vanaf 2003 zien we een sterk dalende trend in het aantal slachtoffers. Na een kleine stijging in 2007, blijft die dalende trend zich voortzetten naar 0,62 slachtoffers per 100.000 inwoners in 2016. Het team van Liem heeft nog geen onderzoek gepubliceerd over het moordcijfer vanaf 2016, al blijkt volgens gegevens van de politie de daling in Nederland nog verder door te zetten. Maar of die gegevens daadwerkelijk iets zeggen over het aantal slachtoffers, is volgens Eric Slot, oprichter van de website Moordatlas, lastig te zeggen. ‘Uit de cijfers van het CBS blijkt dat de politie moord en doodslag en pogingen tot moord en doodslag, bij elkaar optelt. Het is goed mogelijk dat het aantal geslaagde pogingen een heel andere ontwikkeling laat zien dan alleen de pogingen tot.’ Op Moordatlas houdt Slot alle moorden bij die sinds 2005 in Amsterdam zijn gepleegd en sinds 2010 in de rest van het land.

In de 25 jaar dat de Dutch Homocide Monitor de moordtrend bijhield, vond één op de drie dodingen in gezinsverband plaats (zo’n 36,5 procent), gevolgd door ruziemoorden (26,6 procent). De derde grootste groep zijn de moorden in het criminele circuit. Het zijn precies de moorden in deze categorie die ervoor zorgen dat Amsterdam niet langer meegaat met de dalende trend. Liem: ‘In heel Nederland vindt de daling al sinds de jaren negentig plaats. Ditzelfde geldt voor de grote steden, en met name Amsterdam. Toch lijkt hier sprake te zijn van een counter trend: een trend die in reactie op of tegen een andere trend is. In deze grote steden zijn het met name de moorden in het criminele circuit die de algehele daling niet meer volgen. Daarom is het nu moeilijk om algemene uitspraken te doen over deze cijfers.’ Ook Wim van de Pol, onderzoeksjournalist en hoofdredacteur van de website Crimesite, benadrukt het toenemende aantal moorden in het criminele circuit. ‘In het algemeen is er een stevig dalende trend in het moordcijfer, maar de liquidaties in het criminele circuit fluctueren nogal. Ik denk dat er met name in Amsterdam en Rotterdam de afgelopen tien jaar meer slachtoffers van liquidaties zijn geweest dan in de tien jaar daarvoor.’

Verklaringen van de algemene dalende trend

In de grote steden worden dus meer moorden gepleegd dan voorheen. Maar wat veroorzaakt dan de algemene daling van de moordtrend in Nederland? Die daling is vooral te vinden onder de mannelijke slachtoffers in de leeftijd 20 tot 39 jaar, gevolgd door de jongvolwassen vrouwelijke slachtoffers. Verschillende studies beargumenteren dat het vooral een veranderde of aangepaste levensstijl is die ervoor zorgt dat mannen tussen de 30 en 40 hun vrije tijd meer binnenshuis doorbrengen, of in gesuperviseerde ruimtes. Hierdoor lopen ze minder risico om dader dan wel slachtoffer te worden van moord.

De sterke daling onder jongvolwassen vrouwelijke slachtoffers kan niet alleen verklaard worden door een veranderde levensstijl. De toegang tot professionele hulp wordt vaak als reden geopperd voor de daling in het moordcijfer bij de vrouwen. Jongvolwassen vrouwen zijn voornamelijk slachtoffer van fataal huiselijk geweld en door de vergrote toegankelijkheid van professionele hulp kan voorkomen worden dat huiselijk geweld een fatale afloop heeft. Liem en haar team verwachten dat de daling in de moordtrend door blijft zetten, maar het blijft de vraag wat het gevolg zal zijn van de counter trend in het criminele circuit in de grote steden. Van de Pol: ‘Er zijn aanwijzingen dat het huidige drugsbeleid onvoldoende effectief is, dus het is de vraag wat volgende kabinetten aan de georganiseerde misdaad in grote steden kunnen doen.’

6 april 2021 |
Maret Albert
Student pre-master Journalistiek en Nieuwe Media 2020/2021. Hiervoor student The New School for Information Services.