Achtergrondartikel
Zonder vrouwenquotum is voor vrouwen de top onbereikbaar
9 maart 2021
Marcielle van der Kraan
Student minor Journalistiek en Nieuwe Media (2020/2021). Bachelorstudent Nederlandse Taal en Cultuur.

Op 3 december 2020 stemde een meerderheid in de Tweede Kamer voor een vrouwenquotum dat per 1 januari 2021 in werking ging. Dit betekent dat vanaf dat moment de Raad van Commissarissen van beursgenoteerde bedrijven voor 30 procent uit vrouwen moet bestaan. Dit quotum is ingesteld om ervoor te zorgen dat meer vrouwen de top zullen bereiken en het ‘glazen plafond’ kunnen doorbreken, maar wat vinden vrouwen eigenlijk zelf van deze quotawet?

Al jaren wordt geworsteld met het lage percentage vrouwen aan de top. Met invoering van het nieuwe vrouwenquotum vervalt het wettelijke streefcijfer. Dit streefcijfer werd in 2013 ingevoerd om het aantal vrouwen in bestuurlijke functies te verhogen. De streefcijferregeling had als doel dat de Raad van Bestuur (RvB) en de Raad van Commissarissen (RvC) minimaal voor 30 procent uit mannen en 30 procent uit vrouwen moest bestaan.

Wanneer bedrijven er niet in slaagden om dit streefcijfer te behalen, moesten zij zich verantwoorden in het jaarverslag. Vorig jaar had 67 procent van de bedrijven geen vrouw in het bestuur, 43 procent van de bedrijven had geen vrouw in de Raad van Commissarissen en maar liefst 90 procent van de Nederlandse beursgenoteerde bedrijven voldeed in 2020 niet aan het streefcijfer.

Ondanks deze feiten bestaat in datzelfde jaar de Raad van Commissarissen van alle beursgenoteerde bedrijven bij elkaar voor 29,5 procent uit vrouwen. Dat is nog niet genoeg voor de Sociaal-Economische Raad (SER) – de belangrijkste adviesraad voor regering en parlement – en de Commissie Monitoring Topvrouwen. Volgens hen stijgt het aantal vrouwen aan de top en is het vrouwenquotum een manier om dit proces te versnellen.

De Nederlandse quotawet is naar voorbeeld van het Noorse vrouwenquotum. Noorwegen voerde in 2006 als eerste Europese land een bindend vrouwenquotum in. De bestuursraden van beursgenoteerde bedrijven moesten binnen twee jaar voor minstens 40 procent uit vrouwen bestaan. Bijna alle bedrijven deden gehoorzaam wat hen werd opgedragen, de andere bedrijven verdwenen van de beurs en ontkwamen zo hun straf. De vrouwen die na het quotum werden aangenomen bleken genoeg gekwalificeerd. Voorstanders van het quotum willen graag voortbouwen op dit voorbeeld en hopen dezelfde resultaten te boeken. Toch zijn er ook nog genoeg tegenstanders van de quotawet. Zo ook vrouwen.

‘Excuustruus’

Het bekendste tegenargument dat vrouwen noemen is dat zij bang zijn niet meer op basis van competentie, maar op basis van sekse benoemd te worden. Ook willen ze niet gebruikt worden als ‘Excuustruus’ om zo maar aan het quotum te voldoen. Zo ook oprichtster van de Dolle Mina actiegroep van de jaren ‘70, Dunya Verwey: ‘Een quotum waar dwang achter zit helpt niet. Dat geeft de vrouwen die benoemd gaan worden het gevoel dat ze om andere redenen dan hun kwaliteiten benoemd zijn. Dat vind ik gewoon niet juist. Dat is een bagage die vrouwen niet op positieve manier helpt om prettig te functioneren in een omgeving waar vrouwen zich toch al in moet vechten. Vrouwen zullen zich na zo’n quotum moeten blijven bewijzen. Ik denk dat vrouwen er zelf niet blij van worden.’

Een aantal vrouwen is huiverig voor het vastklevend vooroordeel dat zij hun positie te danken hebben aan positieve discriminatie van de vrouw, maar volgens Petra Zijp, Managing Partner bij advocatenkantoor NautaDutilh, is dat niet helemaal terecht. ‘Ik denk dat we af moeten stappen van het denkbeeld dat vrouwen alleen benoemd worden om het feit dat ze vrouw zijn,’ begint Zijp. ‘Er zijn zoveel goede topvrouwen die voorheen niet gevonden werden, omdat die niet in het old boys network zaten. Ik denk dat die vrouwen zeker op hun kwaliteiten worden benoemd en niet omdat ze vrouw zijn, maar gewoon omdat ze het hartstikke goed doen.’

Een ander bekend tegenargument van het vrouwenquotum, is dat mannen op deze manier gediscrimineerd worden. ‘De Europese rechter heeft daar hele mooie richtlijnen voor gegeven,’ aldus Mirella Visser. Visser is schrijfster van De zijderoute naar de top, voorzitster van vele bedrijven waaronder Centre for Inclusive Leadership en nauw betrokken bij de quotawet. ‘Ik ben ook niet voor vrouwen aannemen zonder kwalificaties, maar ik ben ook niet voor de situatie zoals deze nu is. Nu hebben we eigenlijk een soort impliciet quotum voor mannen.’

Tijd voor actie

Veel vrouwen die voorheen tegen het quotum waren, scharen zich er nu wel achter. Na jarenlang discussiëren over het streefcijfer, is het volgens een aantal vrouwen tijd voor actie. ‘Ik was vroeger altijd heel erg tegen dat quotum. Ik vond het kunstmatig en dacht dat het benoemingen zou opleveren die tot bezwaren zouden leiden, maar ik ben veranderd. Ik denk er al bijna tien jaar anders over. Ik heb gezien, ook in mijn eigen vakgebied, hoe zeer de top nog door mannen beheerst wordt,’ aldus Petra Zijp. ‘Als ik soms binnenkom in een zaal, zitten er nog steeds alleen maar mannen. Daar word ik wel een beetje moe van. Ik denk daarom dat het goed is dat het quotum er is. Die topvrouwen zijn er wel. Het is van belang dat we een meer evenwichtige verdeling krijgen van de top in Nederland.’

Ook Mirella Visser was lange tijd geleden tegen de quotawet, maar is nu een van de grootste voorstanders. ‘Ik ben al zo lang met het onderwerp bezig. Ik ben begonnen in 2000. Toen was ik nog tegen de quotawet. Destijds was ik er nog van overtuigd dat bedrijven het zelf voor elkaar zouden krijgen. Na het 20 jaar op alle mogelijke manieren geprobeerd te hebben, zie ik dat het invoeren van het vrouwenquotum echt de enige effectieve manier is om voortgang te boeken. Er wordt nu te veel tijd en vrouwelijk talent verspild.’

Visser heeft met de Universiteit van Utrecht een aantal zienswijzen gepubliceerd richting het ministerie om de wetgeving rond de quotawet te beïnvloeden. ‘In de quotawet, die we nu hebben, zit de sanctie van de “lege stoel”. Als een bedrijf in de Raad van Commissarissen geen geschikte vrouw voor de functie kan vinden, blijft de stoel leeg. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat mannen altijd geschikter zijn dan vrouwen. Sinds 1999 studeren er meer vrouwen dan mannen af van de universiteit, sneller en met betere cijfers. We kunnen er geen discussie meer over voeren, vrouwen zijn meer dan voldoende geschikt.’  

Foto: Pexels (CC0).

9 maart 2021 |
Marcielle van der Kraan
Student minor Journalistiek en Nieuwe Media (2020/2021). Bachelorstudent Nederlandse Taal en Cultuur.