Op de dag voor Koningsdag ontvingen 34 mensen uit Den Haag een koninklijke onderscheiding. Een van hen is Ben Lachhab, manager van de sociale buurtrestaurants van Resto van Harte in de regio Haaglanden. Hij gaat vanaf nu door het leven als Lid in de Orde van Oranje-Nassau. “Een heel bijzondere verrassing.”
Ben Lachhab is iemand die niet snel de aandacht op zichzelf richt. Er was dan ook een goede smoes voor nodig om hem naar de uitreiking te lokken. “Ik ben meestal wel van alles op de hoogte, maar dit wisten ze met z’n allen heel goed te verbergen.” Lachhab werd van tevoren verteld dat een goede vriendin van zijn vrouw een lintje in ontvangst mocht nemen. “Maar toen we daar waren, bleek dat het lintje niet voor haar maar voor mij bedoeld was! Aan de ene kant vond ik het heel leuk, maar aan de andere kant gunde ik het haar ook van harte.”
Lachhab kreeg zijn lintje als dank voor zijn jarenlange inzet en betrokkenheid binnen de organisatie Resto van Harte, waar hij een geliefde collega is. Het concept van Resto van Harte is simpel: breng mensen van verschillende culturen bij elkaar door ze een gezamenlijke maaltijd aan te bieden. Het bleek een succesformule, en met 59 locaties door heel Nederland is Resto van Harte een steeds bekender begrip. Het doel van Resto van Harte is om iedereen het gevoel te geven dat ze erbij horen, ongeacht hun leeftijd, financiële situatie of culturele achtergrond.
Lachhab is vrijwel vanaf het begin betrokken bij de organisatie. Hij werkt er inmiddels al twaalf jaar, en nog altijd met evenveel passie. “Het begon met slechts vier uurtjes per week meedraaien, maar later heb ik de keuze gemaakt om dit full-time te gaan doen. Ik had destijds een baan in de commerciële sector, maar daar haalde ik geen voldoening uit. Deze organisatie bood mij de kans om echt iets te betekenen voor anderen, en het is uiteindelijk mijn levensmissie geworden om dit concept tot een baken van de samenleving te maken.”
Zelf komt Lachhab uit een Marokkaans gezin met vier broers en een zus. Hij is geboren in het Rifgebergte en als elfjarige naar Nederland gekomen. “Ik kwam terecht in de Schilderswijk. Die drukte van een grote stad als Den Haag was voor mij compleet iets nieuws.” Het duurde dan ook lang voor hem om zijn draai te vinden in Nederland. “Ik sprak de taal ook nog niet. Gelukkig had ik een lerares die een aardig woordje Frans sprak, een taal waarin ik me redelijk kon redden. Maar verder had ik weinig contacten.”
Met zijn komst naar Nederland begon ook de zoektocht naar zijn identiteit. Iets waar hij zich in zijn puberteit steeds meer mee bezig hield. “Als kind kun je je nog goed aanpassen aan je omgeving, maar in de puberteit ging ik me steeds vaker afvragen wie ik was en bij welke groep ik hoorde.” Wat ook niet hielp, is dat zijn vader nog altijd dacht ze uiteindelijk wel weer terug zouden keren naar Marokko. Daardoor leefde Lachhab lang in onzekerheid en kon hij zich moeilijk aarden in Nederland.
In die zoektocht voelde Lachhab zich ook vaak eenzaam. “Op het moment dat je er middenin zit, is het heel pijnlijk, maar naderhand kom je er sterker uit.” Zijn eureka-moment was toen hij besefte “dat ik gewoon een wereldburger ben, en dat ik overal bij hoor. Dat gaf me vleugels.” Hij maakte vrienden met leeftijdsgenoten uit alle windstreken en allerlei culturen. “Ik merk dat dat me echt gevormd heeft tot wie ik nu ben.” Die ervaring probeert hij met zoveel mogelijk mensen te delen. “Dat is wat ik met Resto ook doe, ik probeer mensen van verschillende culturen met elkaar in contact te brengen. Daardoor leer je de ander echt kennen, en verdwijnt die angst voor het onbekende als sneeuw voor de zon.”
Daarin spelen ouders en opvoeding een grote rol, volgens Lachhab. “Je verbreedt de horizon van je kinderen door zelf actief deel te nemen aan de maatschappij. En ik hoop dat er dan uiteindelijk een generatie ontstaat waarin een kind gewoon een kind is, en niet een kind van een migrant of vluchteling. Dat is waar ik met mijn werk aan hoop bij te dragen.”