Achtergrondartikel
Waarom de Nederlandse kijk op Srebrenica ‘extreem problematisch’ is
1 maart 2021
Kim Bergsma
Pre-masterstudent Journalistiek en Nieuwe Media 2020/2021

De gebeurtenissen rondom de val van Srebrenica in 1995 staan nog altijd in het collectief geheugen gegrift. Maar doet de manier waarop we deze gebeurtenissen vastleggen wel recht aan wat er daadwerkelijk is gebeurd? Volgens betrokkenen wordt het verhaal in Nederland nog altijd te eenzijdig gepresenteerd.

Als Nederlandse Dutchbatters in 1995 omsingeld worden door Bosnische Serven, lijkt de vredesmissie in Srebrenica geen kans van slagen meer te hebben. Met lichte bewapening en slechts verloren moed trekken de troepen zich terug en laten de Bosnische moslims (Bosniaks) aan hun lot over. Niet eerder eindigde een vredesmissie van de Verenigde Naties zó desastreus dat de grootste naoorlogse genocide ooit plaatsvond. En dat onder toeziend oog van Nederlandse militairen. Een steek in het hart van slachtoffers en nabestaanden die Nederland nog steeds niet lijken te vergeven.

465 geïdentificeerde lichamen van Bosnische Moslims – 2007 (Foto: Almir Dzanovic (CC BY-SA 3.0)

Maar doet deze vertaling van de geschiedenis wel recht aan wat er daadwerkelijk is gebeurd? Volgens historicus Monique Brinks zijn hierover nog veel misvattingen. ‘Dat de Bosniaks onder de ogen van Dutchbatters zijn afgevoerd klopt, maar dat ze ook onder hun toeziend oog ter dood zijn gebracht is gewoonweg niet waar’, legt ze uit. Van 2014 tot 2017 is Brinks betrokken geweest bij het opzetten van de tentoonstelling ‘Srebrenica Genocide – the Failure of the International Community’ in Potočari. Een opgave met heel wat uitdagingen, aangezien veel Bosniërs nog altijd wrok koesteren tegenover Dutchbatters. Brinks: ‘Omdat alle betrokkenen een eigen perspectief hadden was het lastig om in het midden te blijven.’

Te ‘Nederlands’

Toch is het haar in 2017 gelukt een onbevangen tentoonstelling te openen voor publiek. De expositie vertelt in chronologische volgorde het verhaal van de genocide in Srebrenica. Ondanks deze bijzondere prestatie heeft mede-initiatiefnemer Dion van den Berg wel punten van kritiek. Als beleidsadviseur bij vredesorganisatie PAX vindt hij de tentoonstelling nog veel te ‘Nederlands’. Hij had graag meer accent gelegd op de positie van de Verenigde Naties destijds, maar door samenwerkingen met andere partijen moesten compromissen worden gesloten.

Zijn kritiek gaat daarentegen niet alleen op voor de tentoonstelling. Ook in de Nederlandse politiek wordt volgens hem te vaak gekeken vanuit de bril van de Dutchbatters. ‘De Nederlandse staat moet tot op de dag van vandaag nog steeds iets zeggen over de specifieke, Nederlandse verantwoordelijkheden’, vertelt hij gefrustreerd. Afgelopen juli sprak premier Rutte tijdens de herdenking over ‘politieke medeverantwoordelijkheid voor het falen van de internationale gemeenschap.’ Een nietszeggende uitspraak die volgens Van den Berg ook de premier van Senegal had kunnen doen. Ondanks dat de Hoge Raad in 2019 concludeerde dat Nederland verantwoordelijk was voor de dood van 350 Bosnische moslimmannen, lijkt het erop dat er een politiek taboe rust op het nemen van verantwoordelijkheid. Van den Berg: ‘Wat dat betreft is de Nederlandse kijk op Srebrenica nog steeds extreem problematisch.’

Srebrenica in het onderwijs

Toch zijn er tal van mogelijkheden om de geschiedenis op een juiste manier vast te leggen. Het onderwijs is bij uitstek een plek die zich daarvoor ontleent. ‘Als je kijkt naar mensen onder de 20 jaar, zie je dat een groot deel van hen nog nooit van de gebeurtenissen in Srebrenica heeft gehoord. Het deel dat er wel van heeft gehoord, weet eigenlijk maar heel weinig’, legt Brinks uit. Waar exact verbeteringen nodig zijn laat het onderwijsrapport van PAX zien. Samen met Mark van Berkel, geschiedenisdocent op de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, heeft de vredesorganisatie zich verdiept in de representatie van Srebrenica in het onderwijs.

Het onderzoek toont aan dat er vaak een duidelijke rolverdeling van daders en slachtoffers is. Veelal worden de Serven als daders, de moslims als slachtoffers en de Nederlandse militairen als machteloze partij weergegeven. Van Berkel benadrukt in zijn conclusie dat het belangrijk is om meerdere perspectieven te presenteren. ‘Met meerdere invalshoeken en interpretaties kan beter recht worden gedaan aan de historische complexiteit’, luidt het rapport. Gebeurt dat niet, ontstaat het gevaar van manipulatie en machtsmisbruik. De eenzijdigheid van de verhalen zouden dan kunnen worden ingezet om groepen af te bakenen of collectieve acties te rechtvaardigen.

“De Nederlandse discussie is er vooral op gericht om te laten zien dat anderen het fout hebben gedaan”

Dion van den Berg

Het taboe doorbreken

De afgelopen jaren wordt steeds meer van deze geschiedenis ingekleurd. Zo worden langdurende rechtszaken na jaren eindelijk afgerond en is voormalig Servisch kolonel Ratko Mladić in Den Haag veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. Ook steeds meer oud-militairen proberen het taboe te doorbreken. Zo vertellen een aantal voormalig-Dutchbatters in een documentairereeks van Coen Verbraak over hun ervaringen tijdens de val van Srebrenica. Nieuwe inzichten als deze zorgen ervoor dat Karremans’ bekende uitspraak Don’t shoot the piano player plaats maakt voor verhalen die meer perspectief bieden.

Of de Nederlandse regering ooit verantwoordelijkheid zal nemen voor haar daden, zal de toekomst moeten uitwijzen. ‘De Nederlandse discussie is er vooral op gericht om te laten zien dat anderen het fout hebben gedaan’, vertelt Van den Berg. ‘Ik ben ervan overtuigd dat, als de politiek toegeeft dat er fouten zijn gemaakt, er ruimte zal ontstaan voor een nieuwe discussie. Want we moeten niet vergeten’, voegt hij eraan toe, ‘dat ook Dutchbatters het slachtoffer zijn.’

1 maart 2021 |
Kim Bergsma
Pre-masterstudent Journalistiek en Nieuwe Media 2020/2021