Achtergrondartikel
Steekpartijen onder minderjarigen: Toename in delicten of media-aandacht?
20 februari 2020
Dominique Boulan
Student Minor Journalistiek en Nieuwe Media 2019/2020

Foto: Pixabay (CC0)

Afgelopen week riepen de burgemeesters van Nissewaard en Ridderkerk om een landelijk geldend messenverbod voor minderjarigen. Deze groep lijkt steeds vaker betrokken te zijn bij steekincidenten, maar een verbod alleen zal op de lange termijn geen oplossing bieden voor dit probleem.

In beide gemeenten hebben de afgelopen maanden steekpartijen plaatsgevonden waar minderjarigen bij betrokken waren. Maar dit zijn niet de enige plaatsen. De kaart hieronder laat alle steekincidenten van de afgelopen zes maanden met minderjarige verdachten en daders zien. Ook andere delicten waarbij steekwapens in het bezit waren van minderjarige verdachten, al dan niet gebruikt bij het plegen van het delict, zijn in de kaart opgenomen.

De oranje icoontjes op de kaart verwijzen naar steekpartijen met (ernstige) verwondingen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen steekincidenten op locatie (kruisje) en steekincidenten in het openbaar vervoer (bus). De rode icoontjes verwijzen naar dodelijke steekincidenten. De gele symbolen gaan om andere delicten waarbij de minderjardige een steekwapen op zak had.

Waar komt dit wapengebruik onder minderjarigen vandaan?

Hoogleraar jeugdcriminaliteit Frank Weerman van de Erasmus Universiteit liet in een interview met RTV Rijnmond weten dat er twee dingen spelen: jongeren doen na wat zij op sociale media zien, maar zien ook nieuws over steekpartijen. Hierdoor voelen zij de drang zich te beschermen. Het probleem is dat wie een mes op zak heeft een groter risico loopt om gewond te raken, omdat ruzies sneller uit de hand lopen. “Als jij geen mes draagt, wordt er ook niet gestoken”, zegt Criminoloog Robby Roks van de Erasmus Universiteit. Hij ziet de groeiende aandacht voor messengeweld eveneens als een belangrijke factor. “Jongeren treffen voorzorgsmaatregelen door de groeiende media-aandacht en dat uit zich onder andere door het dragen van een mes.”

Ook de opkomst van het Amerikaanse rapgenre ‘drillmuziek’ in Nederland speelt volgens Weerman een rol. Deze muziekvideo’s die geweld verheerlijken winnen aan populariteit onder jongeren. Roks is voorzichtig met het leggen van een verband tussen drillmuziek en geweld in de echte wereld: “In sommige gevallen lijkt er wel een verband te zijn, maar drillmuziek is dan altijd de katalysator en niet de primaire oorzaak.”

Is er een toename?

Door recente aandacht in de media voor steekincidenten met minderjarige daders heerst het idee dat er sprake is van een toename. De politie eenheid Rotterdam heeft als eerste specifieke cijfers naar buiten gebracht wat betreft steekpartijen met minderjarige daders. Het ging hier om een toename van 19 incidenten in 2018 naar 36 incidenten in 2019. Roks benadrukt dat we voorzichtig moeten zijn met het interpreteren van dit soort cijfers. “Het is moeilijk te zeggen of het fenomeen zelf is toegenomen, of de aandacht voor het fenomeen.” Door de groeiende aandacht voor deze delicten vanuit de media en politie in 2019 kan het zijn dat de cijfers een vertekend beeld geven. Als de politie prioriteit geeft aan een bepaald delict zal het aantal geregistreerde verdachten voor dat delict toenemen. Daarbij hebben politiecijfers altijd een groot ‘dark number’ wat betekent dat het daadwerkelijke aantal steekpartijen onder minderjarigen ook veel hoger zou kunnen liggen.

Een landelijke toename kan niet worden ontkend noch bevestigd, omdat er geen landelijke cijfers zijn die specifiek betrekking hebben op steekpartijen met minderjarige daders. De onderstaande grafiek laat het aantal geregistreerde minderjarige verdachten voor mishandeling zien. Steekpartijen vallen onder de delictsomschrijving van mishandeling. De grafiek laat zien dat het totaal aantal mishandelingen met minderjarige geregistreerde verdachten over de afgelopen tien jaar juist flink is afgenomen. Dit sluit aan op de algemene wereldwijde dalende trend van de geregistreerde criminaliteit.

De vraag blijft dus of ondanks deze dalende trend in mishandelingen gepleegd door minderjarige daders, het aantal steekpartijen wel is toegenomen, of dat recente media-aandacht een vertekend beeld geeft van de werkelijkheid. Roks geeft aan dat uit de monitor jeugdcriminaliteit blijkt dat het aantal zwaardere delicten met minderjarige verdachten is toegenomen in de afgelopen één of twee jaar. Volgens hem zou het dan ook goed mogelijk zijn dat specifieke delicten, zoals steekincidenten, zijn toegenomen ondanks de algemene dalende trend. Maar vooralsnog is hier geen duidelijk bewijs voor. “De media schrijven heel makkelijk allerlei incidenten aan elkaar”, zegt Roks.

Messenverbod

Verschillende soorten messen zijn al geheel verboden bij wet, zoals vlindermessen, stiletto’s en valmessen. Andere messen zijn verboden afhankelijk van de plaats waar men ze op zak heeft. Maar vooralsnog zijn er genoeg jongeren die zich niet aan dit verbod houden. Een strenger verbod zal daarom ook niet helpen volgens Weerman. Ook minister Grapperhaus ziet het verscherpen van de wet hier niet als oplossing.

Roks voorziet vooral problemen in de uitvoerbaarheid van een dergelijk messenverbod. “Ik kan niet zeggen dat ik er tegen ben. Ik denk dat het sowieso moeilijker moet zijn om aan dit soort wapens te komen. Maar de specifieke uitwerking van dat soort maatregelen is complex.” Roks wijst erop dat in drillvideo’s niet alleen “rambo-messen” worden gebruikt, maar ook keukenmessen. En hoe kan je in de praktijk voorkomen dat jongeren keukengerei aanschaffen? Daarbij ziet ook Roks een messenverbod niet als oplossing voor het daadwerkelijke probleem. “Misschien helpt het op de korte termijn, maar het is te kort door de bocht en pakt de onderliggende oorzaken niet aan. Dat geldt ook voor het censureren van drillvideo’s waar ze in het Verenigd Koninkrijk mee bezig zijn.”

Maar wat dan wel? Weerman stelt dat de werkelijkheid veel complexer is, waardoor een simpele juridische oplossing niet volstaat. Roks denkt dat er aandacht moet zijn voor de invloedsferen om jongeren heen. Zo zou de toezicht vanuit het gezin of school volgens hem beter kunnen. Hij zou graag zien dat docenten op bepaalde scholen dit soort onderwerpen bespreekbaar maken voor hun leerlingen. “Bewustzijn creëren bij jongeren is een aspect waar meer op ingezet kan worden”, vertelt hij.

Thuissituatie en opvoeding zijn ook volgens Weerman belangrijke factoren en ouders zouden volgens hem dan ook hulp moeten krijgen in het bespreekbaar maken van dit onderwerp. Ook burgemeester Aptroot van Zoetermeer benoemde de verantwoordelijkheid van ouders in het voorkomen van delinquent gedrag onder jongeren:

Tot slot moeten we niet vergeten dat er altijd al geweld en wapenbezit onder jongeren is geweest. Dit is geen recente ontwikkeling en er moet vooralsnog dus voorzichtig worden omgegaan met termen als ‘messenhype’. “Door de digitalisering van straatcultuur worden conflicten die zich voorheen onderling afspeelden, zichtbaar gemaakt voor veel meer mensen”, concludeert Roks. Het zou dus goed kunnen dat er daadwerkelijk sprake is van een toename in zichtbaarheid van messengeweld in plaats van een toename in het aantal delicten.

20 februari 2020 |
Dominique Boulan
Student Minor Journalistiek en Nieuwe Media 2019/2020