Twaalf maanden coronacrisis: wat heeft de politiek voor jouw studententijd betekend?
1 maart 2021
Jelrik Westra
Student minor Journalistiek en Nieuwe Media 2020/2021 Bachelor Bestuurskunde (Erasmus Universiteit Rotterdam)

In maart is het een jaar geleden dat universiteiten de deuren sloten en laptops open werden geklapt voor de eerste ZOOM-colleges. Twaalf maanden na de eerste persconferenties van Mark Rutte en (toen nog) Bruno Bruins ziet de situatie van de gemiddelde student in Nederland er weinig anders uit dan kort na de aanvang van de coronacrisis. Hoe hebben studenten, onderwijsinstellingen en politici het lange pad terug bewandeld? Hoe wordt er gezorgd voor goed onderwijs, en ligt er voor studenten compensatie in het vooruitzicht?

Vanaf 16 maart begon het lange wennen aan zaken die voor studenten inmiddels cliché zijn. Digitale colleges, afgelaste stages en proctoring waren oplossingen voor de korte termijn, maar moeten al twaalf maanden het onderwijs stutten. De negatieve gevolgen daarvan zijn inmiddels goed zichtbaar. Studenten, maar ook politici, zochten daarom het afgelopen jaar naar vormen van verlichting voor het hoger onderwijs.

De weg terug

Onderzoek wijst inmiddels uit: studenten komen in grote problemen door de coronacrisis. Niet alleen geven ze aan dat de kwaliteit van hun digitale lessen ondermaats is, ook geven ze aan mentaal in de problemen te komen door het wegvallen van de sociale delen van hun studie. Vooral eenzaamheid viert hoogtij. Meer fysiek onderwijs lijkt dus de remedie voor de problemen die de coronacrisis op doet laaien onder jongeren.

Dat fysieke onderwijs liet in 2020, net als nu, even op zich wachten. Pas vanaf juni waren studenten weer in beperkte mate welkom op de campus. En alhoewel de regering ze enkele momenten dreigde af te lassen, werden de traditionele introductieweken druk bezocht. Het aantal eerstejaarsstudenten was immers groter dan ooit

Student Bestuurskunde Eswara de Mol leidde als gids een groep verse eerstejaars rond tijdens de Rotterdamse Eurekaweek: “Die nieuwe studenten kwamen vanuit een hele onzekere examenperiode naar een nieuwe stad toe”, legt ze uit. “Daarom is het zo belangrijk dat ze een goede start krijgen op hun universiteit.” De Mol prijst hierbij het beleid van de Erasmus Universiteit om bij het inplannen van fysiek onderwijs voorrang te geven aan het onderwijs van eerstejaars studenten.

De weg terug naar normaal leek in de zomer dus ingezet, maar de roep voor verdere versoepeling in het onderwijs bleef. Studentenvakbonden riepen op tot uitbreiding van het aantal fysieke colleges, desnoods in leegstaande bioscopen en theaters. Verder dan experimenten kwamen dergelijke initiatieven niet.

Het nieuwe studiejaar was immers nog maar net begonnen, of het aantal coronabesmettingen begon opnieuw op te lopen. Op 14 december start na de tweede televisietoespraak van minister-president Rutte (VVD) de tweede lockdown. Op enkele fysiek geplande tentamens na gaat het hoger onderwijs opnieuw dicht. Een situatie die op het moment van schrijven onveranderd is: studenten zijn drie maanden later nog steeds aangewezen op hun webcam.

Ondersteuning en compensatie

Aangewakkerd door verkiezingstijd of niet, vanaf deze tweede lockdown begon er in de politiek een luidere roep te ontstaan voor financiële ondersteuning en compensatie voor studenten. Een voorstel van Rob Jetten (D66) en Jesse Klaver (GroenLinks) om een gratis studiejaar te realiseren voor studenten met vertraging, behaalde een meerderheid in de Tweede Kamer. Het inmiddels demissionaire kabinet vormde dat om tot een gratis halfjaar voor alle studenten, ongeacht vertraging.

Dat laatste maakt onderdeel uit van een miljardeninvestering in het onderwijs, die ministers Van Engelshoven (D66) en Slob (ChristenUnie) op 17 februari presenteerden. Niet alleen krijgen studenten dus een korting op het collegegeld van aankomend studiejaar, maar ook krijgen studenten een jaar langer recht op hun studenten-OV. Laatstejaarsstudenten krijgen zelfs 535 euro aan collegegeld terug van de staat.

Opmerkelijk: deze laatste regeling geldt op hbo-niveau voor bachelor- en masterstudenten, maar op wo-niveau alleen voor masterstudenten. Studentenvertegenwoordigers zien deze maatregel deels hierom vooral nog als een goed begin. Voorzitter Dahran Çoban van het Interstedelijk Studentenoverleg noemt in een reactie dat ze had gehoopt op hogere en bredere compensatie. Çoban wijst er bijvoorbeeld op dat studenten met meer dan drie maanden vertraging met een teruggave van 535 euro alsnog geld ‘kwijt’ zijn.

Een jaar na de intrede van digitaal onderwijs lijken we terug bij af te zijn. Perspectief op meer fysiek onderwijs en beter contact tussen studenten blijft een stip op de horizon. Maar de roep van studenten voor ondersteuning wordt wel degelijk gehoord: zowel parlement als kabinet besteden zichtbaar meer aandacht, inzet en middelen aan de positie van studenten. De tijd zal ons leren of men deze inzet ook na 17 maart blijft doorzetten.

1 maart 2021 |
Jelrik Westra
Student minor Journalistiek en Nieuwe Media 2020/2021 Bachelor Bestuurskunde (Erasmus Universiteit Rotterdam)