Straatmuzikanten in Den Haag en hun verhalen
1 maart 2019 |
Bart van 't Erve

Ik loop door het centrum van Den haag. Mijn oog valt op de lege plek voor de Hema, waar vroeger Chuck mij vriendelijk aankeek terwijl hij zijn liedje pingelde. Wie zijn er ná Chuck de straat op gegaan? En wat zijn hun verhalen?

Chuck Deely is een Haagse held van Amerikaanse afkomst. Vanaf 1996 tot eind 2016 heeft hij op verschillende plekken in het centrum gespeeld, tegenover de bijenkorf of naast het Centraal station. Hij was gekenmerkt door zijn versterkte akoestische gitaar en zijn getekend gezicht. Meer dan 20 jaar heeft hij elke dag een mix van bluesrock muziek gespeeld.

Chuck Deely overleed kort na de kerst van 2016. Uit verschillende hoeken kwam het idee op om hem op unieke wijze te eren. Toen dit idee de Haagse gemeenteraad haalde, werd de realisatie van een monument gestart. Er werden verschillende ontwerpen gemaakt en alle Hagenezen konden online stemmen op hun voorkeur. Dit monument staat tegenover de Haagse Campus van Universiteit Leiden, en mijn oog valt er vaak op.

Ik ben de straat op gegaan om te kijken hoe vandaag de dag tegen deze legende wordt aangekeken, en ik wil onderzoeken wat de aanleidingen en persoonlijke verhalen van deze mensen zijn die Den Haag op muzikale wijze opfleuren. Ik loop verder in de richting van de grote markt.

Dit is Mike Baily, een straatmuzikant uit een klein dorpje ten noordoosten van Londen. Grote kans dat je Mike ooit bent tegengekomen tijdens zijn wekelijkse optredens tegenover de grote markt, naast de Irish pub Fiddler. Ik kom hem vaak tegen als ik naar werk ga, maar omdat ik bijna nooit muntgeld op zak heb, betrap ik mijzelf erop dat ik de andere kant op kijk. Vandaag niet.

Mike vertelt dat hij is afgestudeerd aan de universiteit van Durham. ‘Afgestudeerd in de muziek natuurlijk!’ Gepassioneerd laat hij mij weten dat hij zich erg thuis voelt als muzikant in Den Haag. ‘Ik heb een hele tijd in Amsterdam gewoond, maar bij Den Haag heb ik meer een dorpsgevoel. Soms zie ik premier Mark Rutte in alle rust een koffie drinken bij Grote Markt. Het is voor mij niet in te beelden dat Theresa May zo open op straat haar koffie zou drinken!’

Volgens Mike was het in 2013 anders was om in Den Haag op straat te spelen. Er werd toen nog geen onderscheid gemaakt tussen bedelaars en straatmuzikanten. Er is toen, dankzij de PvdA en HSP een vergadering in de gemeenteraad gekomen, om dit te veranderen. Het is dus pas sinds 2013 in de Haagse binnenstad mogelijk om als muzikant zonder enige problemen je optreden te doen.

Als ik na het gesprek met Mike doorloop hoor ik al snel waar ik heen moet gaan. Onder straatmuzikanten valt namelijk ook het draaiorgel. ‘Daisy Bell’ rolt elke zaterdag door de straten van Den Haag. Aangedreven door een kleine tractor wordt dit historisch instrument door de straten gereden. Vrolijke klassieke muziek klinkt uit het orgel, in combinatie met het gerinkel van de bakjes met kleingeld.

Ik vraag de twee of ze weten van Chuck Deely, en beide knikken ze heftig. ‘Ik herinner hem vooral aan zijn rauwe stem, en de manier hoe hij dag in dag uit in de binnenstad aan het spelen was.’ De vrouw van de man die de kar rijdt voegt hieraan toe: ‘Voor hem was het heel anders dan voor ons. Wij doen dit omdat we het leuk vinden en alleen op zaterdag. Voor hem was muziek bespelen op straat letterlijk zijn leven, omdat het zijn enige inkomen was.’.

De laatste straatmuzikanten die ik in het centrum tegen kwam waren te druk bezig om vragen te beantwoorden. Dat is niet gek, want de een bespeelt een mens-grote harp, en de andere speelde twee instrumenten tegelijkertijd. Toch is deze foto niet minder waard dan de andere, want hij laat de diversiteit van instrumenten in de binnenstad zien. Waar eerst alleen een eenzame, oude man op een versterkte gitaar zat, zijn daar verschillende groepen met nieuwe instrumenten voor in de plaats gekomen. Het is mooi om te zien hoe iets negatiefs als het overlijden van een stadsheld, iets moois als diversiteit in de muziek kan opbrengen. Wanneer je de volgende keer in Den Haag bent, ga dan vooral op het geluid af.

1 maart 2019 |
Bart van 't Erve