Kabinet houdt luchtaanval Hawija in de doofpot
5 maart 2020
Mohammad Reza
Minor student Journalistiek en Nieuwe Media 2019-2020

In de nacht van 3 juni 2015 voert een Nederlandse F-16 een luchtaanval uit op de Iraakse stad Hawija. Er vallen 70 burgerslachtoffers. Vier jaar later wordt dit onthuld door speurwerk van de NOS en NRC. Dan blijkt ook dat Defensie hier al langer van op de hoogte was. Jarenlang heeft het kabinet het voorval stilgehouden. Hoe heeft dit kunnen gebeuren en wat betekent dit voor onze democratie?

Collateral Damage. Het is een bekend woord binnen het militaire domein. Het wordt gebruikt om onbedoelde nevenschade aan te duiden die het gevolg is van een militaire aanval op een doelwit.

Juli 2007, een Amerikaanse Apache AH-64 cirkelt boven Bagdad. De helikopter raakt verwikkeld in een vuurgevecht. Er vallen achttien doden, volgens Amerikaanse autoriteiten zou het gaan om vijandige rebellen. De militaire rechtbank oordeelt dat de soldaten hebben gehandeld in lijn met het oorlogsrecht. In werkelijkheid worden er willekeurig en koelbloedig achttien onschuldige burgers doodgeschoten, waaronder twee journalisten van Reuters. Het persbureau beroept zich op het ‘Freedom of Information Act’ en onderneemt tevergeefs herhaaldelijke pogingen om toegang te krijgen tot informatie. Wanneer WikiLeaks het videomateriaal van de missie hackt en het online publiceert is de wereld getuige van deze wrede oorlogsdaad. Binnen twee dagen is het filmpje al elf miljoen keer bekeken. De video krijgt de naam ‘Collateral Murder’.

Hawija

Ook na het bombardement in Hawija is het woord nevenschade veelvuldig gebruikt, om te refereren naar de verwoestende schade op het wapendepot van IS, die geheel in lijn was met het oorlogsrecht, maar waarbij ook zeventig doden vielen. Wanneer is iets moord en wanneer valt het onder nevenschade?

Het OM boog zich over deze vraag naar aanleiding van een aangifte van 1200 militairen en veteranen tegen Denk-Kamerleden Öztürk en Azarkan. De Kamerleden verweten de Nederlandse militairen die verantwoordelijk waren voor de luchtaanval in Hawija namelijk schuldig te zijn aan ”moord”. Het OM besloot de Kamerleden niet te vervolgen omdat de uitspraken gedaan zijn in de Tweede Kamer en dus onder de parlementaire onschendbaarheid vallen. Daarnaast kwam het OM met een opmerkelijke verklaring, namelijk dat moord het ‘juridisch doden met voorbedachten rade’ is, en dat dit ook het geval was bij het bombardement in Hawija. Tegelijkertijd valt militair dodelijk geweld wat binnen de bevoegdheden geschiet, niet onder het dagelijkse gebruik van de term ‘moord’. Moorden binnen juridisch beschermde kaders is dus geoorloofd. En aangezien de luchtaanval in Hawija volgens de juiste procedures uitgevoerd lijk te zijn, is het legaal en valt het dus onder nevenschade.

Het filmpje ”Collateral Murder‘ wekt nog een andere vraag op, namelijk, of we nog wel blindelings kunnen vertrouwen op een officiële (bloem)lezing van de autoriteiten over een militaire missie? Pieter Klein, voormalig adjunct-hoofdredacteur van RTL nieuws schreef in een column dat de militaire geheimhoudingsplicht de kiem is voor toekomstige schandalen. Het kabinet kan met een bureaucratische goocheltruc een militaire actie omtoveren tot een ‘speciale operatie’ of een missie in een ‘complexe situatie’ waardoor de grondwettelijke informatieplicht naar de Tweede Kamer vervalt. Tot twee keer toe is RTL nieuws toegang tot informatie over de missie in Irak geweigerd. De eerste keer was op 15 juni 2015, nota bene dezelfde dag dat het kabinet bekendmaakte de Nederlandse bijdrage aan de strijd tegen IS te verlengen. Op 18 April 2018 weigerde de hoogste bestuursrechter van Nederland, de Raad van State eveneens.

Onthulling NOS en NRC

In oktober 2018 onthullen de NRC en NOS dat bij een Nederlandse luchtaanval in Hawija zeker zeventig doden zijn gevallen. De minister van Defensie ontkent in eerste instantie eerder kennis te hebben gehad van het incident en ook Rutte houdt de kaken stevig op elkaar en laat niets los. Langzamerhand stapelt het bewijs zich op. In een debat met de Tweede Kamer praat Bijleveld haar mond voorbij: voormalig minister van Defensie, Hennis, zou al op de hoogte zijn gesteld van de slachtoffers en ook de andere meest ‘betrokken ministers’ wisten ervan. Als alle gebeurtenissen op een rijtje worden gezet, rijst een verontrustend beeld wat betreft de transparantie van het kabinet.

De NOS verklaart dat de Amerikanen het Nederlandse ministerie van Defensie al op 15 juni 2015 op de hoogte hebben gesteld van de burgerslachtoffers. Vanaf 17 april 2018 worden de burgerslachtoffers ook meegerekend in de officiële Amerikaanse tellingen.

Veiligheid vliegers

De verdedigingslinie van het kabinet: de veiligheid van onze vliegers was in gevaar, het protocol was om dit soort informatie achter te houden om de vliegers te beschermen. Uit onderzoek van de NOS en NRC blijk dat er helemaal geen protocol bestaat om informatie van de Kamer achter te houden. Integendeel: ”Per casus moet gekeken worden of de Tweede Kamer moet worden ingelicht of niet”.

Vier jaar lang heeft het kabinet het voorval stilgehouden en nu de Tweede Kamer de onderste steen boven wilt krijgen, zet Rutte zijn laatste kaart in: de veiligheid van de vliegers gebruiken als retorisch schuilmiddel. Een moreel verwerpelijke maar weldoordachte zet. Want het gaat hier immers wel om de levens van onze militairen. Vrouwen en mannen die zich met gevaar voor eigen leven inzetten voor veiligere wereld. Geen Kamerlid die dit niet onderschrijft. Dus is de zaak afgehandeld.

Maar we weten nu dat het ministerie van Defensie en het kabinet de luchtaanval jarenlang hebben stilgehouden. Toenmalig minister Hennis heeft de kamer niet geïnformeerd, terwijl haar meest betrokken ambtelijke collega’s het wel wisten. Verzoeken van RTL nieuws om stukken geopenbaard te krijgen zijn herhaaldelijk afgewezen. Zelfs als de Kamer vier jaar later vragen stelt toont het kabinet zich niet bereid om openheid van zaken te geven. Een verontrustend beeld.

Met de huidige kennis van zaken lijkt een gezonde scepsis en argwaan jegens betrouwbaar ogende militairen en politici in gespelde en gladgestreken maatpakken gerechtvaardigd. Maar beste bewindspersonen onthoudt: het bestaansrecht van de democratie is niet gerechtvaardigd door politici die zich als een soort ritueel simpelweg beroepen op de democratie als superieure bestuursvorm voor zelflegitimatie. Democratie wordt gewaarborgd door politici met een morele verantwoordingsplicht en door kritische en doortastende journalisten. Maak werk van de democratie.

5 maart 2020 |
Mohammad Reza
Minor student Journalistiek en Nieuwe Media 2019-2020