Achtergrondartikel
Van roofdier naar politiek symbool: Nederland in de ban van de wolf
28 februari 2021
Marjolijn van Raaij
Student minor Journalistiek en Nieuwe Media (2020/2021).

In januari haalde een groep Friese schapenhouders het nieuws met een opmerkelijk plan: ze wilden de hele noordelijke provincie omheinen met een een wolvenwerend hek. De wolf heeft veel losgemaakt sinds hij in 2015 terugkeerde naar ons land. Waarom reageert Nederland zo heftig op het dier, en wat zegt dat over onze verhouding tot de natuur?

De Europese wolf, zoals die ook in Nederland voorkomt.
Foto: M. Zonderling (unsplash.com)

Het is bijna zes jaar geleden dat de eerste wolf met zekerheid Nederland bereikte. Althans, de eerste in 150 jaar. In 2019 kreeg een wolvin op de Veluwe haar eerste nestje welpjes, en sinsdien gaat het hard. Naar schatting leven er nu twaalf wolven in ons land, en dat aantal blijft stijgen.

Dat de wolf terug is, daar twijfelt niemand meer aan. Wat méér discussie oplevert, is wat de wolf betekent voor Nederland. De een ziet hem als symbool voor de veerkracht van de natuur, voor de ander is hij een lastpak en kostenpost.

Wolfwerende maatregelen

ZLTO, een belangenorganisatie voor boeren en tuinders, schreef het ‘Werkbaar Wolvenplan’. In 2020 werden er in Nederland minstens 287 schapen doodgebeten door wolven. ‘’Het is niet aan ons om te bepalen of er plek is voor de wolf in Nederland’’, zegt ZLTO belangenbehartiger Heleen Prinsen. ‘’Waar het ons om gaat, is dat de bedrijfsvoering van onze leden niet in het geding komt door de aanwezigheid van de wolf.’’

Zeker in de extensieve veehouderij en natuurgerichte landbouw is dat een uitdaging. Hoe meer ruimte vee heeft om vrij rond te lopen, hoe lastiger het is om wolfwerende maatregelen te nemen, zoals hekwerk en kuddewaakhonden.

Voor veehouders die dierenwelzijn en natuurbehoud hoog in het vaandel hebben staan, is het dus juist lastiger om vee te beschermen tegen de wolf. De kwestie wolf is dan ook geen debat tussen boeren aan de ene kant en natuurliefhebbers aan de andere kant. Zo’n either-or benadering is geen eerlijke weerspiegeling van de werkelijkheid.

Balans en biodiversiteit

Maar de wolf brengt niet alleen ellende met zich mee: de aanwezigheid van het roofdier zou juist veel kunnen beteken voor de Nederlandse natuur. Zonder wolf zijn er in Nederland namelijk veel te weinig toppredatoren, roofdieren die bovenaan de voedselketen staan. Daardoor kunnen sommige dierenpopulaties ongeremd groeien. Om die groei tegen te gaan schieten jagers en boswachters in Nederland veel wild af. De komst van de wolf – een echte toppredator – kan ons ecosysteem zelfregulerender maken, waardoor afschieten niet meer nodig is.

Daarnaast zal de wolf de biodiversiteit in Nederland goed doen. Rangers in Yellowstone, in de Verenigde Staten, reïntroduceerden de wolf in 1995. Grazende dieren die meer op hun hoede moesten zijn begonnen minder te grazen en meer te bewegen. Daardoor konden planten beter te groeien en verbeterde de kwaliteit van de grond.

Symbolische waarde

In de Nederlandse wolvendiscussie lijkt de aandacht echter niet altijd gericht op de praktische voor- en nadelen die de aanwezigheid van het dier met zich meebrengt. ‘’De wolf legt bepaalde denkpatronen bloot’’, zegt Martin Drenthen. Als milieufilosoof aan de Radboud Universiteit doet Drenthen onderzoek naar de relatie tussen mens en natuur. ‘’Tegenstanders zeggen: Nederland is een cultuurlandschap, geen wildernis.’’ De wildernis, legt Drenthen uit, ligt voor deze mensen altijd ergens anders, en de wolf is in Nederland dus duidelijk op de verkeerde plek beland.

Maar ook voorstanders hebben sterke opvattingen over de wolf, zegt Drenthen: ‘’Voor hen staat de wolf symbool voor de onschuld van de ongerepte natuur. Die mensen hebben er moeite mee om te erkennen dat een wolf een roofdier is dat in een nacht gewoon twintig schapen dood kan bijten.’’

Een boodschapper, een plaag, een spiegel: voor- én tegenstanders hebben de wolf de afgelopen jaren veel verschillende betekenissen gegeven. ‘’Het beest bezwijkt bijna onder die symbolische waarde’’, zegt Drenthen.

Bestaande scheidingen

Over veel zaken zijn voor- en tegenstanders van de wolf het eens: de wolf is terug, daar valt weinig over te discussiëren, en boeren moeten een redelijke vergoeding krijgen als ze schade oplopen door een wolvenaanval. Dus waar komt al die wrijving dan vandaan? Waarom lijkt de wolf voor iedereen iets anders te betekenen?

De symbolische betekenis die we de wolf geven weerspiegelt bestaande scheidingen in de maatschappij, denkt Drenthen. Zo zijn er mensen die denken dat natuur en cultuur gescheiden horen te zijn, en mensen die de twee juist zien als onlosmakelijk verbonden.

Drenthen noemt het oude gezegde: God schiep de wereld, maar Nederland werd gemaakt door de Nederlanders zelf. Een gevoel van eigendomsrecht over het Nederlandse landschap dus, geboren uit ons talent voor het maken van dijken en polders. Met zo’n uitkijk voelt de wolf begrijpelijkwijs als een indringer. ‘’Nederlanders zijn heel slecht in het omgaan met dingen die ze niet kunnen beheersen‘’, aldus Drenthen.

Daarnaast speelt de scheiding tussen stad en platteland een rol. Het lijkt vaak alsof stedelingen grotere natuurliefhebbers zijn dan mensen die in dorpen wonen. Niet gek, want het is makkelijker om een romantisch beeld van ‘de wilde natuur’ te hebben als je er niet dagelijks mee geconfronteerd wordt – en als je inkomen er niet van afhankelijk is. Frustratie onder boeren over beperkte schadevergoedingen komt niet uit het niks: de vermeende kloof tussen het platteland en de stad (en de landelijke politiek, bedreven in Den Haag) is al jaren onderwerp van gesprek.

Eigenlijk bestond de verdeeldheid dus al lang voordat de wolf terugkeerde naar Nederland. Noem de wolf een symbool of een pispaaltje, ook zonder hem zou dezelfde ruzie kunnen ontstaan. Over een andere wilde diersoort, over uitgehongerde edelenherten op de Oostvaarders Plassen, eigenlijk over elke situatie waarin de natuur ongemak veroorzaakt voor de mens. De échte vraag is of wij net zo flexibel zijn als de wolf, die het duidelijk prima redt in ons ‘zelfgebouwde’ cultuurlandschap.

28 februari 2021 |
Marjolijn van Raaij
Student minor Journalistiek en Nieuwe Media (2020/2021).