Waarom 38.000 jongeren hun baan zijn verloren sinds corona
2 juli 2020
Xanthe Wijzenbroek
Student minor Journalistiek en Nieuwe Media 2019/2020

Sinds de coronacrisis is de werkloosheid in Nederland sterk toegenomen. Van de 56.000 mensen die hun baan verloren was het grootste gedeelte, 38.000, jonger dan 25 jaar.  

Het aantal werkloosheidsuitkeringen is sinds de coronamaatregelen gestegen tot 301.000 mensen, terwijl in februari nog 240.000 personen een WW-uitkering kregen. Foto: Mystic_mabel (CC BY-SA 2.0)

Werkenden jongeren worden het hardst geraakt door de coronacrisis. Cijfers van het CBS laten zien dat in februari nog 1,4 miljoen jongeren onder de 25 jaar over een baan beschikte, in mei was dit aantal al met 139.000 gedaald tot onder de 1,3 miljoen.

Dat vooral jongeren op de arbeidsmarkt de klos zijn blijkt als we hen vergelijken met andere leeftijdscategorieën. Voor de coronacrisis hadden ruim 3,6 miljoen mensen tussen de 25 en 45 jaar een baan en de groep 45- tot 75-jarigen betrof 4,0 miljoen werkenden. Terwijl bij deze leeftijdsgroepen de daling in het aantal werkenden relatief klein was, respectievelijk slechts 18.000 en 45.000.

Naast de afname in het aantal mensen met een betaalde baan is de werkloosheid in slechts vier maanden opgelopen van 56.000 naar 330.000 werklozen. Dat is ruim 3,6 procent van de beroepsbevolking. Volgens het CBS is het sinds 2014 niet voorgekomen dat het werkloosheidsniveau zo sterk toenam. CBS-econoom Frank Notten ziet hier een duidelijk trend in:

“Door de coronacrisis hebben veel bedrijfstakken te maken gekregen met beperkende maatregelen, of moesten ze zelfs geheel op slot. Denk aan bedrijven in de horeca, de cultuursector en de reisbranche. Door steunmaatrelen van de overheid kunnen de meeste bedrijven hun vaste personeel behouden. Toch wordt er flink gesneden in het aantal flexibele banen, waaronder oproep- en uitzendkrachten.”

Jongeren zijn de dupe

Van de 56.000 werklozen was het grootste deel, ruim 38.000, jonger dan 25 jaar. Volgens van Notten worden werkende jongeren harder geraakt door de coronacrisis dan ouderen, doordat zij relatief vaak werkzaam zijn in sectoren als de horeca en detailhandel, terwijl deze bedrijfstakken zwaar getroffen worden door de coronamaatregelen. Daarnaast zijn jongeren de eerste groep die bij een economische recessie hun baan verliezen, omdat zij vaak werken met een tijdelijk contract:

Het zijn vaak de jongeren die flexibele banen hebben. Het is daarom niet verwonderlijk dat de werkloosheid onder jongeren relatief sterk is toegenomen”, aldus van Notten.

Werkloosheid van mei 2019 tot mei 2020
Infogram

Steun van de overheid

Sinds de preventiemaatregelen tegen corona van kracht zijn heeft de overheid een steunpakket aan maatregelen opgezet om de economie en werklozen te ondersteunen, waaronder de TOGS, de TOZO, de NOW en voor flexwerkers, de TOFA. Veel mensen hebben ook beroep gedaan op het UWV. In totaal is het aantal lopende werkloosheidsuitkeringen met 61.000 toegenomen tussen eind februari en eind mei.

Ondanks de inspanningen van de overheid voor bedrijven in moeilijkheden en voor mensen die hun baan verloren hebben is het nog maar de vraag of er wel genoeg gedaan is voor jongeren. Bij de meeste regelingen vallen veel jongeren vaak net buiten de boot.

Jong en werkloos: Bram Groenland verloor zijn baan door de coronacrisis en komt sindsdien nergens meer aan de bak:

‘Mismatch’

Volgens van Notten is het wat vroeg om echt te kunnen concluderen of het pakket aan economische regelingen voor de jeugd- en algemene werkloosheid voldoende is geweest. Het is ook nog maar de vraag of een tijdelijke toename van de werkloosheid wel zo erg is:

“Bij een crisis zoals deze is het normaal dat er een tijdelijke mismatch is tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Als deze kan worden opgevangen door minder beroep te doen op de flexibele schil, dan is de economische schade te overzien.”

En als de economie weer aantrekt dan zullen jongeren daar waarschijnlijk als eerste van profiteren.

Als de economie snel weer terugveert, kunnen flexwerkers ook snel weer aan de slag. Jongeren hebben over het algemeen geen hoge vaste lasten (hypotheek) en komen daardoor niet direct in grote financiële problemen als hun (bij)baan wegvalt. Dit moet echter niet te lang duren en, mocht dat wel zo zijn, dan moet er een goede regeling worden opgezet.”

2 juli 2020 |
Xanthe Wijzenbroek
Student minor Journalistiek en Nieuwe Media 2019/2020