Het staat zo vast als een huis: het woningtekort slaat toe
6 april 2021
Daniël Vredenberg
Student minor Journalistiek en Nieuwe Media (2020/2021).
Veel huizen die te koop worden gezet, worden vrijwel meteen daarna verkocht. Vaak door het substantieel overbieden van de oorspronkelijke vraagprijs. Onbewerkte foto: The lens profile (CC BY-NC-SA 2.0).

Afgelopen verkiezingen was het woningtekort een hot topic. Prijzen van woningen rijzen de pan uit, verhuizen is nagenoeg onmogelijk en starters zijn kansloos. De komende jaren moet flink bijgebouwd worden om het woningtekort tegen te gaan.

Een dak boven je hoofd is een mensenrecht en staat verankerd in de grondwet. Toch is het kopen of huren van een woning steeds lastiger in Nederland. Dit komt door het groeiende woningtekort. De vraag overstijgt het aanbod van woningen. ‘Op het moment dat er bij ons een woning vrijkomt, dan staan soms honderden mensen op de wachtlijst. Woningen zijn super snel weer verhuurd’, zegt Staedion, woningcorporatie in Den Haag. Bij koopwoningen komt het steeds vaker voor dat kopers gigantisch overbieden, vaak gesteund door ouders. Kopers met een kleiner budget zijn daardoor kansloos.

Als we kijken naar de stijging van de gemiddelde huizenprijs over de afgelopen 25 jaar, dan valt een forse stijging te zien. Waar in 1995 de gemiddelde verkoopprijs 93.750 euro bedroeg, lag de gemiddelde verkoopprijs begin 2021 op 369.070 euro. Het afgelopen jaar alleen al is de gemiddelde verkoopprijs van huizen met 48.181 euro gestegen. Hoe heeft het zover kunnen komen en wat is de oplossing?

Boosdoeners

Femke Daalhuizen, werkzaam bij het Planbureau voor de Leefomgeving, geeft aan dat demografie een zeer belangrijke rol speelt in het ontstaan van krapte op de woningmarkt: ‘Toenemende huishoudensverdunning, immigratie en vergrijzing waarin mensen steeds langer thuis blijven wonen, zijn de grootste oorzaken van de druk op de woningmarkt.’ Uit onderzoek van CBS blijkt dat het aandeel eenpersoonshuishouden in Nederland door de jaren heen veel meer is gestegen dan de meerpersoonshuishouden.

‘Daarnaast worden steeds hogere eisen gesteld aan onze woningen in de zin van functieverbreding. Sinds de coronacrisis moeten woningen ook werkplek of onderwijsplek zijn. Oude woningen zijn daardoor niet toereikend genoeg,’ geeft Femke Daalhuizen aan. ‘Huizen moeten vernieuwd worden. Woningcorporaties zoals Staedion in Den Haag, moeten daardoor veel nieuwbouwwoningen aanleggen. Tegelijkertijd ontstaat een kans om het probleem van ruimtegebrek in de Randstad op te lossen. ‘Als we woningen slopen, bouwen we op die plek meer woningen terug’, zegt Staedion. Maar het probleem van stikstof gooit roet in het eten. ‘Dat geeft voor het halen van de doelen veel onzekerheid,’ stelt Staedion.

Toekomst

De oplossing die vaak wordt genoemd door de politiek is snel nieuwe woningen bouwen. Het plan is om één miljoen woningen te bouwen de komende tien jaar. ‘De jaarlijkse nieuwbouw is een fractie van wat er al staat. En wat er staat, blijft decennia lang staan terwijl demografische ontwikkelingen sneller kunnen gaan’, zegt Femke Daalhuizen. ‘Overigens zou je vanuit demografisch perspectief een ‘positief’ effect verwachten van de huidige vergrijzing op het toekomstige woningaanbod omdat zij komen te overlijden’, voegt Femke Daalhuizen toe.

De cijfers van het CBS laten zien dat de totale woningvoorraad sinds 2012 met een half miljoen woningen is uitgebreid. Als deze trend zich doorzet, dan wordt het doel van één miljoen woningen pas rond 2036 gehaald. Om de doelen van 2030 te halen, is het noodzaak om per jaar 100.000 nieuwe woningen te bouwen. Dit doel wordt nu al niet gehaald door de woningcorporaties. ‘De verhouding tussen geld en de opgave die er ligt, is totaal scheefgegroeid. Middelen van een woningcorporatie zijn niet onuitputtelijk’, zegt Staedion.

In 2010 werd besloten om het ministerie van Ruimtelijke Ordening, belast met de volkshuisvesting, af te schaffen. Nu vindt een groot aantal politieke partijen dat deze beslissing deels moet worden teruggedraaid. Het is de bedoeling dat er weer één minister komt die gaat over de inrichting van Nederland. Het Planbureau voor de Leefomgeving geeft aan dat een aparte minister geen garantie biedt dat er meer of sneller woningen gebouwd worden. Dit komt doordat lokale overheden primair verantwoordelijk blijven voor het halen van de bouwdoelen. De minister kan niets meer dan bijsturen.

Desondanks is een meerderheid van politieke partijen voor om een apart ministerie op te richten. De aparte minister kan optreden als bemiddelaar tussen lokale overheden en woningcorporaties. Daarnaast kan meer gestuurd worden op het nakomen van bouwafspraken. De politieke meerderheid wil dat de overheid weer regie pakt om het probleem van het woningtekort aan te pakken omdat woningcorporaties dat niet alleen kunnen. ‘Woningcorporaties zijn niet het tovermiddel voor het oplossen van het woningtekort. Andere partijen moeten ook hun verantwoordelijkheid nemen’, zegt Staedion.

6 april 2021 |
Daniël Vredenberg
Student minor Journalistiek en Nieuwe Media (2020/2021).