“Franse en Engelse vissers zien Nederlandse vissers graag verdwijnen”
8 april 2019 |
Daan Koopen


LEIDEN – In februari besloot het Europees Parlement dat het verbod op pulsvissen definitief door zou gaan. Dat besluit komt als een zware klap voor Nederlandse pulsvissers, die al bijna twee decennia miljoenen euro’s investeren in de technologie. Kees Taal, een expert op het gebied van pulsvissen, vindt het tragisch: “We raken goede mensen kwijt die niet meer de oude methodes willen oppakken “

Pulsvissen zal voor velen een vreemd begrip zijn. In de afgelopen maanden kwam het vaak in het nieuws vanwege het nieuwe verbod dat in februari door de EU werd opgelegd. Kees Taal houdt zich al bijna vijftien jaar bezig met het onderzoek naar de resultaten van pulsvisserij. In de beginjaren van de eenentwintigste eeuw publiceerde Taal een onderzoek waaruit bleek dat pulsvissen minder schadelijk was voor de natuur, voor minder CO2 uitstoot zorgde, en effectiever was voor het vangen van tong. Vanwege een verbod uit de jaren zestig op onderzoek naar elektrisch vissen was dit vrijwel de eerste keer dat de resultaten goed in beeld kwamen.

“In 2002 werd opnieuw vanuit het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de visserijsector een oproep gedaan om het onderzoek nieuw leven in te blazen. Toentertijd dook het woord duurzaamheid al op. Daar werd voorheen niet zoveel aan gedacht. Ook het gasolieverbruik was toen al een hot item”, aldus Taal.

Grote investeringen

Het onderzoek naar pulsvisserij is dus al gedaan. Sterker nog, er is al zeker vijftien jaar aan onderzoeksdata beschikbaar waaruit blijkt dat pulsvisserij beter is voor het millieu en een effectieve manier van vissen is. Vijftien jaar aan investeringen dus. Die investeringen lopen hoog op, zeker voor visserijen waar de voornaamste inkomstenbron komt van het pulsvissen. Door de jaren heen werd de technologie goedkoper, maar per schip liggen de kosten nog steeds hoog.

“Je moet je bedenken dat de eerste versie van een nieuwe technologie altijd duurder is dan wanneer het een gevestigde technologie is. Die investeringen lagen dus ook vrij hoog in de beginjaren. De technologie was nog niet bedrijfszeker, en toentertijd werd aanvankelijk gesproken van investeringen van zeshonderdduizend euro, exclusief de nieuwe netten. Later is dat natuurlijk goedkoper geworden, maar het is nog steeds per schip een investering van driehonderdvijftigduizend euro. Ook is de technologie bedrijfszeker geworden. Minder uitval, minder slijtage. Als pulsvissen gewoon door mocht gaan, zou het waarschijnlijk nog goedkoper worden.”

Uitstel van executie

Voor de meeste pulsvissers is het in juni definitief voorbij. Een kleine groep van ongeveer 41 vissersboten mogen tot 2021 blijven vissen met pulstechnologie. De heer Taal ziet die verlenging tot juni als niets meer dan uitstel van executie.

“Het liefst wil je elke week dat je er nog mee kan vissen gewoon de zee op gaan, maar uiteindelijk wordt het dan toch stopgezet. We mogen niet verder. Je krijgt heel even extra lucht, maar daarna is het toch echt voorbij.”

Overheidsingrepen

De Nederlandse vertegenwoordigers in het Europees Parlement hebben duidelijk gemaakt het niet eens te zijn met de beslissing om het verbod op pulsvissen door te zetten. Een van de grootste doelwitten van de pulsvissers is tong, een vis die in Nederland veel gegeten en gevangen wordt vergeleken met andere landen. Pulsvissers gebruiken schokjes om de tong te laten schrikken, zodat ze de netten in zwemmen. Op deze manier wordt voornamelijk tong gevangen, waardoor er weinig bijvangst is. Vandaar dat de Nederlandse overheid het leed van de vissers goed begrijpt.

“Het gaat uiteindelijk om het resultaat. Daar kan ik niet tevreden over zijn. Dat neemt niet weg dat de Nederlandse overheid wel zijn best gedaan heeft. Er is veel energie in gestoken. Het is een ontzettend steekspel, in alle opzichten. Nederland is het enige land met vissers die een belang hebben bij pulsvisserij. Nederland heeft een tongquotum, en dat is waar pulstechnologie juist voor ontwikkeld is. Die andere landen hebben geen belang bij die technologie. Franse en Engelse vissers zien Nederlandse vissers graag verdwijnen zodat zij de zee hebben.”

Feit en fictie

Er is dus veel competitie tussen de landen. Wanneer Nederlandse vissers geen tong meer kunnen vissen met pulsvissen, betekent dit dat de kleine hoeveelheid tong die Engelse en Franse vissers aanleveren meer waard wordt. Echter, zij hebben geen schepen die exlusief tong proberen te vangen. Eigenlijk hebben de buitenlandse vissers helemaal geen last van de Nederlandse pulsvissers, maar is het gewoon een kwestie van landjepik op de zee.

“Er wordt dan geopperd dat het gaat om de technologie, of dat het niet duidelijk is of het wel of niet schadelijk is voor het milieu. Dat is helemaal niet waar het over gaat. Uit onderzoek blijkt juist dat pulsvisserij minder schadelijk is voor het milieu, dus dat is helemaal geen argumentatie. Dat wordt opzij geschoven. Dat is wat mij ontzettend irriteert: daadwerkelijke argumentatie wordt opzij geschoven en non-argumentatie doet ertoe. Waar vecht je dan tegen? Het is onbegonnen werk.”

De toekomst

Het heeft niet mogen baten. Na al het onderzoek en protesten van de Nederlandse pulsvissers komt het dan toch ten einde. Miljoenen euro’s zullen verloren gaan. De overheid heeft aangegeven de pulsvissers een steuntje in de rug te willen geven, maar dat is volgens meneer Taal niet zo simpel als men misschien gelooft.

“Daar heb ik allemaal niet zoveel vertrouwen in. Daar wordt gesproken over compensatie, maar het is niet zo dat we onze investeringen vergoed krijgen. Ze praten dan over mogelijkheden voor omscholing en onderzoek naar andere technieken. We krijgen geen schadevergoeding. Teruggaan naar de oude technieken is geen alternatief. Dan gaan we terug naar veel gasolieverbruik en meer bijvangst.”

Meneer Taal heeft een punt. Voor veel visserijen is het niet mogelijk om terug te gaan naar de oude manier van vissen. Schepen zijn voor miljoenen euro’s omgebouwt om pulsvissen te accomoderen. Vissers hebben geleerd te werken met pulstechnieken, en zij zullen niet snel geneigd zijn om een stap terug te doen.

“Het kost zeker een miljoen euro om een schip met pulstechnologie om te bouwen. Je bent gewoon niet rendabel. We gaan ook zien dat mensen noodgedwongen ander werk moeten zoeken. We raken goede mensen kwijt die niet meer de oude methodes willen oppakken.”

Ondanks alles is de bijl dan toch echt gevallen voor de pulsvissers. Hoe het verder zal gaan met de schepen en vissers waarin zoveel tijd en geld in is gestoken over de afgelopen vijftien jaar is onzeker. Het vertrouwen is kwijt, en het is nu maar afwachten of Nederlandse vissers ooit terug de zee op kunnen met pulstechnologie.

8 april 2019 |
Daan Koopen