“Het was altijd mijn bedoeling om het vreugdevuur als iets positiefs neer te zetten”
5 mei 2019 |
Annelotte Franke
Foto: Wesley IJzendoorn (links)

Al jarenlang zijn de vreugdevuren een traditie rond de jaarwisseling. Voor wie in Scheveningen woont, weet over welk gevoel er wordt gesproken. Zo ook Wesley IJzendoorn (32) die tien jaar betrokken was bij de organisatie van Vreugdevuur Scheveningen Noorderstrand. Een periode waarin hij veel positieve, maar ook negatieve dingen meemaakte.

Het was Wesley’s oudere broer die ervoor zorgde dat hij in aanraking kwam met het vreugdevuur. “Mijn broer zat bij een groepje dat ieder jaar een vuurtje organiseerde. Vanaf mijn zesde jaar hielp ik al mee met kerstbomen verzamelen en de naalden opvegen. Want niemand mocht natuurlijk weten waar we onze kerstbomen verstopten. Toen moest je de kerstbomen nog echt van elkaar stelen (‘rausen’) en was er een kat-en-muisspel tussen de politie en de groepen die de kerstbomen verzamelden.”

Overlast

In die periode werden de vreugdevuren nog in de woonwijken gehouden en ging het er een stuk heftiger aan toe. “Het was één grote bende hier in de wijk. Op nagenoeg elk kruispunt in Scheveningen was wel een vuurtje – groot of klein. Ieder jaar moesten de wegen opnieuw geasfalteerd worden. Daarnaast belandden er ook de gekste dingen op het vuur: van illegaal vuurwerk dat vervolgens alle kanten opvloog tot soms weleens auto’s.”

“Vanwege de overlast, schades en klachten in de wijken, moesten we op een gegeven moment verplaatsen. We kregen toen een plek op het strand toegewezen met de mededeling dat we zo hoog mochten bouwen als wij zelf wilden. Nou dat is wel gelukt”, vertelt Wesley lachend.

Tradities

“In Scheveningen hebben wij twee belangrijke tradities: Vlaggetjesdag, waarbij vooral rond de Vissershaven gevierd wordt dat de eerste vloot haringen is binnengehaald en het vreugdevuur waaraan bijna iedereen meedoet. Dan praat je over een paar honderd vrijwilligers.”

“In vijf dagen tijd trekken wij tweehonderdduizend tot driehonderdduizend bezoekers, dat zijn ongeveer dezelfde bezoekersaantallen als die van wereldsteden als Londen en Parijs tijdens de jaarwisseling. Een groot verschil met die steden is dat wij bijna alles zelf financieren door middel van sponsoren, donaties en verkoop van truien.”

Strijd

De organisatie van het vreugdevuur is in de loop der jaren erg veranderd. “Sinds 2007 ben ik betrokken bij de organisatie van het vreugdevuur, maar toen waren we nog helemaal niet commercieel ingesteld. We reden toen zelf nog met busjes af en aan om overal pallets vandaan te halen om daarmee de vuurstapel op te bouwen.”

“Door de strijd met Duindorp – waarvan de groep twee tot drie keer zo groot is – ben ik manieren gaan bedenken om meer inkomsten te krijgen zodat we uiteindelijk het hoogste vuur konden bouwen. Op een gegeven moment zijn we bedrukte spandoeken gaan verkopen aan sponsoren. In eerste instantie werd ik uitgelachen om dit idee, maar in de loop der jaren dienden de sponsoren zich vanzelf aan, mede doordat steeds meer bedrijven geïnteresseerd raakten en door de toenemende media-aandacht.”

Herinneringen

Terugkijkend op tien jaar organisatie kan Wesley veel mooie momenten opnoemen: “Het mooiste is natuurlijk wel dat we het wereldrecord van Duindorp hebben afgepakt. Ook zijn we in het Guinness World Records opgenomen. En doordat wij in 2014 Stichting Vreugdevuur Scheveningen hebben opgezet, werd het mogelijk om steeds professioneler te werk te gaan en konden we gaan samenwerken met steeds grotere sponsoren. Ook hebben we aan het vreugdevuur een professionele vuurwerkshow gekoppeld. Deze samenwerking zorgt voor iets unieks waar jaarlijks heel veel bezoekers op afkomen. Daarnaast heb ik ons vreugdevuur op de Nationaal Immaterieel Cultureel Erfgoedlijst gekregen welke voortvloeit uit een verdrag van UNESCO.”


Het nieuws dat Vreugdevuur Scheveningen Noorderstrand op de Nationaal Immaterieel Cultureel Erfgoedlijst kwam te staan, behaalde de media.
Foto: Wesley IJzendoorn

Maar er zijn ook negatieve dingen voorgevallen tijdens zijn rol als bestuurslid. “In 2013/2014 viel de vuurstapel om en eindigde – gelukkig – op zo’n vijf meter voor het persvak. De media heeft dit enorm opgeblazen, waardoor wij allerlei restricties van de gemeente kregen opgelegd. Bijvoorbeeld dat de vuurstapel nog maar twintig meter hoog mocht zijn. Dat kan natuurlijk niet, want wij gaan juist de strijd met Duindorp aan om het hoogste vuur. Vanaf dat moment ben ik op zoek gegaan naar mogelijkheden om onze traditie te beschermen en ben ik uitgekomen op de erfgoedlijst van UNESCO. Toen moest de gemeente wel met ons samenwerken, omdat er internationale verdragen aan zijn verbonden.”

“In 2016 kregen wij een bouwstop van de gemeente waar wij absoluut niet blij mee waren. Hierdoor ontstond er veel onvrede die uiteindelijk tot een tweedeling binnen onze groep leidde.” Het ontstaan van deze tweedeling was dan ook één van de redenen waardoor Wesley besloot het stokje door te geven. “Ik heb de organisatie altijd vrijwillig gedaan. De laatste drie maanden van het jaar ben je gewoon veertig uur per week bezig met de organisatie, terwijl ik daarnaast een fulltime job heb in een behangzaak.”

Wesley IJzendoorn op zijn werkplek in een behangzaak in Den Haag.
Foto: Annelotte Franke

“Het was juist altijd mijn bedoeling om het vreugdevuur als iets positiefs neer te zetten. Dat we één groep waren en dat we met z’n allen naar iets toe konden leven. Als een deel van de groep dat niet waardeert, dan is het op een gegeven moment klaar.” In 2017-2018 is Wesley gestopt met de organisatie, maar neemt nog wel deel aan de bouw van het vreugdevuur. Achteraf gezien een goed moment om uit de organisatie te stappen, vanwege de vonkenregen tijdens jaarwisseling 2018-2019: “Je voelt je als organisatie toch wel verantwoordelijk voor wat er gebeurt.”

Onverantwoord?

De vonkenregen tijdens jaarwisseling 2018-2019 heeft voor veel ophef en schade gezorgd. Het onafhankelijke onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid loopt nog steeds. “In 2016 is er ook al een onderzoek door Efectis gedaan. Wij wilden graag samen met de gemeente kijken naar een zo’n veilig mogelijk vreugdevuur, maar we mochten ons van de gemeente er niet in mengen. Ik heb destijds al aangedragen om mogelijkheden tot het gecontroleerd blussen van het vreugdevuur te laten onderzoeken, maar daar is nooit iets mee gedaan. De vonkenregen van afgelopen jaar is mede ontstaan door vuurtornado’s, die bij grote hitte ontstaan. Misschien dat de vonkenregen voorkomen had kunnen worden als het vreugdevuur wel gecontroleerd was geblust.”

“Wij voldeden afgelopen jaar aan de veiligheidseisen van Efectis om het vreugdevuur te mogen aansteken. Maar niemand van de bouwers heeft natuurlijk gewild dat er daken van huizen vlam vatten. Als er ’s middags al door de gemeente gecommuniceerd zou zijn dat het door de wind onverantwoord was geweest om het vuur op die dag aan te steken, waren wij daar natuurlijk mee akkoord gegaan. Want niemand heeft deze vonkenregen gewild.”

Scheveningen zonder vreugdevuur

In een eerdere verklaring van de burgemeester schreef zij het voortbestaan van de vreugdevuren in twijfel te trekken. Wesley denkt dat de vreugdevuren niet afgeschaft zullen worden. “De vreugdevuren horen bij het imago van Den Haag, ze staan niet voor niets op de nationale erfgoedlijst. Ook zijn de belangen – zowel economisch als om de rust in de woonwijken te bewaren – te groot. Maar de huidige vorm brengt wel risico’s met zich mee, die zowel de gemeente, de bewoners als de bouwers niet willen. Het vreugdevuur blijft wel bestaan, maar dat het een andere vorm gaat krijgen en dat er meer veiligheidsmaatregelen zullen komen, dat is één ding wat zeker is.”

5 mei 2019 |
Annelotte Franke