De meeste grote pretparken in Europa blijven elk jaar hun toegangsprijzen verhogen. Toch nemen de bezoekersaantallen ook steeds toe.
Een dagje pretpark kan al snel een duur uitje worden, denk aan toegangskaartjes, parkeerkosten en eten en drinken. Een uitje wat al snel flink wat geld kost voor gezinnen. Al deze kosten lijken veel en dan stijgen de prijzen van de toegangskaartjes zelf ook nog eens jaarlijks. Waar je 29 euro betaalde in 2010 om de Efteling in te kunnen, is dat nu 42 euro. Ook Disneyland in Parijs steeg flink. Zo betaalde je in 2015 nog 69 euro voor het park, nu is dat 89 euro. En toch stijgen de bezoekers aantallen ook mee. In 2010 zat de Efteling op 4 miljoen bezoekers, nu is dat boven de 5 miljoen. Bij Disney is die vergelijking lastiger te maken door de aanslagen in Parijs die de cijfers beïnvloeden (zie het dipje in de grafiek hieronder), maar ook daar blijven de bezoekers aantallen rond de 10 miljoen zitten en zullen die binnenkort weer gaan stijgen. Ondanks dus dat de prijs 20 euro omhoog is gegaan in 5 jaar.
Een van de redenen dat de parken moeten blijven investeren, is om aantrekkelijk te blijven en gasten te laten terugkomen. Zo opende de Efteling in 2017 de ‘darkride’ Symbolica. Hier ga je met karretjes rond door het paleis van Pardoes, de parkmascotte. Deze attractie kostte 35 miljoen euro. De prijs ging dat jaar dan ook weer met 1 euro omhoog. De bezoekers kwamen er wel massaal op af en de aantallen gingen van 4.76 miljoen in 2016 naar 5.18 miljoen in 2017. Een groot succes dus. Oud Efteling directeur en ‘attractie en pretpark specialist’ Reinout van Assendelft de Coningh zegt dat die investeringen ook nodig zijn vanwege de grote concurrentie op de markt. Alle parken willen bezoekers uit binnen en buitenland trekken en dat vraagt flinke investeringen. Ook noemt hij de recente btw verhoging van 6% naar 9% een reden dat prijzen blijven stijgen.
Dit investeren tegenover de bezoekersaantallen zie ook je niet overal terug. Zo heeft Toverland bij Sevenum in 2018 meer dan 30 miljoen euro geïnvesteerd in twee nieuwe themagebieden met attracties, waaronder een spectaculaire achtbaan. De toegangsprijs steeg mee en er werd voor het eerst meer dan 1 miljoen bezoekers verwacht. De stijging was echter maar 50.000 nieuwe bezoekers, naar 862.000. Dit betekend minder geplande inkomsten en maakt nieuwe investeringen moeilijker.
Ook bij het tweede park van Europa na Disney qua bezoekersaantallen is het niet helemaal gelijk. Europa-Park in Duitsland had 5.7 miljoen bezoekers in 2019. De prijs en de bezoeken gingen altijd gelijk op. Sinds 2015 openden ze meerdere kleine projecten en renovaties en stegen de bezoekersaantallen minder hard. Toch bleef de prijs elk jaar sneller stijgen. Zo waren er grote en opvallende investeringen in 2009 en 2012, met twee grote achtbanen. In 2009 koste een kaartje 34 euro en in 2012 37,50. Een kleine stijging met twee grote uitbreidingen. Van 2016 tot nu steeg de prijs met 10 euro in 4 jaar en een kaartje kost er tegenwoordig 55 euro, terwijl er dus minder spectaculaire attracties openden. Wel was het park een nieuw waterpark in het resort aan het bouwen. Dit zou de stijging kunnen verklaren, ook al moeten de parken uiteindelijk financieel los van elkaar kunnen opereren.
De verwachting is dat de prijzen nog wel even zullen doorgroeien. Disney zal langzaam, naar de 100 euro gaan en andere parken zullen sneller stijgen. Parken in Europa zullen inlopen op Disney, maar dat blijft alleen werken als de bezoekers ook meer waarde voor hun geld blijven krijgen. Ook zie je parken nu spelen met flexibele prijzen. Goedkopere kaartjes in het laagseizoen, duurdere kaartjes in de weekenden en vakanties en de duurste in de weekenden van de vakanties. Zo hopen parken de bezoekers beter te spreiden. Want van te drukke parken wordt niemand blij. Natuurlijk kan Corona alles omgooien, nu pretparken al een jaar dicht zijn. Misschien stijgen de prijzen sneller om het verlies te compenseren.
‘Misschien moeten we ook accepteren dat de trend er is en dat de grote parken niet meer een jaarlijks uitje zijn voor het gewone gezin’, zegt Robert Niles, redacteur van de pretpark site Theme Park Insider. ‘Maar dat deze parken meer focussen op de wat rijkere (internationale) toeristen.’ Voor goedkope dagjes weg zijn er nog genoeg kleinere parken die nauwelijks duurder worden en stabiele bezoekersaantallen houden. Misschien wordt het nu jaarlijks dagje Efteling voor velen wel een jaarlijks dagje Toverland, Duinrell of Slagharen en wordt de Efteling een uitje wat je om de zoveel jaar doet. De markt en de concurrentie blijven voorlopig nog groeien en dat belooft in ieder geval een interessante toekomst.